Operation Manual

2
27
Voorbereiding voor het naaien
Samenwerking tussen naald, garen en stof
en het instellen van de draadspanning
De kwaliteit van het naaiwerk verbetert, wanneer u de naald en draad afstemt op het
soort stof. Volg de richtlijnen in onderstaande tabel.
Dunne stof Normale stof Dikke stof
Samenwerking tussen de naald, draad
en stof
Naald
Nr. 11/75 Nr. 14/90 Nr. 16/100
Garen
Polyester nr. 90
Katoen nr. 80 t/m 120
Zijde nr. 80
Polyester nr. 50 t/m
60
Katoen nr. 60 t/m 80
Zijde nr. 50 t/m 80
Polyester nr. 30 t/m
50
Katoen nr. 40 t/m 50
Zijde nr. 50
Stof
Normaal achterzijde
kledingstuk
Quipler
Crêpe georgette
Batist
Nestels, enz.
Normaal voorzijde
kledingstuk
Laken
Zacht denim
Satijn
Poolstof
Gingham, enz.
Gordijnen
Denim
Quiltwerk
Fleece
Tweed
Vilt, enz.
Aanwijzingen draadspanning
Regel-
knop
voor bov-
endraad-
spanning
Voor XXX15C
z
-
2
-
1
-
3
-
1 ~
-
3
Voor XXX15D/
z
SuperJ15
-
1
-
2
-
3
-
1 ~
-
3
+1
+2
-
1
+
1
-
1
+2
+3
+4
+1
+1 ~ +3
+
3
+
2
+
1
-
1 ~ +3
Gebruik een ballpointnaald voor de naai-uitlijning van elastische stoffen.•
Koop gerust naalden die niet als toebehoren werden meegeleverd, maar controleer •
of ze geschikt zijn voor huishoudnaaimachines.
Gebruik hetzelfde soort draad voor zowel boven als onder.•
Hoe hoger het naaldnummer, des te dikker de naald. Hoe hoger het draadnummer, •
des te dunner de draad.
Normaliter naait u met de bovendraadspanningsknop op “•
” (voor XXX15C) / “
(voor XXX15D/SuperJ15).