Operation Manual

223
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
Auris Hybrid Touring Sports_EE
(OM12J03E)
4
Rijden
De volgende factoren kunnen invloed hebben op de reactietijd van het sys-
teem:
De helderheid van koplampen, mistlampen en achterlichten van tegenlig-
gers en voorliggers
De beweging en richting van tegenliggers en voorliggers
Als de verlichting van een tegenligger of voorligger slechts aan één kant
werkt
Als een tegenligger of voorligger een voertuig op twee wielen betreft
De toestand van de weg (stijgingspercentage, bochten, toestand van het
wegdek, enz.)
Het aantal inzittenden en de hoeveelheid bagage
Het grootlicht kan op voor de bestuurder onverwachte momenten worden
in- en uitgeschakeld.
In de volgende omstandigheden is het mogelijk dat het systeem de helder-
heid van het omgevingslicht niet correct detecteert, waardoor het grootlicht
kan gaan knipperen of voetgangers worden blootgesteld aan het grootlicht.
Het is daarom raadzaam om het grootlicht handmatig in en uit te schakelen
in plaats van blindelings te vertrouwen op de werking van het Automatic
High Beam-systeem.
Bij slecht weer (regen, mist, sneeuw, zandstormen, enz.)
Het zicht door de voorruit wordt belemmerd door mist, wasem, ijs, vuil,
enz.
De voorruit is gebarsten of beschadigd.
De binnenspiegel of de camerasensor is vervormd of vuil.
De helderheid van het omgevingslicht komt overeen met die van koplam-
pen, achterlichten of mistlampen.
Tegenliggers hebben de koplampen niet ingeschakeld, of de koplampen
zijn vuil, hebben een andere kleur of zijn niet correct afgesteld.
In gebieden waar lichte en donkere stukken elkaar afwisselen.
Als geregeld en herhaaldelijk over stijgende en dalende wegen wordt
gereden, of over wegen met een slecht of oneffen wegdek (zoals klinker-
wegen, zandwegen, enz.)
Als geregeld en herhaaldelijk over bochtige wegen wordt gereden.
Er bevindt zich een sterk spiegelend voorwerp, zoals een spiegel, voor
de auto.
De koplampen van de auto zijn beschadigd of vuil.
De auto helt naar één kant over door bijvoorbeeld een lekke band of ligt
aan de achterzijde wat lager doordat een aanhanger is aangekoppeld.
De bestuurder meent dat andere bestuurders of voetgangers last hebben
van het grootlicht.