86_OM_EE_OM18058E.book Page 1 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM INHOUDSOPGAVE 1 Voordat u gaat rijden Het afstellen en bedienen van systemen als de portiervergrendeling, spiegels en stuurkolom. 2 Tijdens het rijden Rijden, stoppen en informatie over veilig rijden. 3 Voorzieningen in het interieur Airconditioning en audiosystemen, en andere systemen in het interieur die het rijden tot een comfortabele ervaring maken.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 2 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM INHOUDSOPGAVE 1 Trefwoordenlijst 1-5. Tanken Voordat u gaat rijden Openen van de tankdop....... 88 1-6. Antidiefstalsysteem 1-1. Informatie over sleutels Startblokkering ..................... 92 Supervergrendeling............ 101 Sleutels ................................. 30 1-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep Smart entry-systeem met startknop ...................... Afstandsbediening ................
86_OM_EE_OM18058E.book Page 3 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-2. Instrumentenpaneel Meters en tellers ................. 194 Controlelampjes en waarschuwingslampjes..... 198 Multi-informatiedisplay ........ 203 2-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers Lichtschakelaar................... 208 Schakelaar mistlampen ...... 215 Ruitenwissers en -sproeiers..................... 217 2-4. Gebruik van overige rijsystemen Cruise control...................... 220 Ondersteunende systemen .. 225 2-5.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 4 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM INHOUDSOPGAVE 4 Trefwoordenlijst Onderhoud en verzorging 4-1. Onderhoud en verzorging Reinigen en beschermen van het exterieur ................ 282 Schoonmaken en beschermen van het interieur............................. 286 Schoonmaken en beschermen van de Alcantara® delen............... 290 4-2. Onderhoud Onderhoudsvoorschriften ... 292 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud Voorzorgsmaatregelen bij zelf uit te voeren onderhoud en controles ..
86_OM_EE_OM18058E.book Page 5 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM Als de elektronische sleutel niet goed werkt (auto's met Smart entry-systeem en startknop)..................... Als de accu ontladen is....... Als de motor oververhit raakt.................................. Als de auto vast komt te zitten ............................. Als uw auto in geval van nood tot stilstand moet worden gebracht ............... 6 416 420 425 428 430 Voertuigspecificaties 6-1.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 6 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM Overzicht Dagrijverlichting (auto's met gasontladingskoplampen) Blz. 208 Exterieur Grootlicht Blz. 208 Parkeerlichten voor Blz. 208 Dimlicht Blz. 208 Ruitenwissers Blz. 217 Buitenspiegels Blz. 81 Motorkap Blz. 298 Richtingaanwijzers Blz. 191 Richtingaanwijzers Blz. 191 Mistlampen voor ∗ Blz. 215 Dagrijverlichting (auto's met halogeenkoplampen) Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 7 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM Bagageruimte Blz. 59 Achterruitverwarming Blz. 256 Richtingaanwijzers Blz. 191 Tankdopklep Blz. 88 Portieren Blz. 56 Achterlichten Blz. 208 Mistachterlicht Blz. 215 Kentekenplaatverlichting Blz. 208 Banden ●Wisselen ●Vervangen ●Tijdelijk repareren ●Bandenspanning Blz. 315 Blz. 386 Blz. 395 Blz.
6_OM_EE_OM18058E.book Page 8 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM Interieur (auto's met linkse besturing) Overzicht Hoofdsteunen Blz. 70 Veiligheidsgordels Blz. 72 Bevestigingspunten voor baby- en kinderzitjes Curtain airbags Blz. 105 Voorpassagiersairbag Blz. 105 Blz. 142 Bekerhouders∗ Blz. 264 Consolevak Blz. 264 Accessoireaansluiting∗ Blz. 271 Side airbags Blz. 105 Voorstoelen Blz. 64 Dashboardkastje Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 9 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM A Zonnekleppen* Blz. 266 Interieurverlichting Blz. 260 Make-upspiegels ∗ Blz. 267 Binnenspiegel met antiverblindingsstand Blz. 80 ∗: Indien van toepassing *: Gebruik NOOIT een tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje op een stoel met een INGESCHAKELDE AIRBAG, omdat het KIND anders ERNSTIG LETSEL kan oplopen als de airbag wordt geactiveerd. (→Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 10 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM Overzicht Interieur (auto's met linkse besturing) B Vergrendelknoppen portier Blz. 57 Schakelaars buitenspiegels ∗ Blz. 81 Schakelaar centrale vergrendeling Blz. 57 Schakelaars ruitbediening Blokkeerschakelaar ruitbediening Blz. 84 10 FT86_EE Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 11 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM C Selectiehendel Blz. 181, 188 Deblokkeerschakelaar ∗ Blz. 414 Parkeerremhendel Blz. 192 Stoelverwarmingsschakelaar ∗ Blz. 273 Accessoireaansluiting Blz. 271 Toets VSC SPORT Blz. 226 Schakelpatroonschakelaar ∗ Blz. 183 Toets VSC/TRC OFF Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 12 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM Dashboard (auto's met linkse besturing) Overzicht Meters en tellers Blz. 194 Multi-informatiedisplay Blz. 203 Lichtschakelaar Blz. 208 Richtingaanwijzerschakelaar Blz. 191 Schakelaar mistlampen Blz. 215 Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers Blz. 217 Klok Blz. 268 Alarmknipperlicht, schakelaar Blz. 364 Ontgrendelingshendel stuurverstelling Blz. 79 Vloermat Blz. 275 Ontgrendelingshendel motorkap Blz. 298 AUX-/USB-aansluiting ∗ Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 13 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM A Auto's met handmatig bediende airconditioning Airconditioning Blz. 240 Schakelaar achterruit- en buitenspiegelverwarming ∗/ schakelaar achterruitverwarming ∗ Blz. 256 Auto's met automatische airconditioning Airconditioning Blz. 248 Schakelaar achterruit- en buitenspiegelverwarming Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 14 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM Overzicht Dashboard (auto's met linkse besturing) B Paddle shift-schakelaars ∗ Blz. 184, 186 Contactslot (auto's zonder Smart entry-systeem en startknop) Blz. 178 Claxon Blz. 193 Bestuurdersairbag Blz. 105 C Cruise control-schakelaar ∗ Blz. 220 Knop dimmer dashboardverlichting Blz. 196 Knop koplampverstelling ∗ Blz. 210 Openingssysteem achterklep Blz. 59 Resetknop waarschuwingssysteem bandenspanning Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 15 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM Overzicht Interieur (auto's met rechtse besturing) Hoofdsteunen Blz. 70 Voorpassagiersairbag Blz. 105 Curtain airbags Bevestigingspunten voor baby- en kinderzitjes Blz. 142 Blz. 105 Veiligheidsgordels Blz. 72 Accessoireaansluiting Bekerhouders∗ Blz. 264 Consolevak Blz. 264 Blz. 271 Dashboardkastje Side airbags Blz. 105 Blz. 262 Voorstoelen Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 16 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM Overzicht Interieur (auto's met rechtse besturing) A Interieurverlichting Blz. 260 Zonnekleppen* Blz. 266 Binnenspiegel met antiverblindingsstand Blz. 80 Make-upspiegels ∗ Blz. 267 *: 16 FT86_EE Gebruik NOOIT een tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje op een stoel met een INGESCHAKELDE AIRBAG, omdat het KIND anders ERNSTIG LETSEL kan oplopen als de airbag wordt geactiveerd. (→Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 17 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM B Vergrendelknoppen portier Blz. 57 Schakelaars buitenspiegels Blz. 81 Blokkeerschakelaar ruitbediening Blz. 84 Schakelaars ruitbediening Blz. 84 Schakelaar centrale vergrendeling Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 18 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM Overzicht Interieur (auto's met rechtse besturing) C Selectiehendel Blz. 181, 188 Deblokkeerschakelaar ∗ Blz. 414 Parkeerremhendel Blz. 192 Stoelverwarmingsschakelaar ∗ Blz. 273 Accessoireaansluiting Blz. 271 Toets VSC/TRC OFF Blz. 226 Schakelpatroonschakelaar ∗ Blz. 183 Toets VSC SPORT Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 19 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM Dashboard (auto's met rechtse besturing) Overzicht Meters en tellers Blz. 194 Multi-informatiedisplay Blz. 203 Lichtschakelaar Blz. 208 Richtingaanwijzerschakelaar Blz. 191 Schakelaar mistlampen Blz. 215 Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers Blz. 217 Alarmknipperlicht, schakelaar Blz. 364 Klok Blz. 268 Ontgrendelingshendel stuurverstelling Blz. 79 AUX-/USB-aansluiting ∗ Blz. 258 Vloermat Blz. 275 Ontgrendelingshendel motorkap Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 20 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM Overzicht Dashboard (auto's met rechtse besturing) A Auto's met handmatig bediende airconditioning Airconditioning Blz. 240 Schakelaar achterruit- en buitenspiegelverwarming ∗/ schakelaar achterruitverwarming ∗ Blz. 256 Auto's met automatische airconditioning Schakelaar achterruit- en buitenspiegelverwarming Blz. 256 20 FT86_EE Airconditioning Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 21 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM B Paddle shift-schakelaars ∗ Blz. 184, 186 Contactslot (auto's zonder Smart entry-systeem en startknop) Blz. 178 Claxon Blz. 193 Bestuurdersairbag Blz. 105 C Cruise control-schakelaar ∗ Blz. 220 Resetknop waarschuwingssysteem bandenspanning Blz. 317 Openingssysteem achterklep Blz. 59 Knop dimmer dashboardverlichting Blz. 196 Knop koplampverstelling ∗ Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 22 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM Ter informatie Handleiding Deze handleiding is bestemd voor alle uitvoeringen van dit type auto; alle mogelijke opties zijn in deze handleiding opgenomen. Er zullen dan ook ongetwijfeld onderwerpen worden beschreven die niet op uw auto van toepassing zijn. Alle specificaties in dit boekje waren actueel ten tijde van de druk.
86_OM_EE_OM18058E.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 24 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM Black box Deze auto is uitgerust met een black box. De belangrijkste taak van de black box is om bij bepaalde aanrijdingen of bijna-aanrijdingen, bijvoorbeeld wanneer de airbag wordt geactiveerd of er tegen een obstakel wordt gereden, gegevens op te slaan waarmee kan worden achterhaald hoe de systemen van de auto hebben gefunctioneerd.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 25 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM Vernietigen van uw Toyota De airbags en de gordelspanners in uw Toyota bevatten explosieve chemicaliën. Wanneer uw auto, om welke reden dan ook, wordt vernietigd, terwijl het airbagsysteem en/of de gordelspanners nog intact zijn, kan tijdens de vernietiging een ontploffing plaatsvinden en brand ontstaan.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 26 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM Uw auto is uitgerust met batterijen en/of accu's. Zorg ervoor dat deze gescheiden worden ingezameld en op een milieuvriendelijke manier worden afgevoerd (richtlijn 2006/66/EG).
86_OM_EE_OM18058E.book Page 27 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM Symbolen die in dit handboek gebruikt worden Waarschuwingen en opmerkingen WAARSCHUWING Dit is een waarschuwing tegen iets wat mensen letsel kan toebrengen. U wordt geïnformeerd over wat u moet doen of niet moet doen om het risico op letsel bij u en bij anderen te verminderen. OPMERKING Dit is een waarschuwing tegen iets wat schade aan de auto of uitrusting ervan kan veroorzaken.
86_OM_EE_OM18058E.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 29 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM Voordat u gaat rijden 1-1. Informatie over sleutels Sleutels ............................... 30 1-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep Smart entry-systeem met startknop........................... Afstandsbediening .............. Portieren ............................. Achterklep........................... 1-4. Openen en sluiten van de ruiten Elektrisch bedienbare ruiten................................. 84 1-5.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 30 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-1. Informatie over sleutels Sleutels Bij de auto worden de volgende sleutels geleverd. Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop Sleutels (met afstandsbediening) Gebruik van de afstandsbediening (→Blz. 51) Sleutel (zonder afstandsbediening) Plaatje met sleutelnummer Auto's met Smart entry-systeem en startknop Elektronische sleutels • Bedienen van het Smart entry-systeem met startknop (→Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 31 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-1. Informatie over sleutels Gebruik van de mechanische sleutel (auto's met Smart entry-systeem en startknop) Schuif het ontgrendelknopje opzij om de mechanische sleutel uit de elektronische sleutel te verwijderen. 1 Voordat u gaat rijden Bewaar de mechanische sleutel na gebruik in de elektronische sleutel. Zorg dat u de mechanische sleutel en de elektronische sleutel bij u hebt.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 32 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-1. Informatie over sleutels OPMERKING ■ Voorkomen van beschadiging van de sleutel Houd u aan de volgende voorzorgsmaatregelen: ● Laat de sleutels niet vallen, stel ze niet bloot aan sterke schokken en buig ze niet. ● Stel de sleutels niet langdurig bloot aan hoge temperaturen. ● Voorkom dat de sleutels nat worden en reinig ze niet in een ultrasoon reinigingsbad of iets dergelijks.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 33 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep Smart entry-systeem met startknop∗ De volgende handelingen kunnen worden uitgevoerd als u de elektronische sleutel bij u hebt, bijvoorbeeld in uw zak. (De bestuurder moet de elektronische sleutel altijd bij zich hebben.) 1 Voordat u gaat rijden Elektronische sleutel Elektronische sleutel Elektronische sleutel Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren (→Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 34 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren Auto's zonder supervergrendeling Pak de portiergreep vast om de portieren te ontgrendelen. Auto's met supervergrendeling Pak de portiergreep van het bestuurdersportier vast om het portier te ontgrendelen. Pak de portiergreep van het passagiersportier vast om alle portieren te ontgrendelen.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 35 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep Ontgrendelen van de achterklep Druk op de toets om de achterklep te ontgrendelen.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 36 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep ■ Bereik (gebieden waarin de elektronische sleutel wordt gesignaleerd) Bij het vergrendelen of ontgrendelen van de portieren Het systeem kan worden bediend als de elektronische sleutel zich binnen ongeveer 0,4 - 0,8 m van een van de buitenportiergrepen bevindt. (Alleen de portieren die de sleutel signaleren, kunnen worden geopend of gesloten.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 37 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep ■ Feedbacksignalen De alarmknipperlichten knipperen om aan te geven dat de portieren zijn vergrendeld/ontgrendeld. (Vergrendeld: eenmaal; ontgrendeld: tweemaal) ■ Als het portier niet kan worden vergrendeld via de vergrendelsensor 1 Voordat u gaat rijden Raak de vergrendelsensor aan met uw handpalm.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 38 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep Alarm Situatie Correctieprocedure Er is geprobeerd de portieren te vergrendelen met het Smart entry-systeem met startknop terwijl de elektronische sleutel zich nog in de auto bevond. Neem de elektronische sleutel uit de auto en vergrendel de portieren opnieuw. Er is geprobeerd de auto te vergrendelen terwijl er nog een portier geopend was.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 39 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep ■ Energiebesparende functie De energiebesparende functie wordt geactiveerd om te voorkomen dat de batterij van de elektronische sleutel en de accu leeg raken wanneer de auto gedurende langere tijd niet wordt gebruikt. ● In de volgende situaties kan het enige tijd duren voordat de portieren met het Smart entry-systeem met startknop ontgrendeld kunnen worden.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 40 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep ■ Omstandigheden die de werking van het systeem kunnen beïnvloeden Het Smart entry-systeem met startknop maakt gebruik van zwakke radiogolven. In de volgende situaties wordt de communicatie tussen de elektronische sleutel en de auto mogelijk beïnvloed, waardoor het Smart entrysysteem met startknop, de afstandsbediening en de startblokkering niet goed werken.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 41 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep ■ Aanwijzingen voor de instapfunctie ● Zelfs als de elektronische sleutel zich binnen het detectiegebied bevindt, werkt het systeem in de volgende gevallen mogelijk niet juist: • De elektronische sleutel bevindt zich te dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te dicht bij de grond of te hoog als de portieren worden vergrendeld of ontgrendeld.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 42 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep ■ Aanwijzingen voor het vergrendelen van de portieren ● Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt terwijl u handschoenen draagt, kan de reactie van het systeem trager zijn of worden de portieren mogelijk niet ontgrendeld. Trek de handschoenen uit en raak de vergrendelsensor opnieuw aan.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 43 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep ■ Als er gedurende langere tijd niet met de auto wordt gereden ● Bewaar, om diefstal van de auto te voorkomen, de elektronische sleutel niet binnen een afstand van 2 m van de auto. ● Het Smart entry-systeem met startknop kan vooraf worden uitgeschakeld. (→Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 44 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep ■ Leegraken batterij elektronische sleutel ● De standaard levensduur van de batterij is 1 - 2 jaar. ● Als de batterij bijna leeg is, klinkt een waarschuwingssignaal in de auto als de motor wordt uitgezet. (→Blz. 382) ● Omdat de elektronische sleutel altijd radiogolven ontvangt, raakt de batterij ook ontladen wanneer de elektronische sleutel niet wordt gebruikt.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 45 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-2.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 46 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-2.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 47 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-2.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 48 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep - Vervang de batterij alleen door het door de fabrikant aanbevolen type. - Gooi batterijen niet weg, maar lever ze in als KCA.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 49 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-2.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 50 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep WAARSCHUWING ■ Waarschuwing met betrekking tot beïnvloeding van elektronische apparatuur ● Mensen met geïmplanteerde pacemakers, CRT-pacemakers of geïmplanteerde hartdefibrillatoren moeten voldoende afstand bewaren tot de antennes van het Smart entry-systeem met startknop. (→Blz. 35) De radiogolven kunnen de werking van dergelijke apparatuur beïnvloeden.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 51 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de Afstandsbediening Met de afstandsbediening kan de auto worden vergrendeld en ontgrendeld. Auto's zonder Smart Entry-systeem en startknop Vergrendelen portieren*1 van beide 1 Vergrendelen van bestuurdersportier*2 Voordat u gaat rijden Controleer of het portier goed vergrendeld is. het Controleer of het portier goed vergrendeld is.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 52 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep Auto's met Smart entry-systeem en startknop Vergrendelen portieren*1 van beide Controleer of het portier goed vergrendeld is. Vergrendelen van bestuurdersportier*2 het Controleer of het portier goed vergrendeld is. Ontgrendelen portieren*1 van beide Druk de toets in om het bestuurdersportier te ontgrendelen.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 53 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep ■ Feedbacksignalen De alarmknipperlichten knipperen om aan te geven dat de portieren zijn vergrendeld/ontgrendeld.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 54 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep ■ Als de afstandsbediening niet goed werkt (auto's met Smart entry-systeem en startknop) Vergrendelen en ontgrendelen van de portieren, ontgrendelen van de achterklep: Gebruik de mechanische sleutel. (→Blz. 416) ■ Levensduur sleutelbatterij Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop Als de afstandsbediening niet werkt, is de batterij mogelijk leeg.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 55 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep ■ Verklaring voor de afstandsbediening - Vervang de batterij alleen door het door de fabrikant aanbevolen type. - Gooi batterijen niet weg, maar lever ze in als KCA.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 56 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep Portieren De auto kan worden vergrendeld en ontgrendeld met behulp van de instapfunctie, afstandsbediening, sleutel of schakelaar voor de centrale vergrendeling. ■ Instapfunctie (auto's met Smart entry-systeem en startknop) →Blz. 34 ■ Afstandsbediening →Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 57 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-2.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 58 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep ■ Functie openen/sluiten van ruiten gekoppeld aan portieren Om het openen en sluiten van de portieren te vergemakkelijken is het volledig sluiten van de ruiten gekoppeld aan de portieren. Daarom wordt, als een portier wordt geopend, ook de ruit van het portier iets geopend. Als een portier gesloten is, wordt de ruit van het portier volledig gesloten.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 59 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de Achterklep De achterklep kan met de sleutel, het openingssysteem van de achterklep, de instapfunctie of de afstandsbediening worden geopend.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 60 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep ■ Bagageruimteverlichting De bagageruimteverlichting gaat branden als de achterklep wordt geopend.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 61 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep WAARSCHUWING ■ Wees voorzichtig tijdens het rijden ● Zorg ervoor dat de achterklep gesloten is tijdens het rijden. Als de achterklep geopend blijft, komt hij tijdens het rijden mogelijk in aanraking met objecten of kan bagage uit de auto vallen, waardoor een ongeval kan ontstaan.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 62 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep WAARSCHUWING ■ Gebruik van de bagageruimte Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ertoe leiden dat lichaamsdelen bekneld raken, met ernstig letsel tot gevolg. ● Verwijder eventuele zware lasten, zoals sneeuw en ijs, van de achterklep voordat u deze opent.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 63 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren en de achterklep OPMERKING ■ Gasdempers achterklep De achterklep is voorzien van gasdempers die de achterklep op zijn plaats houden. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Anders kunnen de gasdempers van de achterklep beschadigd raken, waardoor deze niet meer werken. 1 Voordat u gaat rijden ● Bevestig nooit stickers, kunststoffolie, zelfklevende voorwerpen, enz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 64 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-3.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 65 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-3. Verstelbare onderdelen (stoelen, spiegels, stuurwiel) Instappen naar de achterstoelen en uitstappen vanuit de achterstoelen Gebruik om in te stappen naar de achterstoelen en uit te stappen vanuit de achterstoelen de hendel voor de rugleuningverstelling of de lus voor het neerklappen van de rugleuning.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 66 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-3. Verstelbare onderdelen (stoelen, spiegels, stuurwiel) ■ Uitstappen vanuit de achterstoelen Bestuurderszijde (indien van toepassing) Trek aan de lus voor het neerklappen van de rugleuning. De rugleuning klapt naar voren. Passagierszijde Trek aan de lus voor het neerklappen van de rugleuning. De rugleuning klapt naar voren. De stoel kan naar voren en naar achteren worden geschoven.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 67 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-3. Verstelbare onderdelen (stoelen, spiegels, stuurwiel) WAARSCHUWING ■ Stoel afstellen ● Om te voorkomen dat u bij een aanrijding onder de veiligheidsgordel doorschuift, is het raadzaam de leuning niet verder achterover te zetten dan strikt noodzakelijk is.