Operation Manual

54
1-1. Voor een veilig gebruik
UK_AURIS/AURIS_HV_EE (OM12F76E)
Verklaring van lettercodes in de tabel:
U: Geschikt voor een “universeel” zitje dat is goedgekeurd voor
gebruik in deze gewichtsgroep.
UF: Geschikt voor een in de rijrichting geplaatst “universeel” zitje dat
is goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsgroep.
L1: Geschikt voor een zitje van het type TOYOTA G 0
+
, BABYSAFE
PLUS met VEILIGHEIDSGORDELBEVESTIGING, BASE PLAT-
FORM (0 - 13 kg) dat is goedgekeurd voor gebruik in deze
gewichtsgroep.
L2: Geschikt voor een TOYOTA KIDFIX-zitje (15 - 36 kg) dat is goed-
gekeurd voor gebruik in deze gewichtsgroep.
X: Geen geschikte zitpositie voor kinderen in deze gewichtsgroep.
*
1
: Zet de rugleuning van de voorstoel zo ver mogelijk rechtop. Zet de zitting
van de voorstoel helemaal naar achteren.
Verwijder de hoofdsteun indien deze de werking van het zitje hindert.
Auto´s met hendel hoogteverstelling: Zet de zitting in zo ver mogelijk
omhoog.
Volg deze procedures
Plaatsen van een babyzitje met steunvoet
Indien de rugleuning in de weg zit wanneer u het babyzitje op de steun-
voet wilt bevestigen, verplaatst u de rugleuning naar achteren tot er vol-
doende ruimte is.
Plaatsen van een in de rijrichting geplaatst kinderzitje
Als het schouderbevestigingspunt van de veiligheidsgordel zich vóór de
gordelgeleider van het kinderzitje bevindt, verplaatst u de zitting naar
voren.
Plaatsen van een zitkussen
Als het kind in het zitje erg rechtop zit, zet u de rugleuning in een com-
fortabelere stand.
Als het schouderbevestigingspunt van de veiligheidsgordel zich vóór de
gordelgeleider van het kinderzitje bevindt, verplaatst u de zitting naar
voren.
*
2
: Verwijder de hoofdsteun indien deze de werking van het zitje hindert.
Controleer bij baby- of kinderzitjes die niet worden genoemd in de
tabel, of ze geschikt zijn voor gebruik in deze auto. Raadpleeg hier-
voor de fabrikant of de leverancier van het baby- of kinderzitje.