Operation Manual

300
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
UK_AURIS/AURIS_HV_EE (OM12F76E)
Type B
De koplampen, de
dagrijverlichting en alle
verlichting die hieron-
der genoemd is, wor-
den automatisch in- en
uitgeschakeld.
(Behalve hybridemodel:
Wanneer het contact
AAN (IG) staat.
Hybridemodel: Wan-
neer het contact AAN
staat.)
De parkeerlichten vóór,
achterlichten, kente-
kenplaat- en dash-
boardverlichting gaan
branden.
De koplampen en alle
hierboven genoemde
verlichting gaan bran-
den.
De dagrijverlichting
wordt ingeschakeld.
*: Alleen hybridemodel
Druk bij ingeschakelde koplam-
pen de hendel van u af om het
grootlicht in te schakelen.
Door de hendel weer in de midden-
stand te zetten, wordt het grootlicht
weer uitgeschakeld.
Trek de hendel naar u toe en
laat deze meteen weer los om
één keer met het grootlicht te
knipperen.
U kunt lichtsignalen geven met de
koplampen in- of uitgeschakeld.
*
1
2
3
4
Inschakelen van grootlicht
1
2