Operation Manual

7
8
Haal de buiten-unit uit doos B.
Monteer de buitenunit altijd waterpas.
De unit kan op houten balken of op
ophangbeugels (accessoire) bevestigd
worden. Demonteer de kunststoffen beschermkap van
de buiten unit door het schroefje los te draaien.
Sluit de bedrading (de zwarte kabel die vanaf de
binnen unit naar buiten is gevoerd) aan op de buiten
unit. De binnen unit geeft de spanning via de
stuurkabel door aan de buiten unit. Let daarbij goed
op dat de nummers 1, 2, 3 en de aardedraad
overeenkomen met het zwarte aansluitblok van de
buiten unit. Zorg dat de kabel onder het borgklepje
bevestigd wordt.
9
Haal de koelleidingen uit de verpakking en demonteer
de plastic afdekdopjes en de wartels van de binnen-
unit.
Rol de leiding voorzichtig een stukje uit. Bevestig deze
op de leidingen van de binnen-unit die uit de muur
naar buiten steken.
Zorg dat de wartel altijd exact recht op de andere
aansluiting bevestigd wordt en draai deze eerst met de
hand vast. Als dit niet soepel gaat zit de wartel niet
exact recht.
Draai de flarewartels met 2 passende steeksleutels
of baco's goed vast. Buig de leidingen voorzichtig in
de gewenste positie en let op dat deze niet knikken.
Bij het knikken van de leiding dient u een nieuwe set
koelleiding te bestellen.
Tape het in het zicht zittende gedeelte van de
leidingen in met de in doos B mee geleverde
isolatiematerialen.
Indien gebruikt wordt gemaakt van een momentsleutel
zijn de aanhaalmomenten:
1/4” koelleiding 16-20 Nm
3/8” koelleiding 29-34 Nm
1/2” koelleiding 49-54 Nm
Indien u geen gebruik maakt van een momentsleutel, draai de koppelingen dan vast totdat
deze niet verder kunnen worden aangedraaid.