Operation Manual

180
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
UK_AURIS/AURIS_HV_EE (OM12F76E)
Bedieningssignalen
De alarmknipperlichten knipperen om aan te geven dat de portieren zijn ver-
grendeld/ontgrendeld. (Vergrendeld: eenmaal; ontgrendeld: tweemaal)
Zoemer centrale vergrendeling (type B)
Als geprobeerd wordt de portieren te vergrendelen wanneer een portier niet
geheel gesloten is, klinkt er gedurende 5 seconden een zoemer. Sluit het por-
tier volledig om de zoemer uit te schakelen en vergrendel de portieren
opnieuw.
Beveiligingsfunctie
Auto's zonder een Smart entry-systeem en startknop
Als er niet binnen 30 seconden na het ontgrendelen van de auto een portier
wordt geopend, zorgt de beveiligingsfunctie ervoor dat de auto weer automa-
tisch wordt vergrendeld.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Blz. 139
Alarm (indien aanwezig)
Het alarmsysteem wordt ingeschakeld als de afstandsbediening wordt
gebruikt om de portieren te vergrendelen. (Blz. 95)
Omstandigheden die de werking van het systeem kunnen beïnvloeden
Type A
De afstandsbediening werkt in de volgende situaties mogelijk niet goed:
Wanneer de batterij van de sleutel met afstandsbediening leeg is
In de buurt van een televisiezendmast, radiozender, elektriciteitscentrale,
luchthaven of andere locatie waar sterke radiogolven aanwezig zijn
U draagt een draagbare radio, mobiele telefoon of ander draadloos commu-
nicatiemiddel bij u
Er zijn meerdere elektronische sleutels in de buurt
De elektronische sleutel wordt tegen een metalen voorwerp gehouden of is
ermee bedekt
Een andere elektronische sleutel (die ook radiogolven uitzendt) wordt
gebruikt in de buurt
De elektronische sleutel heeft in de buurt gelegen van een elektrisch appa-
raat, zoals een computer
Als een metalen coating of metalen voorwerpen aan de achterruit worden
bevestigd
Type B
Blz. 146, 166