Operation Manual

20
Werken met de naaldinrijger
Voordat u gaat werken met de naaldinrijger, zet u de machine uit met
de hoofdschakelaar.
Anders kan dit leiden tot letsel.
Waarschuwing
Gebruik naaimachinenaalden nr. 11/75 t/m 16/100 met de naaldinrijger. (Naald nr. *
14/90 wordt bij de aanschaf van de machine geleverd.)
De naald kan niet worden ingeregen als de draad te dik is voor de naald. Voor meer
bijzonderheden over mogelijk combinaties van naald en draad, zie “Samenwerking
tussen naald, garen en stof en het instellen van de draadspanning” op pagina 27.
Alleen op model SuperJ15 *
1
2
Informatie over het naaldinrijgmechanisme
z
Voorbereidingen om te werken met de naaldinrijger
z
Draai de steekkeuzetoets naar
“7” (rechte steek).
Anders werkt de naaldinrijger *
mogelijk niet goed en wordt de
draad misschien niet ingeregen.
Zet de persvoethendel omhoog.
Controleer dat de draad door de
naalddraadgeleider is geleid.
Steekkeuzeknop
Persvoethendel
Naalddraadgeleider
1
Lager
Draai het handwiel naar u toe
totdat de naald in de hoogste
stand staat.
Als de naald niet in de hoogste *
stand staat, kunt u de naald
niet inrijgen.
7
Naald
Geleider
Grijper
2
Draaien
De haak zit in de geleider.
De haak gaat door de naald,
pakt de draad en trekt de
draad door de naald.