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 68 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-3. Verstelbare onderdelen (stoelen, spiegels, stuurwiel) Achterstoelen De rugleuningen van de achterstoelen kunnen worden neergeklapt. Druk de ontgrendelknoppen van de rugleuning in en klap de rugleuning neer. Druk de knop in totdat de rugleuning is ontgrendeld. Om de rugleuningen terug te zetten in de oorspronkelijke positie tilt u de rugleuning op tot deze vastklikt.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 69 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-3. Verstelbare onderdelen (stoelen, spiegels, stuurwiel) WAARSCHUWING ■ Nadat de rugleuning van de achterstoel rechtop is gezet Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot gevolg hebben. 1 Voordat u gaat rijden ● Controleer of de rugleuning goed vergrendeld is door de rugleuning voorzichtig naar voren en naar achteren te drukken.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 70 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-3. Verstelbare onderdelen (stoelen, spiegels, stuurwiel) Hoofdsteunen Omhoog Trek de hoofdsteun omhoog. Omlaag Duw de hoofdsteun omlaag en houd daarbij de ontgrendelknop ingedrukt. Ontgrendelknop ■ Verwijderen van de hoofdsteunen Trek de hoofdsteun omhoog en houd daarbij de ontgrendelknop ingedrukt. ■ Plaatsen van de hoofdsteunen Breng de hoofdsteun in lijn met de bevestigingsgaten en schuif hem omlaag tot hij in de vergrendeling klikt.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 71 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-3. Verstelbare onderdelen (stoelen, spiegels, stuurwiel) ■ Afstellen van de hoogte van de hoofdsteunen Stel de hoofdsteunen zo in dat het midden van de hoofdsteun zich zo dicht mogelijk bij de bovenzijde van uw oren bevindt. 1 Voordat u gaat rijden WAARSCHUWING ■ Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de hoofdsteunen Neem met betrekking tot de hoofdsteunen de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 72 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-3. Verstelbare onderdelen (stoelen, spiegels, stuurwiel) Veiligheidsgordels Controleer voordat u wegrijdt eerst of alle inzittenden de veiligheidsgordel dragen. ■ Juist gebruik van de veiligheidsgordels ● Trek het schoudergedeelte zo ver naar buiten dat de gordel goed tegen de schouder aan ligt en niet van de schouder af glijdt of tegen de nek aan ligt. ● Plaats het heupgedeelte van de gordel zo laag mogelijk over de heupen.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 73 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-3. Verstelbare onderdelen (stoelen, spiegels, stuurwiel) Gordelgeleider voor Leid de veiligheidsgordel door de geleider zodat hij gemakkelijk kan worden uitgetrokken. 1 Voordat u gaat rijden Verwijder de gordel uit de geleider als u achterpassagiers in of uit laat stappen.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 74 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-3. Verstelbare onderdelen (stoelen, spiegels, stuurwiel) ■ Blokkeerautomaat (ELR) De blokkeerautomaat blokkeert de gordel als u zeer krachtig remt of betrokken raakt bij een aanrijding. De blokkeerautomaat kan ook in werking treden als u te snel vooroverbuigt. Door rustig te bewegen kan de veiligheidsgordel afrollen, zodat u vrij kunt bewegen.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 75 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-3. Verstelbare onderdelen (stoelen, spiegels, stuurwiel) ● Als u de auto verkoopt, leg de koper dan uit dat de auto is voorzien van gordelspanners en wijs hem op de inhoud van dit hoofdstuk. ■ Vervangen van de veiligheidsgordel als de gordelspanner geactiveerd is geweest Als de auto betrokken is bij meerdere aanrijdingen, wordt de gordelspanner geactiveerd voor de eerste aanrijding, maar niet voor de tweede of voor volgende aanrijdingen.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 76 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-3. Verstelbare onderdelen (stoelen, spiegels, stuurwiel) WAARSCHUWING ■ Zwangere vrouwen Win medisch advies in en draag de veiligheidsgordel op de juiste manier. (→Blz. 72) Zwangere vrouwen moeten het heupgedeelte van de veiligheidsgordel zo laag mogelijk over de heupen dragen, net als de andere inzittenden. Trek het schoudergedeelte over de schouder en draag de gordel over de borst. Vermijd dat de gordel over de buik loopt.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 77 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-3. Verstelbare onderdelen (stoelen, spiegels, stuurwiel) WAARSCHUWING ■ Gordelspanners ● Het waarschuwingslampje SRS gaat branden als een gordelspanner is geactiveerd. De veiligheidsgordel kan in dit geval niet meer worden gebruikt en moet worden vervangen door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 78 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-3. Verstelbare onderdelen (stoelen, spiegels, stuurwiel) WAARSCHUWING ● Probeer de veiligheidsgordels niet zelf te plaatsen, verwijderen, wijzigen of demonteren of af te voeren. Laat reparaties altijd uitvoeren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 79 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-3. Verstelbare onderdelen (stoelen, spiegels, stuurwiel) Stuurwiel Het stuurwiel kan in een comfortabele positie worden ingesteld. STAP 1 Houd het stuurwiel vast en druk de hendel omlaag. 1 Voordat u gaat rijden STAP 2 Zet het stuurwiel in de ideale positie door het in horizontale en verticale richting te bewegen. Trek na de verstelling de hendel omhoog om het stuurwiel te borgen.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 80 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-3. Verstelbare onderdelen (stoelen, spiegels, stuurwiel) Binnenspiegel met antiverblindingsstand De positie van de binnenspiegel kan worden afgesteld zodat de bestuurder vanuit zijn zitpositie voldoende zicht naar achteren heeft. Afstellen van de hoogte van de binnenspiegel Stel de hoogte van de binnenspiegel af door de spiegel omhoog of omlaag te bewegen.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 81 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-3. Verstelbare onderdelen (stoelen, spiegels, stuurwiel) Buitenspiegels De spiegelhoek kan met behulp van de schakelaar worden afgesteld. STAP 1 Selecteer een spiegel die u wilt afstellen. 1 Links Rechts Voordat u gaat rijden STAP 2 Stel de spiegel af.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 82 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-3. Verstelbare onderdelen (stoelen, spiegels, stuurwiel) Inklappen van de spiegels Handmatige bediening Klap de buitenspiegel naar de achterzijde van de auto in. Elektrische bediening (indien aanwezig) Druk op de schakelaar om de buitenspiegels in te klappen. Druk nogmaals op de schakelaar om de buitenspiegels weer uit te klappen.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 83 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-3. Verstelbare onderdelen (stoelen, spiegels, stuurwiel) WAARSCHUWING ■ Tijdens het rijden Neem tijdens het rijden de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Als u dat niet doet, kunt u de macht over het stuur verliezen en een ongeval veroorzaken, waardoor ernstig letsel kan ontstaan. 1 ● Verstel de spiegels niet tijdens het rijden. Voordat u gaat rijden ● Rijd niet met de auto als de spiegels zijn ingeklapt.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 84 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-4. Openen en sluiten van de ruiten Elektrisch bedienbare ruiten De elektrisch bedienbare ruiten kunnen worden geopend en gesloten met behulp van de schakelaars. Door de schakelaar te bedienen bewegen de ruiten als volgt: Sluiten One-touch sluiten* Openen One-touch openen* *: Door de andere kant van de schakelaar licht in te drukken, blijft de ruit in gedeeltelijk geopende stand staan.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 85 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-4. Openen en sluiten van de ruiten ■ De elektrisch bedienbare ruiten kunnen bediend worden als Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop Het contact AAN staat. Auto's met Smart entry-systeem en startknop Het contact AAN staat.
_OM_EE_OM18058E.book Page 86 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-4. Openen en sluiten van de ruiten ■ Als de elektrisch bedienbare ruit niet normaal sluit Als de klembeveiliging niet goed werkt en een ruit niet kan worden gesloten, sluit dan alle portieren en voer de volgende handelingen uit met de schakelaar ruitbediening van het desbetreffende portier. STAP 1 Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Nadat de auto tot stilstand is gebracht, wordt het contact AAN gezet.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 87 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-4. Openen en sluiten van de ruiten WAARSCHUWING ■ Sluiten van de ruiten Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot gevolg hebben. 1 Voordat u gaat rijden ● De bestuurder is verantwoordelijk voor de bediening van de elektrisch bedienbare ruiten, ook voor die van de passagiers.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 88 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-5. Tanken Openen van de tankdop Voer de volgende stappen uit om de tankdop te openen: ■ Voor het tanken ● Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Zet het contact UIT en controleer of alle portieren en ruiten gesloten zijn. ● Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Zet het contact UIT en controleer of alle portieren en ruiten gesloten zijn. ● Controleer de brandstofsoort. (→Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 89 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-5. Tanken STAP 3 Plaats de tankdop in de houder op de tankdopklep. 1 Voordat u gaat rijden Sluiten van de tankdop Draai na het tanken van brandstof de tankdop tot u een klik hoort. Als u de dop loslaat, zal hij iets in de andere richting draaien.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 90 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-5. Tanken WAARSCHUWING ■ Tanken Neem bij het tanken de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot gevolg hebben. ● Werk binnen nooit met brandstof. ● Raak na het verlaten van de auto en voor het openen van de tankdopklep een ongeverfd metalen oppervlak aan om eventuele statische elektriciteit af te voeren.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 91 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-5. Tanken WAARSCHUWING ■ Bij het tanken Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om te voorkomen dat de brandstoftank overstroomt: 1 ● Plaats het vulpistool nauwkeurig in de vulpijp. Voordat u gaat rijden ● Stop met het vullen van de tank wanneer het vulpistool automatisch uit klikt. ● Vul de brandstoftank niet tot de rand. ● Neem andere voorzorgsmaatregelen in acht die bij het tankstation staan aangegeven.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 92 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-6. Antidiefstalsysteem Startblokkering De sleutels van de auto zijn uitgerust met ingebouwde transponderchips die voorkomen dat de motor gestart kan worden met een sleutel die niet in een eerder stadium geregistreerd is in de boordcomputer van de auto. Laat de sleutels nooit in de auto achter als u de auto verlaat.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 93 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-6. Antidiefstalsysteem Auto's met Smart entrysysteem en startknop Het controlelampje knippert nadat het contact UIT is gezet om aan te geven dat het systeem is ingeschakeld. 1 Voordat u gaat rijden Het controlelampje houdt op met knipperen als het contact in stand ACC of AAN is gezet om aan te geven dat het systeem is uitgeschakeld.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 94 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-6.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 95 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-6.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 96 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-6.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 97 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-6.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 98 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-6.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 99 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-6.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 100 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-6. Antidiefstalsysteem OPMERKING ■ Ervoor zorgen dat het systeem goed werkt Verander of verwijder het systeem niet. Na veranderen of verwijderen kan de juiste werking van het systeem niet worden gegarandeerd.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 101 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-6. Antidiefstalsysteem Supervergrendeling∗ Toegang door onbevoegden wordt voorkomen door het ontgrendelen van de portieren zowel van buitenaf als van binnenuit onmogelijk te maken. Auto's die met dit systeem zijn uitgerust, zijn voorzien van labels op de ruiten van de beide voorportieren.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 102 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-6. Antidiefstalsysteem WAARSCHUWING ■ Voorzorgsmaatregelen voor de supervergrendeling Schakel de supervergrendeling nooit in als er zich nog personen in de auto bevinden, omdat de portieren dan niet van binnenuit kunnen worden geopend.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 103 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie De juiste houding achter het stuur Stel op onderstaande wijze de juiste zitpositie in: Ga zo rechtop mogelijk in de stoel zitten met uw rug stevig tegen de leuning. (→Blz. 64) 1 Voordat u gaat rijden Schuif de stoel zo ver naar voren of naar achteren dat u de pedalen goed kunt bereiken en gemakkelijk voldoende ver kunt intrappen. (→Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 104 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie WAARSCHUWING ■ Tijdens het rijden ● Verstel de bestuurdersstoel niet tijdens het rijden. Als u dat wel doet, kunt u de controle over de auto verliezen. ● Plaats geen kussen tussen de bestuurder of voorpassagier en de rugleuning.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 105 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie SRS-airbags De SRS-airbags worden geactiveerd als de auto betrokken raakt bij bepaalde soorten zware aanrijdingen, die zouden kunnen leiden tot ernstig letsel voor de inzittenden. Ze werken samen met de veiligheidsgordels om de kans op ernstig letsel te beperken. 1 Voordat u gaat rijden SRS staat voor Supplemental Restraint System (aanvullend veiligheidssysteem).
86_OM_EE_OM18058E.book Page 106 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie Airbags vóór voor de bestuurder en de voorpassagier Knie-airbag voor de bestuurder Side airbags voor de bestuurder en de voorpassagier Curtain airbags voor de bestuurder, de voorpassagier en de buitenste achterpassagiers Deze airbags zijn alleen ontworpen als aanvulling op de primaire beveiliging door de veiligheidsgordels. Het systeem regelt ook de gordelspanners van de voorstoelen.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 107 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie WAARSCHUWING ■ SRS-airbag ● Voor maximale bescherming bij een ongeval dienen de bestuurder en alle passagiers van de auto hun veiligheidsgordel te dragen als de auto rijdt. De SRS-airbags zijn alleen ontworpen als aanvulling op de primaire beveiliging door de veiligheidsgordels. Ze nemen de noodzaak van het dragen van de veiligheidsgordel niet weg.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 108 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie WAARSCHUWING ■ SRS-airbag ● Gebruik voor kinderen op de ACHTERSTOELEN altijd een geschikt baby- of kinderzitje of een veiligheidsgordel, afhankelijk van de leeftijd, de lengte en het gewicht van het kind. De airbags worden met aanzienlijke snelheid en kracht geactiveerd en kunnen kinderen ernstig verwonden, met name wanneer ze niet of niet op de juiste wijze vastzitten.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 109 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie OPMERKING ■ Als de airbags geactiveerd worden Als de airbags geactiveerd worden, komt er wat rook vrij. Deze rook kan leiden tot ademhalingsproblemen bij mensen met astma of andere ademhalingsproblemen. Als u of uw passagiers ademhalingsproblemen hebben nadat een airbag is geactiveerd, zorg dan direct voor frisse lucht.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 110 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 111 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie Botsingssensor portier (links) Subsensor voor (links) Knie-airbagmodule bestuurder Curtain airbagmodule (links) Airbagregelmodule (inclusief botsingssensoren) 1 Voordat u gaat rijden De belangrijkste onderdelen van het SRS-airbagsysteem zijn hierboven afgebeeld. Het SRS-airbagsysteem wordt aangestuurd door de airbagregelmodule. De airbagregelmodule bestaat uit een airbagsensor.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 112 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie SRS-airbag voor De bestuurdersairbag voor bevindt zich in het middelste deel van het stuurwiel. De knie-airbag voor de bestuurder bevindt zich onder de stuurkolom. De passagiersairbag voor bevindt zich bij de bovenzijde van het dashboard onder het merkteken SRS AIRBAG. Bij een matige tot ernstige frontale aanrijding worden de volgende componenten geactiveerd.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 113 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 114 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie ■ Werking Bestuurderszijde De airbags worden geactiveerd zodra er een aanrijding plaatsvindt. Na het activeren beginnen de airbags meteen weer leeg te lopen zodat het zicht van de bestuurder niet wordt belemmerd. *: Uitvoeringen met knie-airbag Passagierszijde De airbags worden geactiveerd zodra er een aanrijding plaatsvindt.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 115 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie De airbags werken alleen als het contact AAN staat. Als de subsensoren aan de rechter en linker voorzijde van de auto en de botsingssensoren in de airbagregelmodule tijdens een frontale aanrijding een vooraf bepaalde hoeveelheid kracht signaleren, stuurt de regelmodule signalen naar de airbagmodules voor om de airbags voor te activeren.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 116 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie De airbag voor (evenals de knie-airbag) is ontworpen om te worden geactiveerd bij een matige tot ernstige frontale aanrijding. Hij is niet ontworpen om te worden geactiveerd bij de meeste lichte frontale aanrijdingen, omdat de benodigde bescherming dan door de veiligheidsgordel alleen kan worden bereikt.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 117 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie ■ Wanneer wordt de airbag voor waarschijnlijk niet geactiveerd? De auto raakt een object zoals een telefoonpaal of een verkeerspaal. 1 Voordat u gaat rijden De auto komt onder een vrachtwagen terecht. De auto is betrokken bij een frontale aanrijding onder een schuine hoek. De auto is betrokken bij een frontale aanrijding naast het midden.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 118 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie De auto raakt iets dat kan bewegen of vervormen, zoals een geparkeerde auto. Er zijn veel soorten aanrijdingen waarbij de airbag voor mogelijk niet hoeft te worden geactiveerd. Bij ongevallen zoals hier aangegeven wordt de airbag voor mogelijk niet geactiveerd afhankelijk van de kracht van de aanrijding.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 119 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie Eerste schok Tweede schok Als tijdens een aanrijding de auto meer dan eenmaal wordt geraakt, wordt de airbag voor alleen geactiveerd bij de eerste schok. 1 Voordat u gaat rijden Voorbeeld: Als bij een dubbele aanrijding, eerst met een andere auto, direct daarna tegen een betonnen muur, de airbag voor bij de eerste schok wordt geactiveerd, zal hij niet worden geactiveerd bij de tweede.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 120 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie Side airbag en curtain airbag De side airbag bevindt zich aan de portierzijde van de rugleuning van beide voorstoelen, waarop SRS AIRBAG staat vermeld. Bij een matige tot ernstige aanrijding van opzij wordt de side airbag aan de zijde van de aanrijding geactiveerd tussen de inzittende en het portierpaneel en vormt hij een aanvulling op de veiligheidsgordel door de impact op de borst van de inzittende te beperken.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 121 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie De side airbag en curtain airbag aan bestuurders- en passagierszijde worden onafhankelijk van elkaar geactiveerd aangezien elk zijn eigen botsingssensor heeft. Daardoor worden ze bij hetzelfde ongeval mogelijk niet beide geactiveerd.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 122 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie Als de side airbag en curtain airbag geactiveerd worden, is er een luide knal hoorbaar en komt er wat rook vrij. Dit is normaal bij het activeren. Deze rook duidt niet op brand in de auto. De side airbag en curtain airbag zijn ontworpen om te worden geactiveerd bij een matige tot ernstige aanrijding van opzij. Ze zijn niet ontworpen om geactiveerd te worden bij de meeste lichte aanrijdingen van opzij.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 123 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie De auto is betrokken bij een aanrijding van opzij, niet in de buurt van het passagierscompartiment. 1 Voordat u gaat rijden De auto raakt een telefoonpaal of iets vergelijkbaars. De auto wordt van opzij aangereden door een motorfiets. De auto rolt op zijn zijkant of op het dak. Er zijn veel soorten aanrijdingen waarbij de side airbag en curtain airbag mogelijk niet hoeven te worden geactiveerd.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 124 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie ■ Wanneer worden de side airbag en curtain airbag niet geactiveerd? De auto heeft een frontale aanrijding met een andere auto (rijdend of stilstaand). De auto wordt van achteren aangereden. De side airbag en curtain airbag zullen meestal niet worden geactiveerd als de auto betrokken raakt bij een frontale aanrijding of van achteren wordt aangereden. Voorbeelden van dergelijke ongevallen worden getoond.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 125 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie ■ Wanneer moet u contact opnemen met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige? In de volgende gevallen kan controle en/of reparatie van de auto nodig zijn. Neem zo snel mogelijk contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 126 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie ● Bij krassen, scheuren of andere beschadigingen in het deel van de voor- en achterstijl en de daklijstbekleding met de curtain airbags. WAARSCHUWING ■ Als de airbags geactiveerd worden Raak de componenten van het side airbagsysteem rond de rugleuning van de voorstoel niet met blote handen aan direct nadat de airbag is geactiveerd.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 127 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie WAARSCHUWING ■ Voorzorgsmaatregelen voor airbags • Zet de rugleuning iets achterover. Hoewel auto's verschillen, verkrijgen veel bestuurders, zelfs met de bestuurdersstoel helemaal naar voren, de afstand van 250 mm door simpelweg de rugleuning iets achterover te zetten.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 128 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie WAARSCHUWING ■ Voorzorgsmaatregelen voor airbags ● Laat een kind niet op de voorpassagiersstoel staan of bij een voorpassagier op schoot zitten. ● Sta niet toe dat voorpassagiers voorwerpen op hun knieën vasthouden. ● Leun niet tegen het portier, de dakzijrail of de voor-, midden- of achterstijl. ● Laat niemand knielen op de passagiersstoel in de richting van het portier of hoofd en handen buiten de auto steken.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 129 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie WAARSCHUWING ■ Voorzorgsmaatregelen voor airbags ● Bevestig niets aan het portier, de voorruit, de portierruit, de achterzijruit, de voor- of achterstijl, de dakzrijrail en de handgreep. (Behalve het label voor de snelheidsbeperking →Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 130 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie WAARSCHUWING ■ Voorzorgsmaatregelen voor airbags ● Als de delen van de auto waarin airbags ondergebracht zijn, zoals het stuurwielkussen en de bekleding van de voor- en achterstijlen, beschadigd of gescheurd zijn, laat deze dan vervangen door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 131 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie Controle SRS-airbagsysteem ■ Waarschuwingslampje SRS Een diagnosesysteem controleert continu of het SRS-airbagsysteem (inclusief de gordelspanners voor) operationeel is terwijl de auto rijdt. Het waarschuwingslampje van het SRS toont een normale werking van het systeem door ongeveer 6 seconden te branden als het contact AAN wordt gezet.