Operation Manual

280
5-1. Gebruik van airconditioning en achterruitverwarming
Auris Hybrid Touring Sports_EE
(OM12J03E)
Werking van de airconditioning in de ECO-modus
In de ECO-modus wordt de airconditioning als volgt bediend voor een laag
brandstofverbruik:
Het motortoerental en de werking van de compressor worden geregeld om
de verwarm-/koelcapaciteit te beperken
Wanneer de automatische modus is gekozen, wordt de aanjagersnelheid
beperkt
Doe het volgende om de prestaties van de airconditioning te verbeteren:
Wijzig de aanjagersnelheid
Schakel de ECO-modus uit
Gebruiken van de automatische modus
De aanjagersnelheid wordt automatisch geregeld op basis van de gekozen
temperatuur en de omgevingscondities.
Direct na het indrukken van
kan de aanjager even worden uitgescha-
keld tot er voldoende warme of koude lucht voorhanden is.
Beslaan van de ruiten
Wanneer de luchtvochtigheid in de auto hoog is, zullen de ruiten gemakke-
lijk beslaan. Wanneer wordt ingeschakeld, wordt de lucht die via de
uitstroomopeningen stroomt, ontvochtigd en wordt de voorruit efficiënt ont-
wasemd.
Als u uitschakelt, zullen de ruiten mogelijk sneller beslaan.
De ruiten zullen mogelijk beslaan als de recirculatiemodus is ingeschakeld.
Buitenlucht-/recirculatiemodus
Zet bij het rijden op stoffige wegen, zoals in tunnels, of in druk verkeer de
luchttoevoertoets in de recirculatiemodus. Zo wordt voorkomen dat er bui-
tenlucht de auto in stroomt. Wanneer tijdens het koelen de recirculatiemo-
dus wordt ingeschakeld, wordt ook het interieur van de auto effectief
gekoeld.
Mogelijk wordt de buitenlucht-/recirculatiemodus automatisch ingeschakeld
afhankelijk van de ingestelde temperatuur of de temperatuur in de auto.
Wanneer de buitentemperatuur laag is
De ontwasemingsfunctie werkt mogelijk niet, ook niet als op wordt
gedrukt.