Operation Manual

654
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK_AURIS/AURIS_HV_EE (OM12F76E)
Maak terwijl de compressor is uitgeschakeld de slang los van het
ventiel en trek vervolgens de voedingsstekker uit de accessoire-
aansluiting.
Mogelijk ontsnapt er bij het verwijderen van de slang wat bandenreparatie-
vloeistof.
Plaats het ventieldopje op het ventiel van het gerepareerde wiel.
Plaats het ontluchtingsdopje op
het uiteinde van de slang.
Als het ontluchtingsdopje niet
wordt geplaatst, ontsnapt er moge-
lijk bandenreparatievloeistof en
kan de auto vuil worden.
Berg de fles, terwijl deze aan de compressor is bevestigd, tijdelijk
op in de bagageruimte.
Rijd, om de bandenreparatievloeistof gelijkmatig over de band te
verdelen, meteen ongeveer 5 km met een snelheid van maximaal
80 km/h.
Stop, nadat u ongeveer 5 km/h
hebt gereden, op een veilige
plaats met een harde en hori-
zontale ondergrond en verwij-
der het ontluchtingsdopje van
de slang voordat u de reparatie-
set opnieuw aansluit.
15
16
17
18
19
20