Operation Manual

306
4-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
UK_AURIS/AURIS_HV_EE (OM12F76E)
Energiebesparende functie
Onder de volgende omstandigheden gaat de overige verlichting na 20 minu-
ten automatisch uit om te voorkomen dat de accu ontladen raakt:
De koplampen en/of achterlichten branden.
Behalve hybridemodel (auto's zonder Smart entry-systeem en startknop):
Het contact wordt in stand ACC of UIT gezet.
Behalve hybridemodel (auto's met Smart entry-systeem en startknop): Het
contact wordt in stand ACC of UIT gezet.
Hybridemodel: Het contact wordt in stand ACC of UIT gezet.
De lichtschakelaar staat in stand of .
Deze functie wordt onder de volgende omstandigheden uitgeschakeld:
Behalve hybridemodel (auto's zonder Smart entry-systeem en startknop):
Wanneer het contact AAN wordt gezet.
Behalve hybridemodel (auto's met Smart entry-systeem en startknop): Wan-
neer het contact AAN (IG) wordt gezet.
Hybridemodel: Wanneer het contact AAN wordt gezet.
Wanneer de lichtschakelaar wordt bediend.
Wanneer een portier wordt geopend of gesloten.
Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instellingen (bijv. gevoeligheid lichtsensor) kunnen worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen:
Blz. 727)
OPMERKING
Voorkomen van ontlading van de 12V-accu
Behalve hybridemodel: Laat de verlichting niet langer branden dan noodza-
kelijk is als de motor niet draait.
Hybridemodel: Laat de verlichting niet langer ingeschakeld dan noodzake-
lijk is als het hybridesysteem niet is ingeschakeld.