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 132 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 133 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie WAARSCHUWING ■ Waarschuwingslampje SRS Als het waarschuwingslampje een van de volgende condities vertoont, zit er mogelijk een storing in de gordelspanners en/of het SRS-airbagsysteem. Wij raden u aan het systeem direct te laten nakijken door de dichtstbijzijnde erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 134 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie Baby- en kinderzitjes Toyota raadt sterk aan gebruik te maken van baby- of kinderzitjes. Punten om rekening mee te houden Studies hebben uitgewezen dat het plaatsen van een baby- of kinderzitje op de achterstoel veiliger is dan op de voorpassagiersstoel. ● Kies een baby- of kinderzitje dat past bij de leeftijd en de lengte van het kind.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 135 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 136 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie Geschiktheid baby- en kinderzitjes voor diverse zitposities In deze tabel wordt aangegeven in hoeverre de baby- en kinderzitjes in verschillende zitposities kunnen worden geplaatst.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 137 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie Opmerking Wanneer u een baby- of kinderzitje op de voorpassagiersstoel hebt geplaatst, moet de aan/uit-schakelaar van de airbag OFF worden gezet. Verklaring van lettercodes in de tabel: U: Geschikt voor een “universeel” baby- of kinderzitje dat is goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsgroep. L1: Geschikt voor een TOYOTA DUO+-zitje (9 - 18 kg) dat is goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsgroep.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 138 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie Geschiktheid baby- en kinderzitjes voor diverse zitposities (met ISOfix-bevestigingssysteem) In deze tabel wordt aangegeven in hoeverre de baby- en kinderzitjes in verschillende zitposities kunnen worden geplaatst.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 139 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie (1) Voor zitjes zonder ISO/XX grootteklasse-indeling (A - G) voor de gewichtsgroep moet de fabrikant van de auto de voertuigspecifieke ISOfix-baby- of kinderzitje(s) voor elke positie aangeven. Verklaring van lettercodes in de tabel: IUF: Geschikt voor een universeel ISOfix-kinderzitje waarin het kind met het gezicht in de rijrichting zit en dat is goedgekeurd voor gebruik in deze gewichtsgroep.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 140 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 141 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie WAARSCHUWING ■ Voorzorgsmaatregelen bij baby- en kinderzitjes ● Gebruik nooit een tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje op de voorpassagiersstoel als de aan/uit-schakelaar voor de airbag in stand ON staat. (→Blz. 152) Bij een ongeval kan het kind ernstig letsel oplopen door de kracht waarmee de voorpassagiersairbag wordt geactiveerd.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 142 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie Plaatsen van baby- en kinderzitjes Volg de aanwijzingen van de fabrikant van het baby- of kinderzitje. Zet het zitje stevig vast op de achterstoelen met de veiligheidsgordel of de ISOfix-bevestigingen. Zet het baby- of kinderzitje met de bovenste gordel vast. Plaatsen met veiligheidsgordel (→Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 143 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie Plaatsen van een baby- of kinderzitje met behulp van een veiligheidsgordel ■ Tegen de rijrichting in geplaatst babyzitje/kinderzitje Plaats het zitje zodanig op de achterstoel dat het kind naar achteren kijkt. STAP 2 Voer de veiligheidsgordel door het zitje en steek de gesp in de gordelsluiting. Controleer of de gordel niet gedraaid is.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 144 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie ■ In de rijrichting geplaatst kinderzitje STAP 1 Plaats het baby- of kinderzitje zodanig op de stoel dat het kind in de rijrichting kijkt. STAP 2 Voer de veiligheidsgordel door het zitje en steek de gesp in de gordelsluiting. Controleer of de gordel niet gedraaid is. Volg de aanwijzingen in de montagehandleiding van het baby- of kinderzitje en zet het zitje goed vast.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 145 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie ■ Zitkussen STAP 1 Plaats het baby- of kinderzitje zodanig op de stoel dat het kind in de rijrichting kijkt. 1 Voordat u gaat rijden STAP 2 Plaats het kind in het kinderzitje. Zet het kinderzitje vast met de veiligheidsgordel en steek de gesp in de gordelsluiting. Controleer of de gordel niet gedraaid is.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 146 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie Verwijderen van een baby- of kinderzitje dat is vastgezet met een veiligheidsgordel Druk de ontgrendelknop op de gordelsluiting in en laat de gordel helemaal oprollen. Plaatsen met ISOfix-bevestiging (ISOfix-baby- of kinderzitje) Bevestig de gespen aan de speciale bevestigingsstangen. Als het kinderzitje een bovenste gordel heeft, moet deze worden vastgezet aan de bevestigingssteun.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 147 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie Baby- en kinderzitjes met een bovenste gordel STAP 1 Zet het baby- of kinderzitje stevig vast met een veiligheidsgordel of ISOfix-bevestigingssysteem. STAP 2 Verwijder het afdekkapje van de bevestigingssteun. 1 STAP 3 Voordat u gaat rijden Berg het kapje veilig weg. Maak de haak vast aan de bevestigingssteun en maak de bovenste gordel vast. Controleer of de bovenste gordel goed vastzit.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 148 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie ■ Plaatsen van een baby- of kinderzitje (zonder blokkering) met een veiligheidsgordel Voor het plaatsen van een baby- of kinderzitje met een veiligheidsgordel is een speciale blokkeerclip nodig. Volg de aanwijzingen van de fabrikant van het baby- of kinderzitje.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 149 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie WAARSCHUWING ■ Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst Volg de aanwijzingen in de montagehandleiding van het baby- of kinderzitje en zet het zitje goed vast. Als het baby- of kinderzitje niet goed wordt vastgezet, kan het kind of een andere passagier bij plotseling remmen, een uitwijkmanoeuvre of een ongeval ernstig letsel oplopen.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 150 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie WAARSCHUWING ■ Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst ● Gebruik nooit een tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje op de voorpassagiersstoel als de aan/uitschakelaar voor de airbag in stand ON staat. (→Blz. 152) Bij een ongeval kan het kind ernstig letsel oplopen door de kracht waarmee de voorpassagiersairbag wordt geactiveerd.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 151 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie WAARSCHUWING ■ Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst ● Als er in het land waarin u woont regels zijn voor baby- en kinderzitjes, neem dan contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor het plaatsen van het baby- of kinderzitje.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 152 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie Aan/uit-schakelaar airbag Met dit systeem kan de voorpassagiersairbag worden uitgeschakeld. Schakel deze airbags alleen uit als er een baby- of kinderzitje op de voorpassagiersstoel gebruikt wordt. Controlelampje schakelaar airbag aan/uit- Auto's zonder Smart entrysysteem en startknop Het controlelampje gaat branden als het airbagsysteem is ingeschakeld (alleen als het contact AAN staat).
86_OM_EE_OM18058E.book Page 153 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie Voorpassagiersairbag uitschakelen Auto's zonder Smart entrysysteem en startknop 1 Voordat u gaat rijden Steek de sleutel in de slotcilinder en zet de slotcilinder in stand OFF. Het controlelampje OFF gaat branden (alleen als het contact AAN staat). Auto's met Smart entry-systeem en startknop Steek de mechanische sleutel in de slotcilinder en draai deze in de stand OFF.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 154 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 1-7. Veiligheidsinformatie ■ Informatie controlelampje aan/uit-schakelaar airbag ● De controlelampjes voorpassagiersairbag ON of OFF geven de status van de voorpassagiersairbag aan. Als het contact AAN wordt gezet, gaan de controlelampjes ON en OFF branden terwijl het systeem wordt gecontroleerd, waarna beide controlelampjes uitgaan.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 155 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM Tijdens het rijden 2-2. Instrumentenpaneel 2-1. Rijprocedures Rijden met de auto ........... Startknop (auto's met Smart entry-systeem en startknop) ....................... Contactslot (auto's zonder Smart entry-systeem en startknop) ....................... Automatische transmissie ..................... Handgeschakelde transmissie ..................... Richtingaanwijzerschakelaar ...................... Parkeerrem .......................
86_OM_EE_OM18058E.book Page 156 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-1. Rijprocedures Rijden met de auto Volg om veilig te kunnen rijden de onderstaande procedures: ■ Starten van de motor →Blz. 169, 178 ■ Rijden Auto's met automatische transmissie STAP 1 Zet met ingetrapt rempedaal de selectiehendel in stand D. (→Blz. 181) STAP 2 Deactiveer de parkeerrem. (→Blz. 192) STAP 3 Laat het rempedaal geleidelijk opkomen en trap langzaam het gaspedaal in om de auto in beweging te brengen.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 157 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-1. Rijprocedures ■ Parkeren van de auto Auto's met automatische transmissie STAP 1 Trap, terwijl de selectiehendel in stand D staat, het rempedaal in. STAP 2 Zet de selectiehendel in stand P. (→Blz. 181) STAP 3 Activeer de parkeerrem. (→Blz. 192) STAP 4 Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Zet het contact UIT om de motor uit te zetten.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 158 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-1. Rijprocedures Wegrijden op een helling Auto's met automatische transmissie STAP 1 Activeer de parkeerrem en zet de selectiehendel in stand D. STAP 2 Trap het gaspedaal geleidelijk in. STAP 3 Deactiveer de parkeerrem. Auto's met handgeschakelde transmissie STAP 1 Houd de parkeerrem geactiveerd, trap het koppelingspedaal volledig in en zet de selectiehendel in de 1e versnelling.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 159 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-1. Rijprocedures ■ Inrijperiode nieuwe auto (de eerste 1.600 km) De prestaties en levensduur van uw auto zijn afhankelijk van hoe u met uw auto omgaat en ervoor zorgt wanneer deze nieuw is. Volg deze instructies op gedurende de eerste 1.600 km: ● Laat het motortoerental niet oplopen tot meer dan 4.000 omw/min, behalve in een noodgeval.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 160 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-1. Rijprocedures ■ Toerentalindicator (indien aanwezig) Als het ingestelde motortoerental wordt bereikt, gaat de toerentalindicator branden en klinkt een zoemer om de bestuurder te informeren. (→Blz. 205) (Als het motortoerental in het rode gebied komt, gaat de toerentalindicator knipperen, ongeacht de instelling.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 161 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-1. Rijprocedures WAARSCHUWING ● Laat bij auto's met automatische transmissie de auto niet achteruit rollen als de vooruitversnelling is ingeschakeld of vooruit rollen terwijl de selectiehendel in stand R staat. Als dat wel gebeurt, kan de motor afslaan of kan de auto niet op de juiste manier op rem- en stuurcommando's reageren, waardoor een ongeval of schade aan de auto kan ontstaan.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 162 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-1. Rijprocedures WAARSCHUWING ● Rem bij het afdalen van een steile helling af op de motor (terugschakelen) om een veilige snelheid aan te kunnen houden. Het continu gebruiken van de remmen kan leiden tot oververhitting en een verminderde remwerking. (→Blz. 182, 188) ● Verstel het stuurwiel, de stoel en de binnen- of buitenspiegel niet tijdens het rijden.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 163 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-1. Rijprocedures WAARSCHUWING ■ Als u een piepend of krassend geluid hoort (remblokslijtage-indicatoren) Laat de remblokken zo snel mogelijk nakijken en indien nodig vervangen door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. De remschijven kunnen beschadigd raken als de remblokken niet op tijd vervangen worden.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 164 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-1. Rijprocedures WAARSCHUWING ■ Als de auto geparkeerd is ● Laat geen brillen, aanstekers, spuitbussen of blikken frisdrank in de auto liggen als deze in de zon geparkeerd staat. Dit kan resulteren in het volgende: • Een aansteker of spuitbus kan gas gaan lekken, waardoor brand kan ontstaan. • De temperatuur in de auto kan zo hoog oplopen dat kunststof brillenglazen en kunststof monturen kunnen vervormen of barsten.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 165 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-1. Rijprocedures WAARSCHUWING ■ Uitlaatgassen Uitlaatgassen bevatten het schadelijke koolmonoxide (CO). Dit is een kleurloos en reukloos gas. Het inademen van uitlaatgassen kan zeer schadelijk zijn voor de gezondheid. ● Zet de motor uit als de auto zich in een slecht geventileerde omgeving bevindt. In een afgesloten ruimte, zoals een garage, kunnen uitlaatgassen zich ophopen en in de auto terechtkomen.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 166 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-1. Rijprocedures WAARSCHUWING ■ Bij het remmen ● Rijd voorzichtiger wanneer de remmen nat zijn. De remweg neemt toe als de remmen nat zijn en bovendien kan vocht ertoe leiden dat de ene kant van de auto sterker afgeremd wordt dan de andere kant. Ook de werking van de parkeerrem kan door vocht in negatieve zin beïnvloed worden.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 167 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-1. Rijprocedures OPMERKING ■ Controle voor het rijden Wanneer er beestjes in de koelventilator en riemen van de motor blijven hangen, kan dit een storing tot gevolg hebben. Controleer of er zich geen beestjes in de motorruimte en onder de auto bevinden alvorens de motor te starten.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 168 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-1. Rijprocedures OPMERKING ■ Vermijd schade aan onderdelen van de auto ● Draai het stuurwiel niet gedurende langere tijd in een van beide richtingen tegen de aanslag aan. Hierdoor kan schade aan de stuurbekrachtigingsmotor ontstaan. ● Rijd zo langzaam mogelijk over oneffenheden in de weg om schade aan de wielen, de onderzijde van de auto, enz. te vermijden.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 169 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-1. Rijprocedures Startknop (auto's met Smart entry-systeem en startknop) Als u de volgende handelingen uitvoert terwijl u een elektronische sleutel bij u hebt, wordt de motor gestart of de stand van het contact veranderd. ■ Starten van de motor Auto's met automatische transmissie STAP 1 Controleer of de parkeerrem is geactiveerd. STAP 2 Controleer of de selectiehendel in stand P staat.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 170 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-1. Rijprocedures Auto's met handgeschakelde transmissie STAP 1 Controleer of de parkeerrem is geactiveerd. STAP 2 Controleer of de selectiehendel in stand N staat. STAP 3 Trap het koppelingspedaal stevig in. Het controlelampje van het Smart entry-systeem met startknop (groen) gaat branden. Als het controlelampje niet gaat branden, kan de motor niet worden gestart. STAP 4 Druk op de startknop.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 171 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-1. Rijprocedures ■ Uitzetten van de motor Auto's met automatische transmissie STAP 1 Breng de auto tot stilstand. STAP 2 Zet de selectiehendel in stand P. STAP 3 Activeer de parkeerrem. (→Blz. 192) STAP 4 Laat het rempedaal los. STAP 5 Druk op de startknop. STAP 6 Controleer of het controlelampje van het Smart entry-systeem met startknop (groen) uit is.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 172 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-1. Rijprocedures ■ Wijzigen van de stand van het contact De standen kunnen worden gewijzigd door de startknop in te drukken terwijl het rempedaal (auto's met automatische transmissie) of het koppelingspedaal (auto's met handgeschakelde transmissie) niet is ingetrapt. (De stand verandert iedere keer dat op de knop wordt gedrukt.) Uit* De alarmknipperlichten kunnen worden gebruikt.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 173 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-1. Rijprocedures Uitzetten van de motor als de selectiehendel in een andere stand dan P staat (auto's met automatische transmissie) Als de motor wordt uitgezet terwijl de selectiehendel in een andere stand dan P staat, wordt de stand van het contact ACC, niet UIT. Voer de volgende procedure uit om het contact UIT te zetten: Controleer of de parkeerrem is geactiveerd. STAP 2 Zet de selectiehendel in stand P.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 174 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-1. Rijprocedures ■ Bediening van de startknop Eén keer kort en stevig indrukken van de startknop is voldoende om deze te bedienen. Als de startknop niet op de juiste manier wordt bediend, kan het voorkomen dat de motor niet start of dat de stand van het contact niet verandert. U hoeft de startknop niet ingedrukt te houden. ■ Leegraken batterij elektronische sleutel →Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 175 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-1. Rijprocedures ■ Als het stuurslot niet ontgrendeld kan worden Het controlelampje van het Smart entrysysteem met startknop (groen) gaat snel knipperen. Auto's met automatische transmissie Controleer of de selectiehendel in stand P staat. Druk op de startknop terwijl u het stuurwiel naar links en rechts beweegt.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 176 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-1. Rijprocedures WAARSCHUWING ■ Bij het starten van de motor ● Start de motor altijd terwijl u in de bestuurdersstoel zit. Trap nooit het gaspedaal in terwijl u de motor start. Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan. ● Rijd nooit met de auto wanneer het controlelampje van het Smart entrysysteem met startknop groen knippert nadat de motor is gestart.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 177 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-1. Rijprocedures OPMERKING ■ Voorkomen van ontlading van de accu ● Laat het contact niet gedurende langere tijd in stand ACC of AAN staan zonder dat de motor draait. ● Als het controlelampje van het Smart entry-systeem met startknop (groen) brandt, is het contact niet UIT. Controleer voordat u uitstapt of het contact UIT is. ● Auto's met automatische transmissie: Zet de motor niet uit als de selectiehendel in een andere stand dan P staat.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 178 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-1. Rijprocedures Contactslot (auto's zonder Smart entry-systeem en startknop) ■ Starten van de motor Auto's met automatische transmissie STAP 1 Controleer of de parkeerrem is geactiveerd. STAP 2 Controleer of de selectiehendel in stand P staat. STAP 3 Trap het rempedaal stevig in. STAP 4 Zet het contact in stand START en start de motor. Auto's met handgeschakelde transmissie STAP 1 Controleer of de parkeerrem is geactiveerd.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 179 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-1. Rijprocedures ■ Het contact van stand ACC naar UIT zetten STAP 1 Zet de selectiehendel in de neutraalstand (handgeschakelde trans- missie) of in stand P (automatische transmissie). (→Blz. 181, 188) STAP 2 Druk de sleutel dieper in het slot en draai deze naar UIT. 2 Tijdens het rijden ■ Als de motor niet aanslaat De startblokkering is mogelijk niet uitgeschakeld. (→Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 180 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-1. Rijprocedures WAARSCHUWING ■ Bij het starten van de motor Start de motor alleen als u in de bestuurdersstoel zit. Trap nooit het gaspedaal in terwijl u de motor start. Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan. ■ Wees voorzichtig tijdens het rijden Zet het contact nooit UIT tijdens het rijden.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 181 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-1. Rijprocedures Automatische transmissie∗ Kies een schakelstand die past bij de rijomstandigheden. ■ Bedienen van de selectiehendel 2 Tijdens het rijden Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop Trap, terwijl het contact AAN staat, het rempedaal in en zet de selectiehendel in een andere stand. Breng de auto altijd eerst geheel tot stilstand voordat u schakelt tussen stand P en D.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 182 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-1. Rijprocedures ■ Gebruik van de schakelstanden Schakelstand Weergave instrumentenpaneel Functie P Parkeren van de auto/starten van de motor R Achteruit N Neutraalstand Normaal rijden in stand D* (automatisch schakelen tussen de 1e en 6e versnelling) D (paddle shift-schakelaars geactiveerd) M *: In Tijdelijk rijden in handgeschakelde modus (→Blz. 186) Rijden in handgeschakelde modus (→Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 183 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-1. Rijprocedures ■ Selecteren van een rijmodus Wanneer u de schakelpatroonschakelaar indrukt, kunnen de volgende modi worden geselecteerd, afhankelijk van de rijomstandigheden: 2 Tijdens het rijden Normale modus Sportmodus Het controlelampje SPORT gaat branden. Gebruik de sportmodus voor sportief rijden en het rijden in bochtige berggebieden. SNOW-modus Het controlelampje SNOW gaat branden.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 184 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-1. Rijprocedures Rijden in handgeschakelde modus Zet de selectiehendel in stand M voor de handgeschakelde modus. Wanneer de schakeladviesindicator is ingeschakeld, kan de gewenste versnelling worden geselecteerd met de selectiehendel of de paddle shift-schakelaars (indien aanwezig). De schakeladviesindicator helpt de bestuurder om het brandstofverbruik en de uitlaatgasemissie binnen de limieten van het motorvermogen te verlagen.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 185 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-1. Rijprocedures ■ Wanneer de selectiehendel in een andere stand dan P wordt gezet Als de selectiehendel opzij wordt bewogen voordat het rempedaal wordt ingetrapt, kan de selectiehendel mogelijk niet worden bediend. Trap het rempedaal in alvorens de selectiehendel in een andere stand dan P te zetten.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 186 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-1. Rijprocedures ■ Automatische selectie van versnelling bij stilstaande auto Als het stationair toerental is verhoogd bij koude motor of bij het rijden op een glad wegdek, wordt voor het stoppen en wegrijden automatisch de 2e versnelling geselecteerd.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 187 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-1. Rijprocedures ■ AI-SHIFT De Al-SHIFT-functie schakelt automatisch de juiste versnelling in aan de hand van de prestaties die de bestuurder van de auto verlangt en de rijomstandigheden. De AI-SHIFT-functie is automatisch geactiveerd als de selectiehendel in stand D staat. (De functie wordt uitgeschakeld als de paddle shift-schakelaars worden bediend of de selectiehendel in stand M wordt gezet.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 188 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-1. Rijprocedures Handgeschakelde transmissie∗ ■ Bedienen van de selectiehendel Trap het koppelingspedaal vóór het bedienen van de selectiehendel helemaal in en laat het langzaam opkomen. ■ Zet de selectiehendel in stand R Trek om de selectiehendel in de achteruit te zetten de ring onder de selectiehendelknop omhoog.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 189 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-1. Rijprocedures Schakelstandindicator De geselecteerde schakelstand wordt op het multi-informatiedisplay weergegeven. In de volgende situaties wordt de geselecteerde schakelstand niet weergegeven: 2 Tijdens het rijden • Wanneer de selectiehendel in stand N staat. • Wanneer de rijsnelheid 10 km/h of lager is (behalve wanneer de selectiehendel in stand R staat). • Wanneer het koppelingspedaal wordt ingetrapt.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 190 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-1. Rijprocedures WAARSCHUWING ■ Schakeladviesindicator De indicatie van de schakeladviesindicator dient slechts als richtlijn voor zuiniger rijden. De indicator informeert de bestuurder niet over de juiste timing voor veilig schakelen. De bestuurder is verantwoordelijk voor het correct schakelen overeenkomstig de verkeers- of rijomstandigheden (bijv. inhalen of heuvelop rijden).
