Operation Manual

44
1-1. Voor een veilig gebruik
UK_AURIS/AURIS_HV_EE (OM12F76E)
Als de airbags worden geactiveerd (opgeblazen)
Het contact met een geactiveerde airbag kan leiden tot kneuzingen en
schaafwonden.
Er is een luide knal hoorbaar en er komt wit poeder vrij.
Gedurende enkele minuten na het activeren van de airbags kunnen de
onderdelen van de airbagmodule (stuurwielnaaf, afdekkap airbag en ontste-
kingsmechanisme) evenals de voorstoelen, delen van de voor- en achter-
stijlen en het dak nog heet zijn. De airbag zelf kan ook heet zijn.
De voorruit kan barsten.
Voorwaarden voor activering van de airbag (airbags voor)
De airbags vóór worden pas geactiveerd als een bepaalde drempelwaarde
wordt overschreden (vergelijkbaar met een frontale aanrijding met een snel-
heid van ongeveer 20 - 30 km/h tegen een voorwerp dat niet kan bewegen
of vervormen).
De drempelwaarde voor snelheid kan in de volgende situaties echter veel
hoger liggen:
Wanneer de auto iets raakt dat kan bewegen en/of vervormen, zoals een
geparkeerde auto of lantaarnpaal
Wanneer de auto betrokken raakt bij een ongeval waarbij de neus van de
auto onder een vrachtwagen terechtkomt
Afhankelijk van het type aanrijding is het mogelijk dat alleen de gordelspan-
ners worden geactiveerd.
Voorwaarden voor activering van de airbag (side airbags en curtain air-
bags)
De side airbags en curtain airbags worden pas geactiveerd als een
bepaalde drempelwaarde wordt overschreden (vergelijkbaar met ter plaatse
van het passagierscompartiment aangereden worden met een snelheid van
ongeveer 20 - 30 km/h door een ongeveer 1.500 kg wegend voertuig,
komend vanuit een richting die haaks staat op de positie van de auto).
De curtain airbags worden mogelijk ook geactiveerd bij een ernstige frontale
aanrijding.