Operation Manual

663
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK_AURIS/AURIS_HV_EE (OM12F76E)
7
Bij problemen
Als de band te hard wordt opgepompt (type A)
Neem de slang los van het ventiel.
Neem de slang los van het ventiel, verwijder het dopje van de slang en
sluit dan de slang weer aan.
Zet de compressor aan, wacht enkele seconden en zet de compressor
weer uit. Controleer of de bandenspanningsmeter de voorgeschreven
spanning aangeeft.
Zet de compressor weer aan als de spanning onder de voorgeschreven
waarde ligt en vul de band tot de juiste spanning is bereikt.
Als de band te hard wordt opgepompt (type B)
Controleer of de bandenspanningsmeter de voorgeschreven spanning
aangeeft.
Zet de compressor weer aan als de spanning onder de voorgeschreven
waarde ligt en vul de band tot de juiste spanning is bereikt.
Het ventiel van een gerepareerde band
Nadat de band met de bandenreparatieset is gerepareerd, moet het ventiel
bij een definitieve reparatie worden vervangen.
Plaats het dopje op het uiteinde van
de slang en duw het uitstekende
gedeelte van het dopje in het ventiel
van de band om wat lucht te laten
ontsnappen.
Druk op de knop om wat lucht te laten
ontsnappen.
1
2
3
4
1
2