86_OM_EE_OM18058E.book Page 191 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-1. Rijprocedures Richtingaanwijzerschakelaar De richtingaanwijzerschakelaar kan worden gebruikt om aan te geven wat de bestuurder van plan is: Rechts afslaan Links afslaan Rijstrookwisseling naar rechts (druk de hendel iets naar boven en houd hem in die stand vast) 2 Tijdens het rijden De richtingaanwijzers rechts blijven knipperen totdat u de hendel weer loslaat.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 192 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-1. Rijprocedures Parkeerrem Activeer de parkeerrem door de parkeerremhendel helemaal aan te trekken terwijl u het rempedaal intrapt. Deactiveer de parkeerrem door de hendel iets omhoog te trekken en deze dan volledig naar beneden te drukken terwijl u de knop op de hendel ingedrukt houdt. ■ Gebruik in de winter →Blz. 233 OPMERKING ■ Voordat u gaat rijden Deactiveer de parkeerrem.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 193 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-1. Rijprocedures Claxon Druk op of vlak bij het merkteken om de claxon te laten klinken. 2 Tijdens het rijden ■ Na het afstellen van het stuurwiel Controleer of het stuurwiel goed vergrendeld is. De claxon klinkt mogelijk niet als het stuurwiel niet goed vergrendeld is. (→Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 194 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-2. Instrumentenpaneel Meters en tellers Onderstaande afbeelding heeft betrekking op auto's met linkse besturing. De positie van de schakelaars kan iets afwijken bij auto's met rechtse besturing. Analoge snelheidsmeter Geeft de rijsnelheid aan. Toerenteller Geeft het motortoerental aan in omwentelingen per minuut. Digitale snelheidsmeter (indien aanwezig) Geeft de rijsnelheid aan.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 195 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-2. Instrumentenpaneel Kilometerteller, dagteller en multi-informatiedisplay Kilometerteller: Geeft de totale afstand aan die de auto heeft afgelegd. Dagteller: Geeft de afstand aan die met de auto is gereden sinds de teller voor het laatst werd gereset. Dagteller A en B kunnen onafhankelijk van elkaar worden gebruikt en verschillende afstanden weergeven. Multi-informatiedisplay: Verschaft de rijgerelateerde informatie. (→Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 196 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-2. Instrumentenpaneel Wijzigen weergave op het display Elke keer dat de schakelaar ODO/TRIP wordt ingedrukt, wijzigt het display als volgt. Kilometerteller Dagteller A* Dagteller B* *: Door de schakelaar ODO/TRIP ingedrukt te houden terwijl de dagteller wordt weergegeven, wordt de dagteller gereset. Dimmer dashboardverlichting De helderheid van de dashboardverlichting kan worden ingesteld.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 197 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-2. Instrumentenpaneel ■ Helderheid van de dashboardverlichting Wanneer de parkeerlichten voor of de koplampen worden ingeschakeld, wordt de dashboardverlichting gedimd. Wanneer echter de regelknop voor de helderheid van het instrumentenpaneel helemaal naar boven wordt gedraaid, wordt de dashboardverlichting niet gedimd, ook al zijn de parkeerlichten voor of de koplampen ingeschakeld.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 198 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-2. Instrumentenpaneel Controlelampjes en waarschuwingslampjes De controlelampjes en waarschuwingslampjes op het instrumentenpaneel en middenpaneel informeren de bestuurder over de status van de diverse systemen in de auto. Om de functie van alle lampjes uit te leggen, zijn in de volgende afbeelding alle controle- en waarschuwingslampjes brandend afgebeeld.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 199 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-2. Instrumentenpaneel ■ Controlelampjes De controlelampjes informeren de bestuurder over de bedrijfsstatus van de verschillende systemen van de auto. Controlelampje richtingaanwijzers (→Blz. 191) Controlelampje grootlicht (→Blz. 209) (indien aanwezig) (Auto's met handgeschakelde transmissie) Schakeladviesindicator (→Blz. 189) *1, 2 Controlelampje Traction Control (→Blz. 225) Controlelampje mistachterlicht (→Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 200 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-2. Instrumentenpaneel Controlelampje aan/uit-schakelaar airbag (→Blz. 152) *1: Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop Deze lampjes gaan branden als het contact AAN wordt gezet om aan te geven dat er een systeemcontrole wordt uitgevoerd. Ze doven nadat de motor is aangeslagen of nadat er enkele seconden verstreken zijn. Er kan een storing in een systeem aanwezig zijn als een lampje niet gaat branden of niet uitgaat.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 201 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-2. Instrumentenpaneel ■ Waarschuwingslampjes Waarschuwingslampjes informeren de bestuurder over storingen in de systemen van de auto. (→Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 202 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-2. Instrumentenpaneel WAARSCHUWING ■ Als een waarschuwingslampje van een veiligheidssysteem niet gaat branden Als een lampje van een veiligheidssysteem zoals het ABS of het waarschuwingslampje SRS niet gaan branden als u de motor start, kan dat betekenen dat deze systemen niet beschikbaar zijn om u te beschermen in geval van een ongeval, waardoor ernstig letsel zou kunnen ontstaan.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 203 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-2. Instrumentenpaneel Multi-informatiedisplay Het multi-informatiedisplay verschaft de bestuurder uiteenlopende rijgerelateerde informatie, inclusief de actuele buitentemperatuur.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 204 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-2. Instrumentenpaneel Wijzigen weergave op het display Elke keer dat de schakelaar DISP wordt ingedrukt, wijzigt het display als volgt. Buitentemperatuur →Blz. 269 Actueel brandstofverbruik Geeft het actuele brandstofverbruik aan. Gemiddeld brandstofverbruik Weergave van het gemiddelde brandstofverbruik sinds de functie is gereset.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 205 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-2. Instrumentenpaneel Instellen van de toerentalindicator (indien aanwezig) ■ Wijzigen van de instellingen van de toerentalindicator Het motortoerental waarbij de toerentalindicator wordt ingeschakeld en of er een zoemer klinkt wanneer de verlichting wordt ingeschakeld, kunnen worden ingesteld. Bereik ingesteld motortoerental: 2.000 - 7.400 omw/min Druk op de schakelaar DISP totdat het instelscherm wordt weergegeven. (→Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 206 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-2. Instrumentenpaneel STAP 5 Houd de schakelaar DISP ingedrukt. Elke keer dat de schakelaar DISP ingedrukt wordt gehouden, wordt de zoemer in- of uitgeschakeld. “b-on”: Zoemer ingeschakeld “b-oFF”: Zoemer uitgeschakeld Wanneer de instelling van “b-oFF” naar “b-on” wordt gewijzigd, klinkt de zoemer 3 maal. STAP 6 Druk op de schakelaar DISP. Wanneer de zoemer klinkt, zijn alle instellingen voltooid. De instellingen worden weergegeven.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 207 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-2. Instrumentenpaneel ■ Het multi-informatiedisplay kan worden bediend wanneer Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop Het contact AAN staat. Auto's met Smart entry-systeem en startknop Het contact AAN staat. WAARSCHUWING 2 ■ Informatiedisplay bij lage temperaturen Tijdens het rijden Laat het interieur van de auto op temperatuur komen alvorens het informatiedisplay te gebruiken.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 208 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers Lichtschakelaar De koplampen kunnen handmatig of automatisch worden bediend. Draai aan het uiteinde van de hendel om de verlichting als volgt in te schakelen: Uit De dagrijverlichting wordt ingeschakeld. (→Blz. 211) (indien aanwezig) De koplampen, de parkeerlichten voor, de dagrijverlichting (→Blz. 211), enzovoort gaan automatisch aan en uit.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 209 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers Inschakelen van grootlicht Druk bij ingeschakelde koplampen de hendel naar voren om het grootlicht in te schakelen. Door de hendel weer in de middenstand te zetten, wordt het grootlicht uitgeschakeld. 2 Tijdens het rijden Trek de hendel naar u toe en laat deze meteen weer los om één keer met het grootlicht te knipperen. U kunt lichtsignalen geven met de koplampen in- of uitgeschakeld.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 210 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers Draaiknop koplampverstelling (indien aanwezig) De koplamphoogte kan worden afgestemd op het aantal passagiers in de auto en de mate van belading.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 211 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers ■ Dagrijverlichting Auto's met halogeenkoplampen Auto's met automatische transmissie: Om uw auto overdag beter zichtbaar te maken voor andere weggebruikers wordt de dagrijverlichting automatisch ingeschakeld als de motor wordt gestart, de selectiehendel in een andere stand dan P wordt gezet en de parkeerrem wordt gedeactiveerd met de lichtschakelaar uit of in de stand AUTO.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 212 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers ■ Automatisch uitschakelsysteem verlichting (indien aanwezig) Auto's zonder Smart Entry-systeem en startknop Wanneer de lichtschakelaar in de stand of staat: De koplampen worden automatisch uitgeschakeld als de sleutel uit het contactslot wordt genomen. Zet om de verlichting weer in te schakelen het contact AAN of zet de lichtschakelaar eenmaal in de stand UIT en daarna weer in stand of .
86_OM_EE_OM18058E.book Page 213 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers ■ Energiebesparende functie (indien aanwezig) Onder de volgende omstandigheden gaan de koplampen en overige verlichting na 20 minuten automatisch uit om te voorkomen dat de accu ontladen raakt: ● De koplampen en/of achterlichten branden.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 214 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers ■ De dimlichten inschakelen wanneer de auto op een donkere plaats geparkeerd staat Schakel de motor uit terwijl de lichtschakelaar in stand of UIT staat, trek de lichtschakelaar naar u toe en laat hem los. De dimlichten gaan gedurende ongeveer 30 seconden branden om de omgeving van de auto te verlichten.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 215 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers Schakelaar mistlampen∗ De mistlampen zorgen voor uitstekend zicht bij ongunstige rijomstandigheden, zoals bij regen of mist. Schakelaar mistachterlichten Schakelt de mistachterlichten in. Als de schakelaarring los wordt gelaten, keert de ring terug naar de stand 2 . Tijdens het rijden Door de schakelaarring nogmaals te draaien, worden de mistachterlichten uitgeschakeld.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 216 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers Schakelaar mistlampen voor/mistachterlicht Schakelt de mistlampen voor en de mistachterlichten uit Schakelt voor in de mistlampen Schakelt mistlampen voor en achter in Als de schakelaarring los wordt gelaten, keert de ring terug naar de stand . Door de schakelaarring nogmaals te draaien, worden alleen de mistachterlichten uitgeschakeld.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 217 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers Ruitenwissers en -sproeiers Als de intervalstand wordt geselecteerd, kan het wisinterval worden gewijzigd.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 218 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers Gelijktijdig inschakelen ruitensproeiers en ruitenwissers De ruitenwissers zullen automatisch een aantal slagen maken als de ruitensproeiers worden ingeschakeld. Auto's met gasontladingslampen: Als de koplampen aan zijn en u de hendel naar u toe getrokken houdt, werken de koplampsproeiers één keer.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 219 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers OPMERKING ■ Als de voorruit droog is Gebruik de ruitenwissers niet als de voorruit droog is omdat hierdoor de voorruit beschadigd kan worden. ■ Als het sproeierreservoir leeg is Bedien de schakelaar niet omdat anders de ruitensproeierpomp oververhit kan raken.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 220 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-4. Gebruik van overige rijsystemen Cruise control∗ Met de cruise control kan een ingestelde snelheid worden vastgehouden zonder dat hiervoor het gaspedaal hoeft te worden ingetrapt. Controlelampjes Cruise control-schakelaar ■ Instellen van de rijsnelheid STAP 1 Druk op de toets ON-OFF om de cruise control in te schakelen. Het controlelampje cruise control (groen) gaat branden.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 221 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-4. Gebruik van overige rijsystemen ■ Wijzigen van de ingestelde snelheid Bedien, om de ingestelde snelheid te wijzigen, de hendel totdat de gewenste snelheid wordt weergegeven. Verhogen van de snelheid Verlagen van de snelheid Ruime afstelling: Beweeg de hendel kort in de gewenste richting. 2 Tijdens het rijden Ruime afstelling: Houd de hendel in de gewenste richting gedrukt.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 222 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-4. Gebruik van overige rijsystemen ■ Uitschakelen en hervatten van de constante-snelheidsregeling Door de hendel naar u toe te trekken wordt de constante-snelheidsregeling uitgeschakeld. De snelheidsregeling wordt ook uitgeschakeld als het rempedaal of het koppelingspedaal (alleen handgeschakelde transmissie) wordt ingetrapt. Door de hendel omhoog te drukken wordt de constante-snelheidsregeling hervat.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 223 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-4. Gebruik van overige rijsystemen ■ Accelereren na het instellen van de rijsnelheid ● Er kan normaal met de auto geaccelereerd worden. Na de acceleratie gaat de auto weer rijden met de ingestelde snelheid. ● De ingestelde snelheid kan zelfs worden verhoogd zonder de cruise control uit te schakelen, door eerst naar de gewenste snelheid te accelereren en vervolgens de hendel omlaag te drukken om de nieuwe snelheid in te stellen.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 224 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-4. Gebruik van overige rijsystemen WAARSCHUWING ■ Onbedoeld inschakelen van de cruise control voorkomen Schakel de cruise control uit met de toets ON-OFF als deze niet wordt gebruikt. ■ Situaties die niet geschikt zijn voor gebruik van de cruise control Gebruik de cruise control niet in de volgende situaties. Als u dat wel doet, verliest u mogelijk de controle waardoor een ongeval met ernstig letsel kan ontstaan.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 225 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-4. Gebruik van overige rijsystemen Ondersteunende systemen Om de veiligheid en de prestaties tijdens het rijden te verbeteren is uw auto uitgerust met de volgende systemen die automatisch in werking treden als de omstandigheden daar om vragen. Houd er echter rekening mee dat dit aanvullende systemen zijn en vertrouw niet in al te sterke mate op deze systemen als u de auto bedient.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 226 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-4. Gebruik van overige rijsystemen Uitschakelen van het TRC-systeem Als u met uw auto vast komt te zitten in modder of sneeuw, kan het TRC-systeem het aandrijfvermogen van de motor naar de wielen beperken. Als u dan op drukt, kunt u de auto waarschijnlijk mak- kelijker los krijgen door te ‘schommelen’. In dit geval blijft de LSD-functie ingeschakeld. Schakel de TRC uit door de toets snel in te drukken en weer los te laten.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 227 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-4.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 228 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-4. Gebruik van overige rijsystemen ■ Zowel TRC als VSC uitschakelen Houd meer dan 3 seconden ingedrukt terwijl de auto stilstaat om TRC en VSC uit te schakelen. De controlelampjes TRC OFF en VSC OFF gaan branden. In dit geval blijft de LSD-functie ingeschakeld. Druk nogmaals op de schakelaar om de systemen weer in te schakelen.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 229 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-4. Gebruik van overige rijsystemen ■ Gereduceerde bekrachtiging door het EPS-systeem De mate van bekrachtiging door het EPS-systeem wordt gereduceerd om het systeem tegen oververhitting te beschermen als er gedurende langere tijd veel stuurbewegingen worden uitgevoerd. Hierdoor kan de besturing zwaar aanvoelen. Probeer als dat het geval is minder frequent te sturen of breng de auto tot stilstand en zet de motor uit.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 230 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-4. Gebruik van overige rijsystemen WAARSCHUWING ■ Wanneer de VSC en/of de LSC-functie is ingeschakeld Het controlelampje Traction Control knippert. Rijd altijd voorzichtig. Roekeloos rijgedrag kan leiden tot ongevallen. Wees bijzonder voorzichtig als het controlelampje knippert. ■ Als het TRC/VSC-systeem is uitgeschakeld Wees zeer voorzichtig en pas uw snelheid aan de conditie van het wegdek aan.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 231 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-5. Rij-informatie Lading en bagage Lees de volgende informatie over voorzorgsmaatregelen bij het vervoer van bagage, laadvermogen en belasting: ● Vervoer lading en bagage indien mogelijk altijd in de bagageruimte. ● Zorg ervoor dat de bagage stevig vastligt. ● Verdeel de bagage gelijkmatig over de bagageruimte om de balans van de auto tijdens het rijden te bewaren. 2 Tijdens het rijden ● Neem geen onnodige bagage mee.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 232 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-5. Rij-informatie WAARSCHUWING ■ Voorzorgsmaatregelen bij het vervoer van goederen Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan ernstig letsel tot gevolg hebben. ● Vervoer lading en bagage indien mogelijk altijd in de bagageruimte. ● Stapel bagage in de vergrote bagageruimte nooit hoger dan de rugleu- ningen, om te voorkomen dat goederen tijdens hard remmen naar voren schuiven.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 233 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-5. Rij-informatie Rijden in de winter Tref voor het aanbreken van de winter de noodzakelijke voorbereidingen en voer de benodigde controles uit. Pas uw rijgedrag altijd aan de actuele weersomstandigheden aan. ■ Voorbereidingen voor de winter ● Gebruik vloeistoffen die geschikt zijn voor winterse omstandigheden. • Motorolie • Ruitensproeiervloeistof 2 ● Laat de toestand van de accu controleren door een monteur.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 234 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-5. Rij-informatie ● Wanneer een portier wordt geopend en gesloten terwijl een zijruit bevroren is, treedt de veiligheidsvoorziening voor de ruiten in werking en werkt de aan de portieren gekoppelde functie openen/sluiten van de ruiten mogelijk niet goed. Voer in dit geval onderstaande procedure uit nadat het ijs is gesmolten. STAP 1 Open, met gesloten portier, de ruit tot ongeveer halverwege.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 235 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-5. Rij-informatie Keuze van sneeuwkettingen Wij raden u aan contact op te nemen met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige voor meer informatie over de te gebruiken sneeuwkettingen. Wetgeving met betrekking tot het gebruik van sneeuwkettingen De wetgeving met betrekking tot het gebruik van sneeuwkettingen verschilt per land en per soort weg.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 236 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-5. Rij-informatie WAARSCHUWING ■ Als wordt gereden met sneeuwkettingen ● Auto's met een bandenreparatieset: Wanneer een band lek is, kan deze tijdelijk worden gedicht. Gebruik bij een tijdelijk gedicht lek geen sneeuwketting om de band.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 237 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-5. Rij-informatie Rijden met een aanhangwagen Toyota adviseert u niet met een aanhangwagen te rijden. Toyota adviseert u bovendien geen trekhaak te laten monteren voor het gebruik van bijvoorbeeld een fietsendrager. Uw Toyota is niet ontworpen voor het rijden met een aanhangwagen of het gebruik van op de trekhaak bevestigde fietsendragers en dergelijke.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 238 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 2-5.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 239 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM Voorzieningen in het interieur 3-1. Gebruik van airconditioning en achterruit- en buitenspiegelverwarming Handmatig bediende airconditioning ................ 240 Automatische airconditioning ................ 248 Achterruit- en buitenspiegelverwarming ..................... 256 3-2. Gebruik van het audiosysteem Gebruik van de AUX-/USBaansluiting ...................... 258 3-3. Gebruik van de interieurverlichting Overzicht interieurverlichting .
