Operation Manual
162
2-1. Rijprocedures
■ Wijzigen van de stand van het contact
De standen kunnen worden gewijzigd door de startknop in te druk-
ken terwijl het rempedaal (auto's met automatische transmissie) of
het koppelingspedaal (auto's met handgeschakelde transmissie)
niet is ingetrapt. (De stand verandert iedere keer dat op de knop
wordt gedrukt.)
UIT*
De alarmknipperlichten kunnen
worden gebruikt.
Het controlelampje van het
Smart entry-systeem met start-
knop (groen) is uit.
Stand ACC
Sommige elektrische compo-
nenten zoals de accessoire-
aansluiting kunnen worden
gebruikt.
Het controlelampje van het
Smart entry-systeem met start-
knop (groen) knippert lang-
zaam.
AAN (IG)
Alle elektrische componenten
kunnen worden gebruikt.
Het controlelampje van het
Smart entry-systeem met start-
knop (groen) knippert lang-
zaam.
*: Auto's met automatische trans-
missie: Als de selectiehendel
van een auto met automatische
transmissie in een andere
stand dan P staat terwijl de
motor uit wordt gezet, wordt de
stand van het contact ACC, niet
UIT.