Operation Manual

257
4-2. Rijprocedures
UK_AURIS/AURIS_HV_EE (OM12F76E)
4
Rijden
Controleer of de parkeerrem geactiveerd is.
Controleer of de selectiehendel in stand P (Multidrive CVT) of N
(handgeschakelde transmissie) staat.
Auto's zonder multi-informatiedisplay
Multidrive CVT: Trap het rempedaal helemaal in.
Multi-Mode Transmissie: Trap het rempedaal helemaal in, druk
direct op de startknop en zet de selectiehendel in stand N.
Handgeschakelde transmissie: Trap het koppelingspedaal hele-
maal in.
Het controlelampje van het Smart entry-systeem met startknop (groen)
gaat branden. Als het controlelampje niet gaat branden, kan de motor niet
worden gestart.
Druk op de startknop.
De motor wordt gestart totdat hij
aanslaat, waarbij elke startpoging
maximaal 30 seconden duurt.
Houd het rempedaal (Multidrive
CVT of Multi-Mode Transmissie) of
koppelingspedaal (handgescha-
kelde transmissie) ingetrapt tot de
motor goed draait.
Dieseluitvoering: gaat bran-
den. De motor wordt gestart zodra
uitgaat.
Auto's zonder Multi-Mode Trans-
missie: De motor kan in alle stan-
den van het contact worden
gestart.
Startknop (behalve hybridemodel) [auto's
met Smart entry-systeem en startknop])
Als u de volgende handelingen uitvoert terwijl u een elektroni-
sche sleutel bij u hebt, wordt de motor gestart of de stand van
het contact veranderd.
Starten van de motor
1
2
3
4