86_OM_EE_OM18058E.book Page 240 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-1. Gebruik van airconditioning en achterruit- en buitenspiegelverwarming Handmatig bediende airconditioning∗ Draaiknop uitstroomopening Buitenluchtmodus of recirculatiemodus Draaiknop temperatuurregeling Draaiknop aanjagersnelheid Toets A/C (airconditioning aan/uit) (indien aanwezig) Wijzigen van de instellingen STAP 1 Draai de knop voor de aanjagersnelheid rechtsom (hoger) of linksom (lager) om de aanjagersnelheid aan te passen.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 241 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-1. Gebruik van airconditioning en achterruit- en buitenspiegelverwarming STAP 2 Auto's met toets : Draai de knop voor de temperatuur- regeling rechtsom (warm) of linksom (koel) om de temperatuurinstelling aan te passen. Als niet is ingedrukt, blaast het systeem lucht met de omge- vingstemperatuur of verwarmde lucht in het interieur.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 242 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-1. Gebruik van airconditioning en achterruit- en buitenspiegelverwarming Ontwasemen van de voorruit Zet de draaiknop voor de uitstroomopening in de stand . STAP 1 Als de recirculatiemodus is ingeschakeld, wordt automatisch overgeschakeld naar de buitenluchtmodus. STAP 2 Voer dienovereenkomstig de volgende handelingen uit: ● Draai aan de knop voor de aanjagersnelheid om de aanjagersnelheid aan te passen.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 243 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-1. Gebruik van airconditioning en achterruit- en buitenspiegelverwarming ■ Uitstroomopeningen en luchtstroom Er stroomt lucht naar het bovenlichaam. Er stroomt lucht naar het bovenlichaam en de voeten. 3 Voorzieningen in het interieur Er stroomt lucht naar de voeten. Er stroomt lucht naar de voeten en de voorruitverwarming is in werking.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 244 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-1. Gebruik van airconditioning en achterruit- en buitenspiegelverwarming Schakelen tussen buitenluchtmodus en recirculatiemodus Druk op . Telkens wanneer de toets wordt ingedrukt, wisselt de modus tussen buitenlucht (toelaten van buitenlucht) (controlelampje uit) en recirculatie (recirculeren van de lucht in de auto) (controlelampje aan).
86_OM_EE_OM18058E.book Page 245 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-1. Gebruik van airconditioning en achterruit- en buitenspiegelverwarming Openen en sluiten van de uitstroomopeningen Middelste uitstroomopeningen Openen van de uitstroomopeningen. Sluiten van openingen. de uitstroom- Uitstroomopeningen rechts en links 3 Openen van de uitstroomopening. de uitstroom- Voorzieningen in het interieur Sluiten van opening.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 246 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-1. Gebruik van airconditioning en achterruit- en buitenspiegelverwarming ■ Beslaan van de ruiten ● Auto's met toets : De ruiten zullen gemakkelijk beslaan als de luchtvochtigheid in de auto hoog is. Wanneer wordt ingeschakeld, wordt de lucht die via de uitstroomopeningen stroomt ontvochtigd en wordt de voorruit efficiënt ontwasemd. ● Auto's met toets : Als u uitschakelt, zullen de ruiten moge- lijk sneller beslaan.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 247 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-1. Gebruik van airconditioning en achterruit- en buitenspiegelverwarming ■ Geuren ventilatie en airconditioning ● Zet de airconditioning in de buitenluchtmodus om frisse lucht binnen te laten. ● Tijdens het gebruik kunnen verschillende geuren van binnen en buiten de auto in het airconditioningsysteem terechtkomen. Dit kan tot gevolg hebben dat de lucht die uit de uitstroomopeningen komt niet lekker ruikt.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 248 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-1. Gebruik van airconditioning en achterruit- en buitenspiegelverwarming Automatische airconditioning∗ De uitstroomopeningen waaruit de lucht komt, worden automatisch geselecteerd en de aanjagersnelheid wordt automatisch geregeld op basis van de gekozen temperatuur. Onderstaande afbeelding heeft betrekking op auto's met linkse besturing. De positie van toetsen kan iets afwijken bij auto's met rechtse besturing.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 249 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-1. Gebruik van airconditioning en achterruit- en buitenspiegelverwarming Gebruik van de automatische airconditioning STAP 1 Druk op . De ontvochtigingsfunctie wordt ingeschakeld. De uitstroomopeningen waaruit de lucht komt en de aanjagersnelheid worden automatisch geregeld op basis van de gekozen temperatuur.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 250 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-1. Gebruik van airconditioning en achterruit- en buitenspiegelverwarming STAP 2 Draai de draaiknop voor de temperatuurregeling rechtsom (warm) of linksom (koud) om de temperatuurinstelling aan te passen. Draai de draaiknop voor de temperatuurregeling aan passagierszijde rechtsom (warm) of linksom (koud) om de temperatuur voor de passagierszijde en de bestuurderszijde afzonderlijk te regelen (gescheiden bediening).
86_OM_EE_OM18058E.book Page 251 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-1. Gebruik van airconditioning en achterruit- en buitenspiegelverwarming Uitstroomopeningen en luchtstroom Er stroomt lucht naar het bovenlichaam. Er stroomt lucht naar het bovenlichaam en de voeten. 3 Voorzieningen in het interieur Er stroomt lucht naar de voeten. Er stroomt lucht naar de voeten en de voorruitverwarming is in werking. Als de recirculatiemodus is ingeschakeld, wordt automatisch overgeschakeld naar de buitenluchtmodus.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 252 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-1. Gebruik van airconditioning en achterruit- en buitenspiegelverwarming Schakelen tussen buitenluchtmodus en recirculatiemodus Druk op . Iedere keer als op wordt gedrukt, schakelt de luchttoevoer tussen de buitenluchtmodus (controlelampje uit) en de recirculatiemodus (controlelampje aan). Afstellen van de stand van de uitstroomopeningen Middelste uitstroomopeningen Richt de luchtstroom naar links of rechts, boven of beneden.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 253 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-1. Gebruik van airconditioning en achterruit- en buitenspiegelverwarming Openen en sluiten van de uitstroomopeningen Middelste uitstroomopeningen Openen van de uitstroomopeningen. Sluiten van openingen. de uitstroom- Uitstroomopeningen rechts en links 3 Openen van de uitstroomopening. de uitstroo- Voorzieningen in het interieur Sluiten van mopening.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 254 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-1. Gebruik van airconditioning en achterruit- en buitenspiegelverwarming ■ Gebruik van de automatische modus De aanjagersnelheid wordt automatisch geregeld op basis van de gekozen temperatuur en de omgevingscondities. Direct na het indrukken van kan de aanjager even worden uitgescha- keld tot er voldoende warme of koude lucht voorhanden is.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 255 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-1. Gebruik van airconditioning en achterruit- en buitenspiegelverwarming ■ Geuren ventilatie en airconditioning ● Zet de airconditioning in de buitenluchtmodus om frisse lucht binnen te laten. ● Tijdens het gebruik kunnen verschillende geuren van binnen en buiten de auto in het airconditioningsysteem terechtkomen. Dit kan tot gevolg hebben dat de lucht die uit de uitstroomopeningen komt niet lekker ruikt.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 256 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-1. Gebruik van airconditioning en achterruit- en buitenspiegelverwarming Achterruit- en buitenspiegelverwarming De achterruitverwarming wordt gebruikt om de achterruit te ontwasemen. De buitenspiegelverwarming* wordt gebruikt om ijs, dauw en regendruppels van de spiegels te verwijderen.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 257 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-1. Gebruik van airconditioning en achterruit- en buitenspiegelverwarming ■ De achterruit- en buitenspiegelverwarming kunnen worden gebruikt als Auto's zonder Smart Entry-systeem en startknop Het contact AAN staat. Auto's met Smart entry-systeem en startknop Het contact AAN staat. ■ De buitenspiegelverwarming (auto's met buitenspiegelverwarming) Door de achterruitverwarming in te schakelen wordt de buitenspiegelverwarming ingeschakeld.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 258 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-2. Gebruik van het audiosysteem Gebruik van de AUX-/USB-aansluiting∗ Deze aansluiting kan worden gebruikt om via de luidsprekers in de auto naar een extern audioapparaat te luisteren. Sommige bedieningsopties zijn mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het type draagbare audiospeler. Open het afdekkapje en sluit uw externe audioapparaat aan.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 259 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-3. Gebruik van de interieurverlichting Overzicht interieurverlichting 3 Voorzieningen in het interieur Interieurverlichting (→Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 260 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-3. Gebruik van de interieurverlichting Interieurverlichting Interieurverlichting Schakelt de verlichting uit Schakelt de stand DOOR in Schakelt de verlichting in ■ Instapverlichting Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop De verlichting wordt automatisch in-/uitgeschakeld afhankelijk van de stand van het contact, het vergrendeld/ontgrendeld zijn van de portieren en het geopend/gesloten zijn van de portieren.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 261 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-4. Gebruik van de opbergmogelijkheden Overzicht van opbergmogelijkheden 3 Voorzieningen in het interieur Dashboardkastje Fleshouders Bekerhouders (indien aanwezig)/consolevak WAARSCHUWING ■ Zaken die niet in de opbergvakken moeten worden achtergelaten Laat geen brillen, aanstekers of spuitbussen in de opbergvakken liggen.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 262 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-4. Gebruik van de opbergmogelijkheden Dashboardkastje Dashboardkastje Trek de hendel omhoog om het dashboardkastje te openen. WAARSCHUWING ■ Wees voorzichtig tijdens het rijden Houd het dashboardkastje gesloten. Bij plotseling remmen of uitwijken kan letsel ontstaan doordat een inzittende wordt geraakt door het open dashboardkastje of door items in het dashboardkastje.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 263 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-4. Gebruik van de opbergmogelijkheden Fleshouders Fleshouders ■ Bij gebruik van de fleshouder 3 ● Sluit de kap als er een fles wordt opgeborgen. Voorzieningen in het interieur ● De fles kan mogelijk niet worden opgeborgen als gevolg van de grootte of vorm ervan. WAARSCHUWING ■ Voorwerpen die ongeschikt zijn om in de fleshouder te plaatsen Zet niets anders dan petflessen in de fleshouders.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 264 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-4. Gebruik van de opbergmogelijkheden Bekerhouder/opbergvak Bekerhouders (indien aanwezig)/consolevak ■ Veranderen van de bekerhouderpositie Verwijder de bekerhouder en verander de houderpositie. ■ Veranderen van het consolevakformaat Verwijder de bekerhouder.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 265 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-4. Gebruik van de opbergmogelijkheden Bekerhouder/opbergvak WAARSCHUWING ■ Wees voorzichtig tijdens het rijden Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Als u dat niet doet, kunt u een ongeval veroorzaken, waardoor ernstig letsel kan ontstaan. ● Plaats de bekerhouder voor het rijden in de achterste stand, zodat hij de bediening van de selectiehendel niet hindert. ● Zorg ervoor dat de bekerhouder in de juiste richting wordt geplaatst.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 266 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-5. Overige voorzieningen in het interieur Zonnekleppen Klap de zonneklep omlaag om deze in de vooruitgerichte stand te zetten. Klap de zonneklep omlaag, maak de klep los en draai deze naar de zijkant om de zonneklep in de zijdelingse stand te zetten.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 267 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-5. Overige voorzieningen in het interieur Make-upspiegels∗ Open de klep om de make-upspiegel te kunnen gebruiken. Auto's met make-upverlichting: De verlichting gaat branden als het afdekklepje opzij geschoven wordt. OPMERKING ■ Voorkomen dat de accu ontladen raakt (auto's met make-upverlichting) 3 Voorzieningen in het interieur Laat de make-upverlichting niet gedurende langere tijd branden bij een nietdraaiende motor.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 268 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-5. Overige voorzieningen in het interieur Klok De klok kan worden ingesteld door op de toetsen te drukken. Instellen van de uren Instellen van de minuten Afronden op het dichtstbijzijnde hele uur* 00 *: bijv.1:00 tot 1:29 → 1:00 1:30 tot 1:59 → 2:00 ■ De tijd wordt weergegeven als Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop Het contact in stand ACC of AAN staat.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 269 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-5. Overige voorzieningen in het interieur Weergave buitentemperatuur Het bereik van de temperatuurweergave ligt tussen -40°C en 50°C. De weergave van de buitentemperatuur kan worden gewijzigd door op de schakelaar DISP te drukken. (→Blz. 204) 3 ■ De buitentemperatuur wordt weergegeven als Voorzieningen in het interieur Auto's zonder Smart Entry-systeem en startknop Het contact AAN staat.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 270 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-5. Overige voorzieningen in het interieur Asbak∗ De asbak kan in de bekerhouder worden geplaatst. (→Blz. 264) WAARSCHUWING ■ Indien niet in gebruik Houd de asbak gesloten. Bij plotseling remmen kan een ongeval ontstaan doordat een inzittende wordt geraakt door de open asbak of door as die uit de asbak vliegt.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 271 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-5. Overige voorzieningen in het interieur Accessoireaansluitingen Op de accessoireaansluiting kunnen 12V-accessoires worden aangesloten die 10 A of minder verbruiken.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 272 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-5. Overige voorzieningen in het interieur ■ De accessoireaansluiting kan worden gebruikt als Auto's zonder Smart Entry-systeem en startknop Het contact in stand ACC of AAN staat. Auto's met Smart entry-systeem en startknop Het contact in stand ACC of AAN staat. OPMERKING ■ Voorkomen van schade aan de accessoireaansluiting Sluit de accessoireaansluiting af met het kapje als de aansluiting niet in gebruik is.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 273 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-5. Overige voorzieningen in het interieur Stoelverwarming∗ Druk op de schakelaar om de stoelen te verwarmen. Wanneer een stoelverwarming wordt ingeschakeld, gaat het controlelampje branden. Snel verwarmen Normaal verwarmen ■ De stoelverwarming kan worden gebruikt als 3 Het contact AAN staat. ■ Indien niet in gebruik Voorzieningen in het interieur Schakel de stoelverwarming uit. Het controlelampje gaat uit.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 274 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-5. Overige voorzieningen in het interieur OPMERKING ■ Voorkomen van beschadiging van de stoelverwarming Plaats geen zware voorwerpen met een ongelijkmatig oppervlak op de stoel en leg geen scherpe voorwerpen (naalden, punaises, enz.) op de stoel. ■ Voorkomen van ontlading van de accu Zet de stoelverwarming uit als de motor niet draait.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 275 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-5. Overige voorzieningen in het interieur Vloermat Gebruik alleen vloermatten die speciaal zijn ontworpen voor auto's van hetzelfde model en modeljaar als uw auto. Bevestig ze op de juiste wijze op de vloerbedekking. Voor Vloermat bestuurderszijde Vloermat zijde voorpassagiers- Ogen klemhaak (clip) Achter Vloermatten achter ■ De vloermatten (voor) plaatsen 3 Steek de klemhaken (clips) in de ringen in de vloermat.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 276 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-5. Overige voorzieningen in het interieur WAARSCHUWING Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Als u dat niet doet, kan de vloermat van de bestuurder gaan schuiven, wat de bediening van de pedalen tijdens het rijden kan hinderen. Hierdoor kan de snelheid plotseling toenemen of kan mogelijk niet geremd worden. Dit kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 277 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-5. Overige voorzieningen in het interieur OPMERKING ■ Bij het plaatsen van de vloermatten achter Zorg ervoor dat de vloermatten achter op de juiste plaats worden geplaatst. Als een vloermat onjuist wordt geplaatst, kan deze de stoelslede of andere onderdelen belemmeren wanneer een voorstoel naar voren of achteren wordt bewogen, waardoor schade aan de auto of vloermat kan ontstaan.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 278 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-5. Overige voorzieningen in het interieur Voorzieningen bagageruimte (auto's met een bandenreparatieset) ■ Extra opbergvak Auto's met bagageruimtemat: Til de bagageruimtemat op.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 279 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-5. Overige voorzieningen in het interieur ■ Opbergvak voor gevarendriehoek De gevarendriehoek kan worden opgeborgen. 3 Voorzieningen in het interieur ■ Opbergvak voor gevarendriehoek Afhankelijk van de afmeting en vorm van de gevarendriehoekdoos kan deze mogelijk niet worden opgeborgen. WAARSCHUWING ■ Opbergen van een gevarendriehoek Zorg ervoor dat de gevarendriehoek goed is opgeborgen. Anders kan hij bij plotseling remmen e.d.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 280 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 3-5.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 281 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM Onderhoud en verzorging 4 4-1. Onderhoud en verzorging Reinigen en beschermen van het exterieur............. 282 Schoonmaken en beschermen van het interieur.............. 286 Schoonmaken en beschermen van de Alcantara® delen. 290 4-2. Onderhoud Onderhoudsvoorschriften . 292 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud Voorzorgsmaatregelen bij zelf uit te voeren onderhoud en controles .................... 295 Motorkap...........................
86_OM_EE_OM18058E.book Page 282 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-1. Onderhoud en verzorging Reinigen en beschermen van het exterieur Voer het volgende uit om uw auto te beschermen en in perfecte staat te houden. ● Spoel de auto van boven naar beneden af met veel water en verwijder zo vuil en stof van de carrosserie, uit de wielkasten en van de onderkant van de auto. ● Was de auto met een spons of een zachte doek (bijv. een zeemlap).
