Operation Manual

142
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK_AURIS/AURIS_HV_EE (OM12F76E)
Bereik (gebieden waarin de elektronische sleutel wordt gede-
tecteerd)
Behalve hybridemodel Hybridemodel
Bij het vergrendelen of ont-
grendelen van de portieren
Het systeem kan worden
bediend als de elektronische
sleutel zich binnen ongeveer 0,7
m van een van de portiergrepen
van de voorportieren of de ach-
terklep bevindt. (Alleen de por-
tieren die de sleutel detecteren,
kunnen worden geopend of
gesloten.)
Bij het starten van de motor
of het in een andere stand
zetten van het contact
Het systeem werkt als de elek-
tronische sleutel zich in de auto
bevindt.
Bij het vergrendelen of ont-
grendelen van de portieren
Het systeem kan worden
bediend als de elektronische
sleutel zich binnen ongeveer
0,7 m van een van de portier-
grepen van de voorportieren of
de achterklep bevindt. (Alleen
de portieren die de sleutel
detecteren, kunnen worden
geopend of gesloten.)
Bij het starten van het
hybridesysteem of veran-
deren van de standen van
het contact
Het systeem werkt als de elek-
tronische sleutel zich in de
auto bevindt.