Operation Manual
DU-40
Belichtingscompensatie/Tegenlichtcorrectie
U kunt foto’s nemen waarbij u de achtergrond bewust intenser of donkerder maakt. Deze instellingen
worden gebruikt als er geen geschikte intensiteit (belichting) bereikt kan worden in omstandigheden
waarin het verschil in intensiteit tussen het voorwerp en de achtergrond (het contrast) groot is, of
wanneer het voorwerp dat u wilt fotograferen heel klein is tegen de achtergrond. De belichting kan
ingesteld worden in eenheden van 1/3 EV.
1. Stel de modusschakelaar in op [ ] en stel de modusknop in op
[ P ], [ Tv ], [ Av ], [ ], [ ] of [ ] en druk op de knop.
Elke druk op de knop geeft de volgende instelling in de
reeks [ ] Tegenlichtcorrectie en [ ] Belichtingscompensatie
weer.
2. Stel de belichtingswaarde in met de S / T toetsen.
Druk op de S toets om de waarde te verhogen.
Druk op de T toets om de waarde te verlagen.
De instellingen van de belichtingscompensatie zijn als volgt: -2,0, -1,7, -1,3, -1,0, -0,7, -0,3, 0, +0,3,
+0,7, +1,0, +1,3, +1,7, +2,0.
Druk op de toets om de instelling te bevestigen.
Hoe hoger de waarde, hoe intenser de foto. Hoe lager de waarde, hoe donkerder de foto. De
ingestelde waarde wordt op het scherm weergegeven.