86_OM_EE_OM18058E.book Page 283 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-1. Onderhoud en verzorging ■ Lichtmetalen velgen ● Verwijder vuil onmiddellijk met een neutraal reinigingsmiddel. Gebruik geen harde borstels of schuurmiddelen. Gebruik geen sterke of bijtende oplosmiddelen. Gebruik hetzelfde neutrale reinigingsmiddel en dezelfde was als die gebruikt wordt voor de carrosserie. ● Reinig de velgen niet met reinigingsmiddelen als de velgen, bijvoorbeeld na een lange rit bij warm weer, nog warm zijn.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 284 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-1. Onderhoud en verzorging OPMERKING ■ Aantasting van de lak en corrosie van de carrosserie en onderdelen (lichtmetalen velgen, enz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 285 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-1. Onderhoud en verzorging OPMERKING ■ Reinigen met een hogedrukreiniger Houd de sproeierkop uit de buurt van de volgende onderdelen en hoezen (rubberen of kunststof afdekkingen) of stekkers. Wanneer onderdelen in aanraking komen met sterke waterstralen, kunnen ze beschadigd raken.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 286 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-1. Onderhoud en verzorging Schoonmaken en beschermen van het interieur Voer het volgende uit om het interieur van uw auto te beschermen en in perfecte staat te houden: ■ Beschermen van het interieur ● Verwijder vuil en stof met een stofzuiger. Veeg vuile oppervlakken schoon met een in lauw water gedompelde doek.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 287 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-1. Onderhoud en verzorging ■ Onderhoud van lederen bekleding Om het leder in een goede conditie te houden, raadt Toyota u aan het twee keer per jaar schoon te maken. ■ Schoonmaken van de vloerbedekking Er zijn verschillende reinigingsmiddelen op schuimbasis in de handel verkrijgbaar. Gebruik een spons of een borstel om het schuim aan te brengen. Wrijf met elkaar overlappende cirkels. Voeg geen water toe.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 288 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-1. Onderhoud en verzorging OPMERKING ■ Reinigingsmiddelen ● Gebruik geen organische reinigingsmiddelen zoals wasbenzine of terpentine, alkalische of zuurhoudende middelen, textielverf, bleekmiddel of andere wasmiddelen. Deze kunnen verkleuring van het interieur of strepen en beschadigingen van gelakte oppervlakken veroorzaken. ● Gebruik geen autowas of lakcleaner.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 289 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-1. Onderhoud en verzorging OPMERKING ■ Schoonmaken van de binnenzijde van de achterruit ● Voorkom beschadiging van de verwarmingsdraden. ● Maak de achterruit niet schoon met een ruitenreiniger; een dergelijk middel kan de verwarmingsdraden beschadigen. Veeg de ruit voorzichtig schoon met een doek en lauw water. Maak de ruit in horizontale richting schoon, evenwijdig aan de verwarmingsdraden.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 290 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-1. Onderhoud en verzorging Schoonmaken en beschermen van de Alcantara® delen∗ Voer het volgende uit om de Alcantara® bekleding van uw auto te beschermen en in perfecte staat te houden: ■ Dagelijkse reiniging Voer het volgende regelmatig uit (ongeveer eens per maand). STAP 1 Veeg de Alcantara® delen helemaal schoon met een in lauw water (ongeveer 40°C) gedompelde en vervolgens uitgewrongen zachte doek. Veeg niet te hard.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 291 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-1. Onderhoud en verzorging STAP 2 Als het oppervlak van de Alcantara® bekleding oneffenheden vertoont, borstel deze dan voorzichtig met een zachte borstel. STAP 3 Laat het oppervlak volledig drogen. ■ Olievlekken De volgende zaken zijn benodigd: ● Een met wasbenzine bevochtigde doek. ● Een droge doek STAP 1 Veeg met een droge doek of een tissue zo veel mogelijk olie weg om te voorkomen dat de vlek groter wordt.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 292 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-2. Onderhoud Onderhoudsvoorschriften Om veilig en economisch te kunnen rijden is het van essentieel belang dat uw auto goed verzorgd en onderhouden wordt. Toyota raadt u aan uw auto als volgt te onderhouden. ■ Periodiek onderhoud Laat het onderhoud aan uw auto uitvoeren volgens het onderhoudsschema. Zie het onderhouds- en garantieboekje voor het onderhoudsschema.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 293 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-2. Onderhoud ■ Waar naartoe voor goed onderhoud? Om uw auto in de best mogelijke staat te houden, raadt Toyota u aan om alle reparaties en onderhoudswerkzaamheden te laten uitvoeren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 294 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-2. Onderhoud WAARSCHUWING ■ Wanneer uw auto niet volgens de voorschriften is onderhouden Daardoor kan niet alleen de auto ernstige schade oplopen, maar ook ernstig letsel worden veroorzaakt. ■ Waarschuwing met betrekking tot de accu Accupolen, aansluitingen en bijbehorende onderdelen bevatten lood. Een loodvergiftiging kan een hersenbeschadiging veroorzaken. Was daarom na werkzaamheden altijd uw handen. (→Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 295 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud Voorzorgsmaatregelen bij zelf uit te voeren onderhoud en controles Als u zelf onderhoudswerkzaamheden en controles uitvoert, dient u dit precies te doen zoals in dit hoofdstuk wordt beschreven. Onderwerp Benodigdheden Koelvloeistofniveau • TOYOTA Genuine 50/50 Premixed Super Long Life Coolant BLUE of een gelijkwaardig product.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 296 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud Onderwerp Benodigdheden Radiateur en condensor (→Blz. 308) ⎯ Bandenspanning (→Blz. 324) Ruitensproeiervloeistof (→Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 297 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud WAARSCHUWING ■ Werkzaamheden bij de elektrische koelventilatoren of de radiateur Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Zorg ervoor dat het contact UIT staat. Als het contact AAN staat, kunnen de elektrische koelventilatoren automatisch worden ingeschakeld als de airconditioning aan is en/of als de koelvloeistoftemperatuur te hoog wordt. (→Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 298 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud Motorkap Ontgrendelen van de motorkap vanuit het interieur. STAP 1 Trek aan de ontgrendelingshendel. De motorkap zal iets omhoog springen. 298 FT86_EE STAP 2 Druk de veiligheidshaak naar links en open de motorkap. STAP 3 De motorkap kan worden opengehouden door de steun in de opening van de kap te zetten.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 299 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud WAARSCHUWING ■ Controle voor het rijden Controleer of de motorkap goed dicht en vergrendeld is. Als de motorkap niet goed vergrendeld is, kan hij tijdens het rijden onverwacht opengaan, waardoor een ongeval kan ontstaan met mogelijk ernstig letsel tot gevolg. OPMERKING ■ Bij het openen van de motorkap ● Til de ruitenwissers niet op en bedien ze niet.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 300 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud Plaatsen van een garagekrik Krik de auto uitsluitend op met de garagekrik onder een van de aangegeven kriksteunpunten. Als de auto wordt opgekrikt terwijl de krik niet goed is geplaatst, kan de auto beschadigd raken of van de krik vallen en ernstig letsel veroorzaken.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 301 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud WAARSCHUWING ■ Bij het opkrikken van uw auto Voorzorgsmaatregelen die u in acht moet nemen ter voorkoming van ernstig letsel: ● Gebruik voor het opkrikken van de auto een garagekrik zoals aangegeven in de afbeelding. ● Volg bij het gebruik van een garagekrik altijd de bij de krik geleverde handleiding. ● Gebruik niet de krik die bij uw auto is geleverd.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 302 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud Motorruimte Accu* (→Blz. 309) Elektrische koelventilatoren Oliepeilstok (→Blz. 303) Motorolievuldop (→Blz. 304) Condensor (indien aanwezig) (→Blz. 308) Sproeierreservoir(→Blz. 313) Radiateur (→Blz. 308) Koelvloeistofreservoir (→Blz. 306) Zekeringenkast (→Blz. 336) *: Auto's met rechtse besturing: Deze bevindt zich aan de tegenovergestelde zijde van de motorruimte.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 303 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud Motorolie Controleer het oliepeil met behulp van de peilstok bij bedrijfswarme, afgezette motor. ■ Controle van motorolie STAP 1 Plaats de auto op een vlakke ondergrond. Wacht, nadat de motor op bedrijfstemperatuur is gekomen en is afgezet, minstens vijf minuten om de olie de gelegenheid te geven naar het carter terug te stromen.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 304 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud ■ Motorolie bijvullen Als het oliepeil onder het onderste merkteken of er net boven ligt, moet u olie bijvullen van het type zoals hierna is vermeld, of van hetzelfde type als waarmee de motor eerder werd gevuld. Controleer welke kwaliteit motorolie wordt voorgeschreven en leg de benodigdheden voor het bijvullen klaar. Keuze motorolie Oliehoeveelheid (Minimaal → maximaal) Onderwerp 304 FT86_EE →Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 305 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud ■ Olieverbruik Er wordt tijdens het rijden een bepaalde hoeveelheid motorolie verbruikt. In de volgende situaties neemt het olieverbruik mogelijk toe en moet er mogelijk tussen de onderhoudsintervallen motorolie worden bijgevuld.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 306 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud OPMERKING ■ Voorkomen van ernstige schade aan de motor Controleer regelmatig het oliepeil. ■ Bij het olie verversen of bijvullen ● Let erop dat er geen motorolie op onderdelen van de auto terechtkomt. ● Vul nooit te veel olie bij, anders kan de motor beschadigd raken. ● Controleer na het olie verversen altijd het oliepeil met de peilstok. ● Controleer of de olievuldop goed is vastgedraaid.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 307 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud ■ Selectie van koelvloeistof Gebruik alleen TOYOTA Genuine 50/50 Pre-mixed Super Long Life Coolant BLUE of een gelijkwaardig product. TOYOTA Genuine 50/50 Pre-mixed Super Long Life Coolant BLUE is een mengsel van 50% koelvloeistof en 50% gedestilleerd water.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 308 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud Radiateur en condensor Controleer de radiateur en de condensor en verwijder eventueel vuil. Als een van bovenstaande onderdelen erg vuil is of als u niet zeker bent van de staat ervan, laat dan uw auto nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 309 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud Accu Controleer de accu als volgt.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 310 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud ■ Controle van de accuvloeistof Controleer of het niveau zich tussen het bovenste en het onderste streepje bevindt. BOVENSTE STREEPJE ONDERSTE STREEPJE Als het niveau zich op of onder het onderste streepje bevindt, moet gedestilleerd water worden bijgevuld. ■ Bijvullen van gedestilleerd water Laag In orde STAP 1 Verwijder de vuldop. STAP 2 Vul gedestilleerd water bij.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 311 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud ■ Voorzorgsmaatregelen voor het opladen van de accu Tijdens het opladen van de accu ontstaat het licht ontvlambare en explosieve waterstof. Voer daarom vóór het laden de volgende handelingen uit: ● Als de accu in de auto is gemonteerd, moet voorafgaand aan het opladen de massakabel worden losgenomen. ● Controleer of de acculader tijdens het aansluiten en losnemen van de accuklemmen is uitgeschakeld.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 312 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud WAARSCHUWING ■ Chemicaliën in de accu Accuzuur is giftig en bijtend en kan het ontstaan van een licht ontvlambare en explosieve waterstof veroorzaken. Neem bij werkzaamheden bij of aan de accu de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om ernstig letsel te voorkomen: ● Veroorzaak geen vonken met gereedschap. ● Rook nooit en steek nooit een lucifer of een aansteker aan bij de accu.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 313 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud OPMERKING ■ Bij het opladen van de accu Probeer de accu nooit op te laden bij draaiende motor. Controleer ook of alle accessoires zijn uitgeschakeld. ■ Bij het bijvullen van gedestilleerd water Vul niet te veel bij. Anders kan er bij intensief laden accuvloeistof lekken, waardoor corrosie kan worden veroorzaakt.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 314 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud WAARSCHUWING ■ Bij het bijvullen van ruitensproeiervloeistof Vul geen ruitensproeiervloeistof bij als de motor draait of nog niet is afgekoeld. Ruitensproeiervloeistof bevat alcohol en kan vlam vatten als het bijvoorbeeld op hete motoronderdelen wordt gemorst. OPMERKING ■ Ruitensproeiervloeistof Gebruik geen zeepsop of motorantivries in plaats van ruitensproeiervloeistof.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 315 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud Banden Vervang of verwissel banden afhankelijk van het onderhoudsschema en het slijtagepatroon. ■ Controleren van de banden Controleer of de slijtage-indicatoren op de banden te zien zijn. Controleer de banden tevens op ongelijkmatige slijtage, zoals overmatige slijtage aan een zijde van het loopvlak. Controleer de staat en de bandenspanning van het reservewiel ook als het niet gebruikt wordt.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 316 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud Auto's met een reservewiel van hetzelfde type als de gemonteerde wielen Wissel de banden zoals aangegeven in de afbeelding. Voor Toyota beveelt aan om de banden ongeveer elke 10.000 km van plaats te wisselen om een gelijkmatig slijtagepatroon en een langere levensduur van de banden te verkrijgen.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 317 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud ■ Initialiseren van bandenspanningswaarschuwingssysteem STAP 1 Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand en zet het contact UIT. Er kan niet worden geïnitialiseerd wanneer de auto rijdt. STAP 2 Breng de banden op de voorgeschreven spanning. (→Blz. 445) Breng de banden op de voorgeschreven spanning voor de banden in koude toestand.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 318 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud STAP 5 Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Laat het contact enkele minuten AAN staan en zet het vervolgens UIT. Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Laat het contact een paar minuten AAN staan en zet het vervolgens in de stand ACC of UIT. Registreren van identificatiecodes De bandenspanningssensoren en -zenders zijn voorzien van een unieke identificatiecode.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 319 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud ■ Wanneer moeten banden worden vervangen Banden moeten worden vervangen als: ● De slijtage-indicatoren zijn te zien op een band.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 320 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 321 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 322 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud WAARSCHUWING ■ Werking bandenspanningswaarschuwingssysteem Mogelijk treedt het bandenspanningswaarschuwingssysteem niet meteen in werking bij een klapband of als er plotseling een lek ontstaat. ■ Bij het controleren of vervangen van de banden Houd u aan de volgende voorzorgsmaatregelen om ongevallen te voorkomen.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 323 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 324 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud Bandenspanning Zorg ervoor dat de banden de juiste spanning hebben. De bandenspanning moet ten minste eenmaal per maand gecontroleerd worden. Toyota beveelt u echter aan de bandenspanning eens per twee weken te controleren. (→Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 325 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud WAARSCHUWING ■ Een goede bandenspanning zorgt voor een langere levensduur van de banden Houd de bandenspanning op de juiste waarde. Als de banden niet de juiste spanning hebben, kunnen onderstaande zaken zich voordoen. Dit kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 326 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud Velgen Als een velg verbuigingen of scheuren vertoont of erg gecorrodeerd is, moet deze vervangen worden. Anders kan de band van de velg raken of kan de auto moeilijk beheersbaar worden. ■ Keuze van velg Let er bij het vervangen van velgen op dat deze hetzelfde draagvermogen, dezelfde diameter, velgbreedte en ET-waarde* hebben.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 327 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud ■ Vervangen van velgen De velgen van uw Toyota zijn uitgerust met bandenspanningssensoren en zenders voor het bandenspanningswaarschuwingssysteem, dat in een vroegtijdig stadium waarschuwt als de bandenspanning te laag wordt. Bij het vervangen van velgen moeten er bandenspanningssensoren en -zenders worden geplaatst. (→Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 328 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud OPMERKING ■ Vervangen van bandenspanningssensoren en -zenders ● Omdat het repareren of vervangen van een band invloed kan hebben op de bandenspanningssensoren en -zenders, adviseren we u deze werkzaamheden uit te laten voeren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 329 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud Interieurfilter Het interieurfilter moet regelmatig worden vervangen om de optimale werking van de airconditioning te behouden. ■ Verwijderen STAP 1 Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop Zet het contact UIT. Auto's met Smart entry-systeem en startknop Zet het contact UIT. STAP 2 Open het dashboardkastje. Maak de demper los.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 330 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud STAP 4 Laat het dashboardkastje langzaam zakken totdat het oppervlak horizontaal is en trek het naar buiten. (Wanneer u met gematigde kracht trekt, worden de onderste klauwen vrijgemaakt.) Onderste klauw Aangrijpingspunt klauw onderste Trek niet met geweld aan het dashboardkastje.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 331 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud ■ Controle-interval Controleer en vervang het interieurfilter volgens het onderhoudsschema. In gebieden met veel stof of met veel verkeer moet vervanging vaker plaatsvinden. (Zie het onderhoudsboekje of het garantieboekje voor het onderhoudsschema.) ■ Als er te weinig lucht uit de ventilatieroosters stroomt Het filter kan verstopt zitten. Controleer het filter en vervang het indien nodig.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 332 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud Batterij afstandsbediening/elektronische sleutel Vervang de batterij door een nieuw exemplaar als deze ontladen raakt.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 333 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud STAP 3 Open het afdekkapje met behulp van een met tape afgedekt muntstuk en verwijder de lege batterij. Plaats een nieuwe batterij met de positieve aansluiting (+) naar boven. ■ Vervangen van de batterij (auto's met Smart entry-systeem en startknop) STAP 1 Neem de mechanische sleutel uit de houder. 4 Onderhoud en verzorging STAP 2 Verwijder het klepje.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 334 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud STAP 3 Verwijder de lege batterij. Plaats een nieuwe batterij met de positieve aansluiting (+) naar boven.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 335 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud WAARSCHUWING ■ Lege batterijen en andere onderdelen Kinderen kunnen deze kleine voorwerpen inslikken en daardoor stikken. Houd deze voorwerpen buiten bereik van kinderen. Als u dat niet doet, kan dat leiden tot ernstig letsel. ■ Verklaring voor de lithiumbatterij ● ALS DE BATTERIJ DOOR EEN ONJUIST TYPE BATTERIJ WORDT VERVANGEN, KAN EEN EXPLOSIE OPTREDEN. GOOI BATTERIJEN NIET WEG, MAAR LEVER ZE IN ALS KCA.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 336 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud Controleren en vervangen van zekeringen Als een bepaalde stroomverbruiker niet werkt, kan het zijn dat een zekering is doorgebrand. Controleer in dat geval de desbetreffende zekering en vervang deze indien nodig. STAP 1 Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop Zet het contact UIT. Auto's met Smart entry-systeem en startknop Zet het contact UIT. STAP 2 Open het deksel van de zekeringenkast.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 337 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud STAP 3 Zie in het geval van een elektrische storing “Plaats en stroomsterkte van zekeringen” (→Blz. 339) voor meer informatie over de te controleren zekeringen. STAP 4 Verwijder de zekering met de zekeringtrekker. STAP 5 Controleer of de zekering is doorgebrand. Type A Goede zekering Defecte zekering 4 Onderhoud en verzorging Vervang de zekering door een zekering met de juiste stroomsterkte.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 338 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud Type C Goede zekering Defecte zekering Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Type D Goede zekering Defecte zekering Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 339 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud Plaats en stroomsterkte van zekeringen ■ Motorruimte Ampère Circuit 1 MIR HTR 7,5 A Buitenspiegelverwarming 2 RDI 25 A Elektrische koelventilator 3 (PUSH-AT) 7,5 A Motor-ECU 4 ABS NR.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 340 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud Zekering 340 FT86_EE Ampère 25 A Circuit Elektrisch bedienbare ruit (passagierszijde) 14 D FL DOOR 15 SPARE Zie opmerking. Reservezekering 16 SPARE Zie opmerking. Reservezekering 17 SPARE Zie opmerking. Reservezekering 18 SPARE Zie opmerking. Reservezekering 19 SPARE Zie opmerking. Reservezekering 20 SPARE Zie opmerking.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 341 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud Zekering Ampère Circuit HORN NR. 2 7,5 A Claxon 38 HORN NR. 1 7,5 A Claxon 39 H-LP LH LO 15 A Linker koplamp (dimlicht) 40 H-LP RH LO 15 A Rechter koplamp (dimlicht) 41 H-LP LH HI 10 A Linker koplamp (grootlicht) 42 H-LP RH HI 10 A Rechter koplamp (grootlicht) 43 INJ 30 A (Sequentieel) multipoint brandstofinspuitsysteem 44 H-LP WASHER 30 A Koplampsproeiers 45 AM2 NR.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 342 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud ■ Dashboard 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 Zekering ECU ACC P/POINT Nr. 2 PANEL TAIL DRL STOP OBD HEATER-S HEATER FR FOG LH FR FOG RH BK/UP LP ECU IG1 AM1 AMP AT UNIT 17 GAUGE 7,5 A 18 19 20 21 22 ECU IG2 SEAT HTR LH SEAT HTR RH RADIO P/POINT Nr.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 343 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud ■ Na het vervangen van een zekering ● Als na het vervangen van de zekering de verlichting nog niet werkt, kan het zijn dat de lamp moet worden vervangen. (→Blz. 344) ● Laat, als de nieuwe zekering direct doorbrandt, de auto controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 344 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud Lampen U kunt de onderstaande lampen desgewenst zelf vervangen. Sommige lampen zijn eenvoudiger te vervangen dan andere lampen. Aangezien de onderdelen beschadigd zouden kunnen raken, raden wij u aan om de vervanging te laten uitvoeren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 345 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 346 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud Lampen vervangen ■ Dimlicht (auto's met halogeenlampen) STAP 1 Draai de lamphouder linksom. STAP 2 Neem de stekker los, terwijl de borglip wordt ingedrukt. STAP 3 Vervang de lamp en plaats de lamphouder. Breng de 3 nokken op de lamp in lijn met de bevestiging en steek de lamp erin.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 347 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud STAP 4 Draai de lamphouder en zet hem vast. Beweeg de lamphouder voorzichtig om te controleren of hij niet loszit en schakel de dimlichten in om visueel te controleren of er geen licht langs de bevestiging schijnt. ■ Grootlicht (auto's met halogeenlampen) STAP 1 Neem de stekker los, terwijl de borglip wordt ingedrukt. 4 Draai de lamphouder linksom. STAP 3 Plaats een nieuwe lamp.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 348 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud STAP 4 Draai de lamp en zet hem vast. Sluit de stekker aan. Beweeg de lamphouder voorzichtig om te controleren of hij niet loszit en zet het grootlicht aan om visueel te controleren of er geen licht langs de bevestiging schijnt. ■ Parkeerlichten voor (auto's met halogeenkoplampen) STAP 1 Draai de lamphouder linksom. STAP 2 Verwijder de lamp.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 349 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud ■ Richtingaanwijzers opzij STAP 1 Draai het stuurwiel in de tegenovergestelde richting van de lamp die u wilt vervangen. Draai het stuurwiel zo dat uw hand gemakkelijk tussen de band en de wielkuip past. STAP 2 Verwijder de clip en verwijder de wielkuip gedeeltelijk. Omwikkel het uiteinde van de schroevendraaier met een doek om schade aan de auto te voorkomen. 4 Neem de klauw van de verlichting los.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 350 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud STAP 4 Trek de lamp naar buiten en draai het lampglas linksom. STAP 5 Verwijder de lamp. STAP 6 Plaatsen: Herhaal de genoemde stappen in omgekeerde volgorde. ■ Richtingaanwijzers voor STAP 1 Draai het stuurwiel in de tegenovergestelde richting van de lamp die u wilt vervangen. Draai het stuurwiel zo dat uw hand gemakkelijk tussen de band en de wielkuip past.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 351 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud STAP 2 Verwijder de clips en verwijder de wielkuip gedeeltelijk. Omwikkel het uiteinde van de schroevendraaier met een doek om schade aan de auto te voorkomen. STAP 3 Draai de lamphouder linksom. STAP 4 Verwijder de lamp. Onderhoud en verzorging STAP 5 4 Plaatsen: Herhaal de genoemde stappen in omgekeerde volgorde.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 352 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud ■ Dagrijverlichting (auto's met halogeenkoplampen)/mistlampen voor (indien aanwezig) STAP 1 Draai het stuurwiel in de tegenovergestelde richting van de lamp die u wilt vervangen. Draai het stuurwiel zo dat uw hand gemakkelijk tussen de band en de wielkuip past. STAP 2 Verwijder de clips en verwijder de wielkuip gedeeltelijk.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 353 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud STAP 3 Dagrijverlichting/mistlampen voor Mistlampen voor Neem de stekker los en verwijder de lamp. Dagrijverlichting Verwijder de lamp. STAP 3 Dagrijverlichting Verwijder de lamp. 4 Vervang de lamp door een nieuw exemplaar. STAP 5 Dagrijverlichting/mistlampen voor Draai de lamp en zet hem vast. Sluit de stekker aan. Onderhoud en verzorging 4 STAP 5 Dagrijverlichting Draai de lamp en zet hem vast.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 354 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud ■ Mistlampen voor (auto's met gasontladingskoplampen) STAP 1 Draai het stuurwiel in de tegenovergestelde richting van de lamp die u wilt vervangen. Draai het stuurwiel zo dat uw hand gemakkelijk tussen de band en de wielkuip past. STAP 2 Verwijder de clips en verwijder de wielkuip gedeeltelijk. Omwikkel het uiteinde van de schroevendraaier met een doek om schade aan de auto te voorkomen.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 355 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud STAP 4 STAP 5 Verwijder de lamp. Plaatsen: Herhaal de genoemde stappen in omgekeerde volgorde.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 356 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud ■ Richtingaanwijzers achter STAP 1 Sommige uitvoeringen: Verwijder de clip en verwijder het kapje gedeeltelijk. Omwikkel het uiteinde van de schroevendraaier met een doek om schade aan de auto te voorkomen. STAP 2 Draai de lamphouder linksom. STAP 3 Verwijder de lamp. STAP 4 356 FT86_EE Plaatsen: Herhaal de genoemde stappen in omgekeerde volgorde.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 357 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud ■ Achteruitrijlichten STAP 1 Verwijder de clips. Omwikkel het uiteinde van de schroevendraaier met een doek om schade aan de auto te voorkomen. STAP 2 Draai de lamphouder linksom. 4 STAP 4 Verwijder de lamp. Onderhoud en verzorging STAP 3 Plaatsen: Herhaal de genoemde stappen in omgekeerde volgorde.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 358 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud ■ Mistachterlicht STAP 1 Verwijder de clips. Omwikkel het uiteinde van de schroevendraaier met een doek om schade aan de auto te voorkomen. STAP 2 Draai de lamphouder linksom. STAP 3 Verwijder de lamp. STAP 4 358 FT86_EE Plaatsen: Herhaal de genoemde stappen in omgekeerde volgorde.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 359 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud ■ Kentekenplaatverlichting STAP 1 Auto's met een achterpaneel van de bagageruimte: Verwijder de clips van het achterpaneel van de bagageruimte en verwijder het achterpaneel gedeeltelijk. Omwikkel het uiteinde van de schroevendraaier met een doek om schade aan de auto te voorkomen. STAP 2 Draai de lamphouder linksom. 4 STAP 4 Onderhoud en verzorging STAP 3 Verwijder de lamp.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 360 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud ■ Vervangen van de volgende lampen Laat de onderstaande lampen vervangen door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 361 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud ■ Bij het vervangen van lampen Toyota raadt u aan om originele Toyota-producten te gebruiken, die speciaal voor deze auto ontworpen zijn. Doordat bepaalde lampen in verbinding staan met circuits die zijn ontworpen om overbelasting te voorkomen, kunnen niet-originele onderdelen of onderdelen die niet voor deze auto ontworpen zijn onbruikbaar zijn.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 362 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 4-3. Zelf uit te voeren onderhoud WAARSCHUWING ■ Gasontladingskoplampen (indien aanwezig) ● Neem vóór het vervangen van de gasontladingskoplamp (inclusief de lampen) contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. ● Raak de hoogspanningsfitting van de gasontladingslampen niet aan wanneer de koplampen worden ingeschakeld.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 363 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM Bij problemen 5-1. Belangrijke informatie Alarmknipperlichten .......... Als uw auto moet worden gesleept .......................... Als u denkt dat er iets mis is .............................. Uitschakelsysteem brandstofpomp ............... 364 365 372 373 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen Als er een waarschuwingslampje gaat branden of als er een waarschuwingszoemer klinkt... ............................
