Operation Manual
NL-41
3. Als in de voorafgaande stap [Selecteren] is
geselecteerd, verschijnt het figuur aan de
rechterkant.
Selecteer de foto u wilt beveiligen met de
e / f-toetsen.
Selecteer het [Afdrukaant.] (maximaal 99) met
de
c / d
-toetsen.
Als de gewenste foto en het aantal is
geselecteerd, drukt u op de SET-toets ter
bevestiging.
4. Kies [Afsl] met de c / d-toetsen, en druk
vervolgens op de SET-toets.
5. Kies [Afdrukken] met de c / d-toetsen, en druk
vervolgens op de SET-toets om het afdrukken
te starten.
6. Het afdrukken start en de figuur aan rechterkant
verschijnt.
In het scherm verschijnt kort [VOLTOOIEN]
als herinnering dat het afdrukken klaar is.
Mocht tijdens het maken van de verbinding
tussen camera en printer een fout worden
gedetecteerd (bijv. Een hardwareprobleem
van de printer), wordt [PRINTFOUT]
weergegeven.
Mocht tijdens de communicatie tussen
camera en printer een fout worden
gedetecteerd (bijv. onjuiste instelling op de camera), verschijnt de foutmelding
[FOUT].
De foto die uitgeprint wordt kan mislukken als de camera plotseling wordt uitgeschakeld.
We raden u aan om de adapter te gebruiken als de camera aangesloten wordt op de printer.