Operation Manual

283
5-1. Gebruik van airconditioning en achterruitverwarming
Auris Hybrid Touring Sports_EE
(OM12J03E)
5
Voorzieningen in het interieur
Druk op .
De airconditioning wordt ingeschakeld. De uitstroomopeningen
waaruit de lucht komt en de aanjagersnelheid worden automatisch
geregeld op basis van de gekozen temperatuur.
Draai rechtsom om de temperatuur te verhogen en draai
linksom om de temperatuur te verlagen.
Als er op wordt gedrukt (het controlelampje gaat branden) of
als de draaiknop voor de temperatuurregeling aan passagierszijde wordt
gedraaid, kan de temperatuur aan bestuurderszijde en aan passagiers-
zijde afzonderlijk worden geregeld.
Controlelampje automatische modus
Als de instelling van de aanjagersnelheid of de luchtcirculatiemodi
worden bediend, dooft het controlelampje van de automatische
modus. De automatische modus blijft echter ingeschakeld voor de
andere functies dan die worden bediend.
Pas de aanjagersnelheid aan door op op te drukken om
de aanjagersnelheid te verhogen en op om de aanjagersnelheid
te verlagen.
Druk op om de aanjager uit te schakelen.
Draai rechtsom om de temperatuur te verhogen en draai
linksom om de temperatuur te verlagen.
Als er op wordt gedrukt (het controlelampje gaat branden) of
als de draaiknop voor de temperatuurregeling aan passagierszijde wordt
gedraaid, kan de temperatuur aan bestuurderszijde en aan passagiers-
zijde afzonderlijk worden geregeld.
Gebruiken van de automatische airconditioning
Handmatig wijzigen van de instellingen
1
2
1
2