86_OM_EE_OM18058E.book Page 364 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-1. Belangrijke informatie Alarmknipperlichten De alarmknipperlichten worden gebruikt om andere bestuurders te waarschuwen wanneer de auto tot stilstand moet worden gebracht, bijvoorbeeld bij pech. Druk op de schakelaar. Alle richtingaanwijzers gaan knipperen. Druk nogmaals op de schakelaar om ze weer uit te schakelen.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 365 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-1. Belangrijke informatie Als uw auto moet worden gesleept Als uw auto moet worden gesleept, adviseren wij u dat te laten doen door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige of professioneel bergingsbedrijf, en daarbij gebruik te maken van een lepelwagen of een autoambulance. Gebruik een stevige sleepkabel en neem de wettelijke voorschriften in acht.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 366 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-1. Belangrijke informatie Sleepoog ■ Voordat in een noodgeval gesleept wordt STAP 1 Deactiveer de parkeerrem. STAP 2 Zet de selectiehendel in stand N. STAP 3 Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Zet het contact in stand ACC (motor uit) of AAN (motor draait). Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Zet het contact in stand ACC (motor uit) of AAN (motor draait). ■ Bij het slepen van een auto Sleep geen andere auto.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 367 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-1. Belangrijke informatie OPMERKING ■ Het ontstaan van ernstige schade aan de transmissie tijdens het slepen voorkomen (auto's met automatische transmissie) Sleep een auto nooit aan de achterzijde met alle vier wielen op de grond. Hierdoor kan de transmissie ernstig beschadigd raken. ■ Voorkomen van beschadigingen aan de auto ● Let bij het slepen van deze auto op het volgende: • Gebruik geen staalkabel.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 368 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-1. Belangrijke informatie Achter 368 FT86_EE STAP 2 Plaats het sleepoog in de opening en draai het zo ver mogelijk met de hand vast. STAP 3 Draai het sleepoog stevig vast met behulp van de wielmoersleutel.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 369 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-1. Belangrijke informatie ■ Locatie van het sleepoog →Blz. 386, 396 WAARSCHUWING ■ Plaatsen van de sleepogen op de auto Controleer of het sleepoog goed vastzit. Als dat niet het geval is, dan kunnen de sleepogen bij het slepen losraken. Dat kan leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan. ■ Na het slepen Verwijder altijd het sleepoog. Anders werken de SRS-airbags mogelijk niet goed bij een frontale aanrijding.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 370 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-1. Belangrijke informatie Slepen met een lepelwagen Aan de voorzijde Auto's met automatische transmissie: Gebruik een dolly onder de achterwielen. Auto's met handgeschakelde transmissie: Het wordt aanbevolen om een dolly onder de achterwielen te plaatsen. Activeer de parkeerrem en zet de selectiehendel in stand N wanneer er geen dolly wordt gebruikt.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 371 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-1. Belangrijke informatie OPMERKING ■ Voorkomen van ernstige schade aan de transmissie bij het slepen met een lepelwagen (auto's met automatische transmissie) Sleep een auto nooit aan de voorzijde met de achterwielen op de grond. ■ Voorkomen van beschadiging van de auto ● Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Sleep de auto niet met de achterwielen omhoog terwijl het contact UIT staat of de sleutel is verwijderd.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 372 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-1. Belangrijke informatie Als u denkt dat er iets mis is Als u een van de volgende verschijnselen opmerkt, moet uw auto mogelijk worden afgesteld of gerepareerd. Neem zo snel mogelijk contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. ■ Zichtbare symptomen ● Lekkage onder de auto (Na gebruik van de airconditioning is waterlekkage normaal.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 373 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-1. Belangrijke informatie Uitschakelsysteem brandstofpomp Het uitschakelsysteem van de brandstofpomp onderbreekt de brandstoftoevoer naar de motor om de kans op brandstoflekkage te verkleinen als de motor afslaat of als een airbag wordt geactiveerd als gevolg van een aanrijding. Volg onderstaande procedure om de motor te herstarten als het systeem geactiveerd is.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 374 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen Als er een waarschuwingslampje gaat branden of als er een waarschuwingszoemer klinkt... Voer op rustige wijze onderstaande handelingen uit als een van de waarschuwingslampjes gaat branden of knipperen. Als een van de lampjes gaat branden of knipperen en daarna weer uitgaat, is er niet noodzakelijkerwijs een defect in het systeem aanwezig. Breng de auto direct tot stilstand.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 375 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen Laat uw auto onmiddellijk controleren. Het niet laten onderzoeken van de oorzaak van de volgende waarschuwingen kan leiden tot een abnormale werking van het systeem en mogelijk een ongeval veroorzaken. Laat uw auto direct controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 376 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen Waarschuwingslampje Waarschuwingslampje/details Waarschuwingslampje automatische verticale koplampverstelling (indien aanwezig) Geeft een storing aan in de automatische verticale koplampverstelling. (Gaat branden geel) Controlelampje cruise control (indien aanwezig) Geeft aan dat er een storing aanwezig is in het cruise control-systeem.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 377 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen Volg de correctieprocedures. Controleer, nadat de noodzakelijke handelingen uitgevoerd zijn om het probleem te verhelpen, of de waarschuwingslampjes uitgaan. Waarschuwingslampje (In het instrumentenpaneel) Waarschuwingslampje open portier/achterklep Geeft aan dat een portier of de achterklep niet geheel gesloten is.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 378 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen Waarschuwingslampje Waarschuwingslampje/details Correctieprocedure Waarschuwingslampje lage bandenspanning Als het lampje gaat branden: Lage bandenspanning, bijvoorbeeld door • Natuurlijke oorzaken (→Blz. 379) • Lekke band (→Blz. 386, 395) Als het lampje gaat branden nadat het gedurende 1 minuut geknipperd heeft: Storing in het bandenspanningswaarschuwingssysteem (→Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 379 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen * : Waarschuwingszoemer bestuurders- en voorpassagiersgordel: De waarschuwingszoemer voor de veiligheidsgordel herinnert de bestuurder en de voorpassagier eraan de veiligheidsgordel om te doen. De zoemer klinkt gedurende 30 seconden nadat de auto een snelheid van ten minste 20 km/h heeft bereikt.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 380 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen ■ Als het bandenspanningswaarschuwingssysteem buiten werking is Het bandenspanningswaarschuwingssysteem wordt onder de volgende omstandigheden uitgeschakeld: (Als de omstandigheden weer normaal zijn, zal het systeem weer correct werken.) ● Als er banden zonder bandenspanningssensoren en -zenders worden gebruikt.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 381 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen WAARSCHUWING ■ Als het waarschuwingslampje lage bandenspanning gaat branden Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht. Als u dat niet doet, kunt u de macht over het stuur verliezen, waardoor ernstig letsel kan ontstaan. ● Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats. Breng de banden meteen op spanning.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 382 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen Volg de correctieprocedures. (auto's met Smart entry-systeem en startknop) Controleer, nadat de noodzakelijke handelingen uitgevoerd zijn om het probleem te verhelpen, of het waarschuwingslampje uitgaat.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 383 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 384 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 385 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen Interieur- Exterieurzoemer zoemer Een keer ⎯ Waarschuwingslampje (Knippert gedurende 15 seconden geel.) Waarschuwingslampje/details Correctieprocedure Controlelampje Smart entrysysteem met startknop De elektronische sleutel kon niet worden gesignaleerd, ook niet nadat de startknop eenmaal werd ingedrukt.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 386 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen Als de auto een lekke band heeft (auto's met reservewiel) Uw auto is voorzien van een reservewiel. De lekke band kan worden vervangen door het reservewiel. ■ Voor het opkrikken van de auto ● Breng de auto tot stilstand op een stevige, vlakke ondergrond. ● Activeer de parkeerrem.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 387 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen Verwijderen van het reservewiel Draai de bevestiging van het reservewiel los. Vervangen van wiel met een lekke band STAP 1 Plaats wielblokken.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 388 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen STAP 2 Draai de wielmoeren iets los (één slag). STAP 3 Draai deel A van de krik met de hand aan totdat de uitsparing in de kop van de krik in contact komt met het kriksteunpunt. STAP 4 Draai de krik vervolgens verder omhoog totdat het wiel vrij van de grond is. STAP 5 Verwijder alle wielmoeren en het wiel.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 389 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen Plaatsen van het reservewiel Verwijder eventueel aanwezige verontreinigingen van het contactvlak van de velg. STAP 1 Als er verontreinigingen op het contactvlak aanwezig zijn, kunnen tijdens het rijden de wielmoeren los lopen, waardoor het wiel los kan raken van de auto.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 390 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen Draai iedere moer twee of drie keer aan in de volgorde die in de afbeelding is aangeven. STAP 4 Aanhaalmoment: 120 Nm (12,2 kgm, 89 ft•lbf) STAP 5 Berg het wiel met de lekke band, de krik en het gereedschap op. ■ Na het vervangen van het wiel Het bandenspanningswaarschuwingssysteem moet gereset worden. (→Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 391 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 392 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen WAARSCHUWING ■ Gebruiken van de krik Onjuist gebruik van de krik kan ernstig letsel veroorzaken als de auto van de krik af valt. ● Gebruik de krik uitsluitend voor het verwisselen van een wiel of de montage en het verwijderen van sneeuwkettingen. ● Gebruik voor het verwisselen van een lekke band uitsluitend de met de auto meegeleverde krik.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 393 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen WAARSCHUWING ■ Vervangen van wiel met een lekke band ● Raak de wielen of het gedeelte rond de remmen niet aan direct nadat met de auto is gereden. Nadat met de auto is gereden, zijn de wielen en het gedeelte rond de remmen mogelijk zeer heet. Wanneer u deze delen tijdens het verwisselen van een wiel, enz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 394 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen OPMERKING ■ Rijd niet door als de auto een lekke band heeft. Rijd nooit door met een lekke band. Zelfs als er over een korte afstand met een lekke band wordt doorgereden, kunnen band en velg zodanig beschadigd worden dat reparatie niet meer mogelijk is.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 395 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen Als de auto een lekke band heeft (auto's met een bandenreparatieset) Uw auto is niet uitgerust met een reservewiel, maar wel met een bandenreparatieset. Een lek dat wordt veroorzaakt door een spijker of schroef die door het loopvlak van de band steekt, kan tijdelijk worden gerepareerd met de bandenreparatieset. (De set bestaat uit een fles met bandenreparatievloeistof.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 396 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen ■ Plaats van bandenreparatieset, krik en gereedschap Krikslinger Sleepoog Bandenreparatieset Krik* Wielmoersleutel Schroevendraaier *: Gebruik van de krik (→Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 397 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen Voordat u een noodreparatie uitvoert Controleer de mate waarin de band beschadigd is. • Haal de spijker of schroef niet uit de band. Door het verwijderen van de spijker of de schroef kan het gat groter worden waardoor de band niet meer tijdelijk gerepareerd kan worden.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 398 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen ■ In de volgende gevallen is reparatie van de band met behulp van de bandenreparatieset niet mogelijk. Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 399 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen Reparatiemethode in noodgevallen STAP 1 Schud de fles met bandenreparatievloeistof meermaals op en neer en verwijder de dop van de fles. STAP 2 Schroef de inspuitslang op de fles met bandenreparatievloeistof. Op het moment dat de inspuitslang wordt vastgeschroefd, wordt de aluminium verzegeling van de fles doorboord.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 400 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen Draai de ventielsleutel linksom en trek het binnenste deel uit het ventiel. STAP 5 Binnenste deel ventiel Verwijder de plug van de inspuitslang. STAP 6 Plug Inspuitslang STAP 7 Ventiel Sluit de inspuitslang aan op het ventiel. Inspuitslang STAP 8 400 FT86_EE Spuit de bandenreparatievloeistof uit de fles in. Houd de fles vast en kantel deze.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 401 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen STAP 9 Ventielsleutel Haal de inspuitslang van het ventiel en schroef met de ventielsleutel het binnenste deel van het ventiel rechtsom terug in het ventiel. Binnenste deel ventiel STAP 10 Bevestig de sticker zoals aangegeven. Verwijder vuil en vocht van het wiel voordat u de sticker bevestigt.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 402 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen STAP 12 Voedingsaansluiting Accessoireaansluiting Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Het contact moet in stand ACC staan. Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Het contact moet in stand ACC staan. Sluit de slang van de compressor aan door hem op het ventiel te schroeven.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 403 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen Zet de compressor aan en vul de band met lucht tot de voorgeschreven spanning is bereikt. STAP 15 Schakelaar STAP 16 Zet de compressor UIT als de drukmeter op de slang de voorgeschreven bandenspanning aangeeft. Als de voorgeschreven spanning niet binnen 10 minuten wordt bereikt, is de band te zwaar beschadigd en kan hij niet worden gerepareerd.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 404 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen STAP 20 Lees de bandenspanning af op de manometer. Als de bandenspanning 130 kPa (1,3 kg/cm2 of bar, 19 psi) of hoger is, vul dan met de compressor lucht bij tot de voorgeschreven bandenspanning is bereikt. Als de bandenspanning lager is dan 130 kPa (1,3 kg/cm2 of bar, 19 psi), is de uitgevoerde noodreparatie niet veilig voor gebruik omdat de band te zwaar is beschadigd.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 405 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen ■ Nadat een band is gerepareerd met de bandenreparatieset ● Vervang de bandenspanningssensor en -zender. ● Zelfs als de bandenspanning op het voorgeschreven niveau ligt, gaat mogelijk het waarschuwingslampje lage bandenspanning branden/knipperen.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 406 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen WAARSCHUWING ■ Rijd niet door als de auto een lekke band heeft Rijd nooit door met een lekke band. Zelfs als er over een korte afstand met een lekke band wordt doorgereden, kunnen band en velg zodanig beschadigd worden dat reparatie niet meer mogelijk is. Door het rijden met een lekke band kan er op de wang rondom een groef ontstaan.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 407 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen WAARSCHUWING ■ Bij het repareren van een lekke band ● Parkeer de auto op een veilige plaats en een vlakke ondergrond. ● Als u met kracht aan de ventielsleutel draait als er nog lucht in de band zit, kan het binnenste deel met kracht uit het ventiel schieten. Let daarom goed op. ● Pas goed op.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 408 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen WAARSCHUWING ■ Bij het repareren van een lekke band ● Nadat de band gevuld is, kunnen er spetters bandenreparatievloeistof naar buiten komen als de slang wordt losgemaakt of wanneer u lucht uit de band laat ontsnappen. ● Volg voor het repareren van de band de volgende procedure. Als u de procedures niet volgt, kan de bandenreparatievloeistof naar buiten spuiten.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 409 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen OPMERKING ■ Een noodreparatie uitvoeren ● Een band mag alleen met de bandenreparatieset worden gerepareerd indien de beschadiging is veroorzaakt door perforatie van het loopvlak door een scherp voorwerp, zoals een spijker of een schroef. Verwijder de spijker of de schroef niet uit de band.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 410 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen OPMERKING ■ Voorkomen van schade aan de bandenspanningssensoren en -zenders Als een band is gerepareerd met bandenreparatievloeistof, werken de bandenspanningssensor en -zender mogelijk niet goed.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 411 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen Als de motor niet wil aanslaan Als de motor niet wil aanslaan terwijl wel de juiste startprocedures zijn gevolgd (→Blz. 169, 178), dan kan dat de volgende oorzaken hebben: ■ De motor slaat niet aan terwijl de startmotor wel normaal werkt. Mogelijk wordt het probleem veroorzaakt door een van de onderstaande zaken. ● Er is mogelijk onvoldoende brandstof aanwezig in de tank.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 412 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen ■ De startmotor draait niet, de interieurverlichting en de koplampen gaan niet aan of de claxon maakt geen geluid. Mogelijk wordt het probleem veroorzaakt door een van de onderstaande zaken. ● Een of beide accuklemmen zit(ten) los. ● De accu kan te ver ontladen zijn. (→Blz. 420) ● Er kan een storing aanwezig zijn in het stuurslotsysteem.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 413 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen Auto's met handgeschakelde transmissie STAP 1 Activeer de parkeerrem. STAP 2 Zet de selectiehendel in stand N. STAP 3 Zet het contact in stand ACC. STAP 4 Houd het rempedaal en het koppelingspedaal stevig ingetrapt en druk de startknop gedurende ongeveer 15 seconden in. Ook als de auto aan de hand van deze stappen kan worden gestart, kan er een storing in het systeem zijn.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 414 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen Als de selectiehendel niet uit stand P kan worden gezet (auto's met automatische transmissie) Als de selectiehendel niet in een andere stand gezet kan worden terwijl u het rempedaal ingetrapt hebt, kan er een probleem aanwezig zijn in het schakelblokkeersysteem (een systeem dat voorkomt dat de selectiehendel per ongeluk in een andere stand gezet kan worden).
