Operation Manual

668
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
UK_AURIS/AURIS_HV_EE (OM12F76E)
Een van de onderstaande punten kan het probleem veroorzaken:
Er is mogelijk onvoldoende brandstof aanwezig in de tank.
Vul de brandstoftank.
De motor kan verzopen zijn.
Probeer nogmaals de motor te starten en volg daarbij de juiste
startprocedures. (Blz. 253, 257)
Er kan een storing aanwezig zijn in de startblokkering. (Blz. 83)
Een van de onderstaande punten kan het probleem veroorzaken:
De accu kan te ver ontladen zijn. (Blz. 678)
De accuklemmen kunnen loszitten of gecorrodeerd zijn.
Het startsysteem van de motor is mogelijk defect als gevolg van een
elektrische storing, zoals een ontladen batterij van de elektronische
sleutel of een defecte zekering. Er bestaat echter een noodmaatregel
om de motor te starten. (Blz. 669)
Als de motor niet wil aanslaan
(behalve hybridemodel)
Als de motor niet wil aanslaan terwijl wel de juiste startprocedu-
res zijn gevolgd (Blz. 253, 257), dan kan dat de volgende oor-
zaken hebben:
De motor slaat niet aan terwijl de startmotor wel normaal werkt.
De startmotor draait langzaam rond, de interieurverlichting en de
koplampen gaan zwakker branden of de claxon maakt geen of
weinig geluid.
De startmotor draait niet (auto's met Smart entry-systeem en
startknop)