Operation Manual

655
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK_AURIS/AURIS_HV_EE (OM12F76E)
7
Bij problemen
Zet de compressor aan, wacht
ongeveer 5 seconden en zet de
compressor weer uit. Contro-
leer de bandenspanning.
Als de bandenspanning lager is
dan 130 kPa (1,3 kg/cm
2
of bar,
19 psi): Het gat kan niet worden
gerepareerd. Neem contact op
met een Toyota-dealer of
erkende reparateur.
Als de bandenspanning
130 kPa (1,3 kg/cm
2
of bar,
19 psi) of hoger is, maar lager
dan de voorgeschreven span-
ning: Ga door naar .
Als de bandenspanning juist is:
(→Blz. 720): Ga verder met .
Zet de compressor aan om de band op de voorgeschreven span-
ning te brengen. Rijd ongeveer 5 km en ga dan door naar .
Plaats het ontluchtingsdopje op
het uiteinde van de slang.
Als het ontluchtingsdopje niet
wordt geplaatst, ontsnapt er moge-
lijk bandenreparatievloeistof en
kan de auto vuil worden.
Berg de fles, terwijl deze aan de compressor is bevestigd, op in de
bagageruimte.
Vermijd plotseling remmen, plotseling accelereren en scherpe
bochten, rijd voorzichtig met een snelheid van maximaal 80 km/h
naar de dichtstbijzijnde Toyota-dealer of erkende reparateur voor
het repareren of vervangen van de band.
21
1
2
22
3
23
22
20
23
24
25