86_OM_EE_OM18058E.book Page 415 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen Als u uw sleutels verliest Een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige kan nieuwe originele sleutels maken. Bij auto's zonder Smart entry-systeem en startknop dient u de hoofdsleutel en het plaatje met het sleutelnummer mee te brengen.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 416 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen Als de elektronische sleutel niet goed werkt (auto's met Smart entry-systeem en startknop) Als de communicatie tussen de elektronische sleutel en de auto is verbroken (→Blz. 40) of de elektronische sleutel niet kan worden gebruikt omdat de batterij leeg is, werken het Smart entry-systeem en startknop en de afstandsbediening niet.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 417 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen Achterklep (alleen auto's met linkse besturing) Draai de mechanische sleutel rechtsom om de achterklep te ontgrendelen. Starten van de motor Auto's met automatische transmissie STAP 1 Controleer of de selectiehendel in stand P staat en trap het rempedaal stevig in. STAP 2 Houd de zijde van de elektronische sleutel met het Toyota-logo tegen de startknop.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 418 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen Auto's met handgeschakelde transmissie STAP 1 Controleer of de selectiehendel in stand N staat en trap het koppelingspedaal in. STAP 2 Houd de zijde van de elektronische sleutel met het Toyotalogo tegen de startknop. Wanneer de elektronische sleutel wordt gesignaleerd, klinkt er een zoemer en wordt het contact AAN gezet.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 419 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen ■ Uitzetten van de motor Auto's met automatische transmissie: Zet de selectiehendel in stand P en druk op de startknop zoals u normaal doet bij het afzetten van de motor. Auto's met handgeschakelde transmissie: Zet de selectiehendel in stand N en druk op de startknop zoals u normaal doet bij het afzetten van de motor.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 420 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen Als de accu ontladen is Als de accu van de auto ontladen is, kan de motor met behulp van de onderstaande procedures worden gestart. U kunt contact opnemen met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 421 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen Auto's met rechtse besturing Sluit de startkabel aan op de pluspool (+) van de accu van uw auto. Sluit de andere kant van de kabel aan op de pluspool (+) van de accu van de tweede auto. Sluit de startkabel aan op de minpool (-) van de accu in de tweede auto Sluit de startkabel aan op een massapunt van uw auto zoals aangegeven in de afbeelding. Start de motor van de tweede auto.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 422 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen STAP 5 Verwijder de hulpstartkabels in exact de omgekeerde volgorde van aansluiten zodra de motor van uw auto aangeslagen is. Laat, nadat de motor van uw auto aangeslagen is, de auto zo snel mogelijk nakijken door een erkende Toyota-dealer of hersteller/ reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 423 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen ● De stand van het contact wordt door de auto opgeslagen. Wanneer de accu weer wordt aangesloten, keert het systeem terug naar de stand die was geselecteerd voordat de accu ontladen raakte. Zet vóór het losnemen van de accu het contact UIT. Wees extra voorzichtig bij het aansluiten van de accu wanneer u niet zeker weet in welke stand het contact stond voordat de accu werd opgeladen.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 424 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen WAARSCHUWING ■ Voorkomen van beschadigingen aan de auto Probeer de auto niet aan te duwen of aan te slepen omdat hierdoor de driewegkatalysator te heet kan worden en er brand kan ontstaan. OPMERKING ■ Omgaan met startkabels Let er op dat de startkabels niet in aanraking kunnen komen met de koelventilatoren of met een van de aandrijfriemen bij het aansluiten of losnemen van de kabels.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 425 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen Als de motor oververhit raakt Als de motor oververhit raakt: STAP 1 Breng de auto op een veilige plaats tot stilstand en schakel de airconditioning uit. STAP 2 Controleer of er stoom onder de motorkap vandaan komt. Als er stoom te zien is: Zet de motor af. Open, nadat de stoom is verdwenen, de motorkap voorzichtig en start de motor weer.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 426 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen STAP 5 Vul indien nodig koelvloeistof bij. In noodgevallen mag ook water gebruikt worden als u geen koelvloeistof bij de hand hebt. (→Blz. 441) Laat de auto zo snel mogelijk nakijken door een erkende Toyotadealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 427 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen OPMERKING ■ Bijvullen van koelvloeistof Wacht totdat de motor is afgekoeld alvorens koelvloeistof bij te vullen. Vul het systeem langzaam met koelvloeistof. Het te snel bijvullen van koude koelvloeistof bij een hete motor kan schade aan de motor veroorzaken.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 428 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen Als de auto vast komt te zitten Voer de volgende procedures uit als de banden doorslippen of als de auto vastzit in modder, sneeuw, enz: STAP 1 Zet de motor af. Activeer de parkeerrem en zet de selectiehendel in stand P (auto's met automatische transmissie) of in de vrijstand (auto's met handgeschakelde transmissie). STAP 2 Verwijder modder, sneeuw of zand rond de achterwielen.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 429 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen WAARSCHUWING ■ Bij het vrij proberen te krijgen van een auto die vastzit Als u de auto in beweging wilt krijgen door te “schommelen”, controleer dan eerst of er in de omgeving van de auto geen andere auto's, objecten of personen aanwezig zijn die geraakt zouden kunnen worden als de auto plotseling in beweging komt.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 430 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen Als uw auto in geval van nood tot stilstand moet worden gebracht Breng de auto alleen in noodgevallen, bijvoorbeeld wanneer de auto niet op de normale manier stilgezet kan worden, als volgt tot stilstand: STAP 1 Trap het rempedaal met beide voeten stevig in. Rem niet “pompend”; hierdoor is meer kracht nodig om de auto tot stilstand te brengen. STAP 2 Zet de selectiehendel in stand N.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 431 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen STAP 4 Houd de startknop ten minste 2 seconden ingedrukt of druk deze 3 maal of vaker achter elkaar kort in STAP 5 Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Houd de startknop gedurende ten minste 2 seconden ingedrukt of druk hem driemaal achter elkaar kort in om de motor uit te schakelen. Breng de auto op een veilige plaats langs de weg tot stilstand.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 432 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 5-2.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 433 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM Voertuigspecificaties 6 6-1. Specificaties Onderhoudsgegevens (brandstof, oliepeil, enz.)................................ 434 Informatie over brandstof......................... 447 6-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen......
86_OM_EE_OM18058E.book Page 434 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 6-1. Specificaties Onderhoudsgegevens (brandstof, oliepeil, enz.) Afmetingen en gewichten Totale lengte 4.240 mm (166,9 in.)*2 4.255 mm (167,5 in.)*3 Totale breedte 1.775 mm (69,9 in.)*4 1.795 mm (70,6 in.)*5 Totale hoogte*1 1.320 mm (52,0 in.) Wielbasis 2.570 mm (101,2 in.) Spoorbreedte Voor 1.520 mm (59,8 in.) Achter 1.540 mm (60,6 in.) Maximaal toelaatbaar voertuiggewicht Maximale asbelasting Voor 876 kg (1.931 lb.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 435 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 6-1. Specificaties Identificatie van de auto ■ Voertuigidentificatienummer Het voertuigidentificatienummer (VIN) is het wettelijke identificatienummer van uw auto. Dit is het belangrijkste identificatienummer van uw Toyota. Het wordt gebruikt voor het op naam zetten van de auto. Dit nummer is aangebracht onder de rechter voorstoel. Dit nummer bevindt zich links boven op het carrosseriepaneel.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 436 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 6-1. Specificaties ■ Motornummer Het motornummer is op de aangegeven plaats ingeslagen in het motorblok.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 437 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 6-1. Specificaties Motor Uitvoering FA20 Soort Horizontaal tegenover elkaar geplaatste, vloeistofgekoelde 4-cilinder viertakt benzinemotor Boring x slag 86,0 × 86,0 mm (3,39 × 3,39 in.) Cilinderinhoud 1.998 cm3 (121,93 cu.in.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 438 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 6-1. Specificaties Smeersysteem Inhoud (verversen ⎯ bij benadering*) Zonder filter Met filter *: 5,2 l (5,5 qt., 4,6 Imp. qt.) 5,4 l (5,7 qt., 4,8 Imp. qt.) De aangegeven hoeveelheid motorolie is een referentiehoeveelheid voor het verversen van de motorolie. Breng de motor op bedrijfstemperatuur en zet de motor uit, wacht ten minste 5 minuten en controleer het oliepeil met de peilstok.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 439 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 6-1. Specificaties Aanbevolen viscositeit (SAE): Aanbevolen Te verwachten temperatuurbereik tot de volgende verversing Uw Toyota is af fabriek gevuld met motorolie met een viscositeit van SAE 0W-20. Deze motorolie is de beste keuze voor uw auto vanwege een laag brandstofverbruik en goede starteigenschappen bij koud weer. U kunt de viscositeit SAE 5W-30 gebruiken als SAE 0W-20 niet beschikbaar is.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 440 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 6-1. Specificaties Merktekens oliekwaliteit: Let er bij het aanschaffen van motorolie op of ten minste één van beide bovenstaande symbolen op de verpakking is gedrukt. API-symbool Bovenste deel: Geeft de kwaliteit van de motorolie aan door middel van een afkorting zoals SN. Deze aanduiding is vastgesteld door API (American Petroleum Institute).
86_OM_EE_OM18058E.book Page 441 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 6-1. Specificaties Koelsysteem Inhoud Auto's met automatische transmissie 7,5 l (7,9 qt., 6,6 Imp. qt.) Auto's met handgeschakelde transmissie 7,2 l (7,6 qt., 6,3 Imp. qt.) Soort koelvloeistof Gebruik een van de volgende middelen. • TOYOTA Genuine 50/50 Pre-mixed Super Long Life Coolant BLUE • Of een gelijkwaardig product Gebruik geen kraanwater. Ontstekingssysteem Bougie Merk Elektrodenafstand DENSO ZXE27HBR8 0,8 mm (0,031 in.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 442 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 6-1. Specificaties Elektrisch systeem Accu Aanduiding soortelijke massa bij 20°C (68°F): 1,250 ⎯ 1,290 volledig geladen 1,160 ⎯ 1,200 half geladen 1,060 ⎯ 1,100 ontladen Laadstroom Snelladen Normaal laden Max. 15 A Max. 5 A Differentieel Inhoud (bij benadering) 1,15 l (1,22 qt., 1,01 Imp. qt.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 443 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 6-1. Specificaties OPMERKING ■ Differentieelolie Gebruik van andere differentieelolie dan originele Toyota-differentieelolie kan een ratelend geluid bij stationair draaien en een hoger brandstofverbruik tot gevolg hebben. Gebruik nooit verschillende merken door elkaar. Automatische transmissie Inhoud* 7,5 l (7,9 qt., 6,6 Imp. qt.) Soort vloeistof TOYOTA Genuine ATF WS *: De aangegeven hoeveelheid is een globale hoeveelheid.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 444 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 6-1. Specificaties Handgeschakelde transmissie Inhoud transmissievloeistof (referentiewaarde) 2,2 l (2,3 qt., 1,9 Imp.qt.) Oliesoort en viscositeit Gebruik een van de volgende middelen: • TOYOTA Genuine MG Gear Oil special II • Andere transmissievloeistof die voldoet aan de API GL-3* en SAE 75W-90 specificaties *: De aanbevolen oliesoort is API GL-3, maar API GL-4 kan ook worden gebruikt.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 445 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 6-1. Specificaties Remmen Afstand van pedaal tot vloer*1 Min. 55,0 mm (2,16 in.) Vrije slag pedaal 0,5 ⎯ 2,7 mm (0,020 ⎯ 0,106 in.) Slag parkeerremhendel* 7 ⎯ 8 klikken Soort vloeistof SAE J1703 of FMVSS nr. 116 DOT 3 of SAE J1704 of FMVSS nr. 116 DOT 4 2 *1: Minimum afstand van pedaal tot vloer bij een pedaalkracht van 490 N (50 kg, 110 lbf) met draaiende motor.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 446 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 6-1.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 447 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 6-1. Specificaties Informatie over brandstof De motor is ontworpen voor maximale prestaties bij het gebruik van loodvrije benzine met een research-octaangetal van RON 98 of hoger. Als er geen loodvrije benzine met een research-octaangetal van RON 98 beschikbaar is in uw regio, mag ook loodvrije benzine met een research-octaangetal van RON 95 worden gebruikt zonder dat dit ten koste gaat van de levensduur van de motor of de rijeigenschappen.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 448 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 6-1. Specificaties OPMERKING ■ Opmerking over de brandstofkwaliteit ● Gebruik de juiste brandstoffen. De motor zal beschadigd raken wanneer u de verkeerde brandstof gebruikt. ● Gebruik geen loodhoudende benzine. Gebruik van loodhoudende benzine zal de werking van de driewegkatalysator blijvend aantasten, waardoor het emissieregelsysteem niet goed kan werken. ● Gebruik geen methanolhoudende benzine, zoals M15, M85 of M100.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 449 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 6-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen Uw auto is voorzien van verschillende elektronische functies die naargelang uw persoonlijke voorkeur kunnen worden ingesteld. Deze voorkeursinstellingen kunnen alleen met speciaal gereedschap worden uitgevoerd door een erkende Toyota-dealer of hersteller/ reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 450 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM 6-2. Persoonlijke voorkeursinstellingen Onderwerp Afstandsbediening (→Blz. 51) Werking ontgrendelen achterklep Automatische verlichting (→Blz. 208) Gevoeligheid lichtsensor Verlichting (→Blz. 208) Achterruitverwarming (→Blz. 256) Verlichting (→Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 451 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM Trefwoordenlijst Lijst met afkortingen ............... 452 Alfabetische index................... 453 Wat moet u doen als... ...........
86_OM_EE_OM18058E.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 453 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM Alfabetische index Alfabetische index A ABS ........................................... 225 Accessoireaansluitingen ........ 271 Accu Als de accu ontladen is ......... 420 Controleren ........................... 309 Rijden in de winter, voorbereidingen en controles ............................. 233 Achterlichten Toets ..................................... 208 Achterruitverwarming Achterruit............................... 256 Buitenspiegels.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 454 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM Alfabetische index Automatische transmissie Als de selectiehendel niet in een andere stand dan P kan worden gezet............ 414 Automatische transmissie ..... 181 Schakelaar schakelpatroon... 183 Stand handmatige bediening ..184 Automatische verticale koplampverstelling................ 212 AUX-aansluiting .......................258 B Baby- of kinderzitje Babyzitjes, definitie ............... 134 Babyzitjes, plaatsen ..............
86_OM_EE_OM18058E.book Page 455 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM Alfabetische index C Claxon....................................... 193 F Fleshouders ............................. 263 Condensor................................ 308 Consolevak............................... 264 Contactslot ....................... 169, 178 Contactslotverlichting............. 259 Controlelampje bestuurdersgordel................. 377 Controlelampjes.......................198 Cruise control ..........................
86_OM_EE_OM18058E.book Page 456 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM Alfabetische index K Kentekenplaatverlichting Lampen vervangen ............... 344 Vermogen ............................. 446 Kettingen .................................. 233 Kilometerteller.......................... 194 Klok ........................................... 268 Koelsysteem Oververhitting........................ 425 Koelvloeistof Controleren ........................... 306 Inhoud ...................................
86_OM_EE_OM18058E.book Page 457 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM Alfabetische index O Olie Motorolie ............................... 303 Onderhoud Alcantara®............................. 290 Exterieur................................ 282 Interieur................................. 286 Onderhoudsgegevens........... 434 Onderhoudsvoorschriften...... 292 Veiligheidsgordels................. 287 Zelf uit te voeren onderhoud... 295 Ontgrendelingshendel Bagageruimte.......................... 59 Motorkap ..........
86_OM_EE_OM18058E.book Page 458 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM Alfabetische index R 458 FT86_EE Radiateur .................................. 308 Regeling instrumentenverlichting Dimmer dashboardverlichting .......... 196 Remsysteem Parkeerrem ........................... 192 Reservewiel Bandenspanning ................... 445 Opbergmogelijkheden........... 386 Richtingaanwijzers Lampen vervangen ............... 344 Schakelaar ............................ 191 Vermogen .............................
86_OM_EE_OM18058E.book Page 459 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM Alfabetische index Smart entry-systeem met startknop Instapfunctie............................ 33 Plaats van antenne ................. 35 Starten van de motor ............ 169 Snelheidsmeter ........................ 194 Specificaties............................. 434 Spiegels Binnenspiegel .........................80 Buitenspiegels.........................81 Buitenspiegelverwarming...... 256 Make-upspiegels...................
86_OM_EE_OM18058E.book Page 460 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM Alfabetische index V 460 FT86_EE Vastzitten Als uw auto vast komt te zitten ...................... 428 Vehicle Stability Control ......... 225 Veiligheidsgordel voorpassagier, controlelampje.......................377 Veiligheidsgordels Baby- en kinderzitjes plaatsen .............................. 142 Blokkeerautomaat (ELR)......... 74 Dragen van veiligheidsgordels door kinderen........... 74 Gordelgeleider ........................
86_OM_EE_OM18058E.book Page 461 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM Alfabetische index W Waarschuwingslampjes .......... 198 Antiblokkeersysteem............. 375 Automatische verticale koplampverstelling.............. 375 Bandenspanningswaarschuwingssysteem...... 377 Brake Assist-systeem ........... 375 Controlelampje cruise control ...................... 375 Controlelampje Traction Control .................. 375 Elektronisch motorregelsysteem ............. 375 Gordelspanners ....................
86_OM_EE_OM18058E.book Page 462 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM Wat moet u doen als... Wat moet u doen als... Blz. 386 Blz. 395 Als de auto een lekke band heeft Blz. 411 Als de motor niet wil aanslaan Blz. 92 Startblokkering Blz. 420 Als de accu ontladen is Blz. 414 Als de selectiehendel niet in een andere stand dan P kan worden gezet Blz. 425 Als de motor oververhit raakt U uw sleutels bent verloren Blz. 415 Als u uw sleutels verliest De accu ontladen is Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 463 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM Wat moet u doen als... ■Waarschuwingslampjes Waarschuwingslampje remsysteem Blz. 374 Laadstroomcontrolelampje Waarschuwingslampje automatische verticale Blz. 375 koplampverstelling Controlelampje cruise control* Blz. 374 Blz. 375 Waarschuwingslampje lage oliedruk Waarschuwingslampje open portier/achterklep Motorcontrolelampje Waarschuwingslampje laag brandstofniveau Blz. 374 Blz. 375 Waarschuwingslampje SRS Blz. 377 Blz.
86_OM_EE_OM18058E.book Page 464 Thursday, April 23, 2015 3:04 PM INFORMATIE VOOR BIJ HET TANKSTATION Tankdopklep Blz. 88 Openingssysteem achterklep Veiligheidshaak Blz. 298 Blz. 59 Bandenspanning Blz. 445 Tankdopklepontgrendeling Ontgrendelingshendel motorkap Blz. 88 Blz. 298 Inhoud brandstof50 l (13,2 gal., 11,0 Imp. gal.