Operation Manual

4-6 Gebruikershandleiding
TECRA A10/S10/M10/Satellite Pro S300
Aangezien de vingerafdruk van elke vinger verschillend en uniek is,
dient u erop te letten dat u alleen de geregistreerde of opgeslagen
vingerafdruk(ken) voor identificatie gebruikt.
Let op de positie en snelheid waarmee u uw vinger over de sensor
haalt. Raadpleeg hiervoor de volgende tekening.
De sensor voor vingerafdrukken vergelijkt en analyseert de unieke
eigenschappen van een vingerafdruk. In sommige gevallen kunnen
bepaalde gebruikers hun vingerafdrukken echter niet registreren omdat
hun vingerafdrukken onvoldoende unieke kenmerken bevatten.
Het herkenningspercentage kan per gebruiker verschillen.
Configuratieprocedure
Voer de volgende stappen uit als u voor het eerst vingerafdrukverificatie
gebruikt.
Registratie van vingerafdrukken
Sla de vereiste verificatiegegevens in eerste instantie op met de wizard
Fingerprint Enrollment (Vingerafdruk vastleggen).
1. U start dit programma door te klikken op Start -> Alle programma’s ->
TrueSuite Access Manager -> TrueSuite Access Manager.
2. Het venster Verify (Verifiëren) verschijnt. Voer het
aanmeldingswachtwoord voor Windows in en klik op Volgende.
3. Klik in het venster User’s Fingers (Viingers van gebruiker) op het vakje
boven de vinger die u wilt registreren.
Als een van de eerder vastgelegde vingerafdrukken opnieuw wordt
geselecteerd, wordt de meest recente informatie opgeslagen en wordt
de vorige informatie overschreven.
Het systeem voor vingerafdrukverificatie gebruikt dezelfde
gebruikersnaam en wachtwoord die zijn ingesteld in het Windows-
besturingssysteem. Als er geen Windows-wachtwoord is geconfigureerd,
moet u dit doen voordat u vingerafdrukken gaat registreren.
Deze sensor bevat geheugenruimte voor ten minste 21
vingerafdrukpatronen. Mogelijk kunt u meer vingerafdrukpatronen
vastleggen, afhankelijk van het geheugengebruik van de sensor.
U kunt de wizard Fingerprint Enrollment ook met de volgende
methode starten.
Klik op het pictogram Fingerprint Application op de taakbalk.