Operation Manual

326
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
UK_AURIS/AURIS_HV_EE (OM12F76E)
De cruise control kan worden gebruikt als
De selectiehendel in stand D staat. (Multidrive CVT)
Schakelstand D is geselecteerd. (hybridetransmissie)
Schakelstand 4 of hoger van M is geselecteerd. (Multidrive CVT)
Schakelstand 4 of hoger, of stand D is geselecteerd met de shiftpaddle.
(auto's met paddle shift-schakelaar)
De rijsnelheid hoger is dan 40 km/h.
Accelereren na het instellen van de rijsnelheid
Er kan normaal met de auto geaccelereerd worden. Na de acceleratie gaat
de auto weer rijden met de ingestelde snelheid.
De ingestelde snelheid kan zelfs worden verhoogd zonder de cruise control
uit te schakelen, door eerst naar de gewenste snelheid te accelereren en
vervolgens de hendel omlaag te drukken om de nieuwe snelheid in te stel-
len.
Automatisch uitschakelen van cruise control
De cruise control stopt onder de volgende omstandigheden met het in stand
houden van de rijsnelheid:
De werkelijke rijsnelheid zakt tot meer dan 16 km/h onder de geprogram-
meerde rijsnelheid.
In dit geval blijft de geprogrammeerde snelheid niet bewaard.
Actuele rijsnelheid is lager dan ongeveer 40 km/h.
De VSC is geactiveerd. (indien aanwezig)
VSC+ is geactiveerd. (indien aanwezig)
Snelheidsbegrenzer is geactiveerd (indien aanwezig)
Als het controlelampje cruise control geel gaat branden (auto's zonder
multi-informatiedisplay) of een waarschuwingsmelding voor de cruise
control wordt weergegeven op het multi-informatiedisplay (auto's met
multi-informatiedisplay)
Druk eenmaal op de toets ON-OFF om het systeem uit te schakelen en druk
vervolgens opnieuw op de toets om het systeem in te schakelen.
Als er geen snelheid kan worden geprogrammeerd of de cruise control direct
na het activeren weer wordt uitgeschakeld, is er mogelijk een defect in het
cruise control-systeem aanwezig. Laat uw auto controleren door een Toyota-
dealer of erkende reparateur.