Operation Manual

35
1-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
Auris Hybrid Touring Sports_EE
(OM12J03E)
WAARSCHUWING
Voorzorgsmaatregelen airbags
Neem met betrekking tot de SRS-airbags de volgende voorzorgsmaatre-
gelen in acht.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan resulteren in ern-
stig letsel.
Alle inzittenden dienen hun veiligheidsgordel op de juiste manier te dra-
gen.
De SRS-airbags zijn aanvullende middelen die samen met de veiligheids-
gordels gebruikt moeten worden.
De bestuurdersairbag wordt met een aanzienlijke kracht geactiveerd,
waardoor ernstig letsel kan ontstaan, vooral wanneer de bestuurder zich
dicht bij de airbag bevindt.
Het gevaarlijkst bij de activering van de airbag zijn de eerste 50 - 75 mm;
door een afstand van minimaal 250 mm tot het stuurwiel aan te houden,
hanteert u een veilige marge. Dit is de afstand gemeten vanaf het midden
van het stuurwiel tot aan uw borstbeen. Als u nu minder dan 250 mm van
de airbag zit, kunt u uw zitpositie op verschillende manieren wijzigen:
Plaats uw stoel zo ver mogelijk naar achteren terwijl de pedalen nog
goed kunnen worden bediend.
Zet de rugleuning iets achterover.
Hoewel het een beetje afhankelijk is van het ontwerp van de auto, kun-
nen de meeste bestuurders een afstand van 250 mm tot het stuurwiel in
acht nemen, ook al staat de stoel in zijn voorste stand, door de rugleu-
ning van de stoel iets naar achteren te zetten. Als u door het achterover
zetten van uw stoel de weg niet goed meer kunt zien, kunt u een stevig,
niet-glad kussen gebruiken om hoger te zitten, of uw stoel hoger zetten
wanneer uw auto deze mogelijkheid biedt.
Als het stuurwiel verstelbaar is, kantel het dan naar beneden. Hierdoor
wijst de airbag naar uw borst in plaats van uw hoofd en nek.
De stoel dient te worden afgesteld zoals hierboven aanbevolen, terwijl de
auto nog steeds goed bediend kan worden.
De voorpassagiersairbag wordt ook met een aanzienlijke kracht geacti-
veerd waardoor ernstig letsel kan ontstaan, vooral wanneer de voorpassa-
gier zich dicht bij de airbag bevindt. De voorpassagiersstoel dient zo ver
mogelijk van de airbag af te staan, met de rugleuning rechtop.