Instruction Manual

14
NL
Het fijn afstellen van de zaagbladhoek
1. De positie van zowel de gradenschaal als het
zaagblad kunnen op +/- 1° fijn afgesteld worden
2. Stel het zaagblad in op 0°, waarbij u de
kiephendel ingedrukt houdt
Draai de achterste kiepklem en de nyloc moer
van de zaagblad verstelknop los. (Gebruik de
open zijde van de moersleutel). Stel het zaagblad
op een rechte hoek van de basisplaat of de tafel
in. Draai de kiepklem en de moer vast na het
uitvoeren van aanpassingen.
LET OP: Voor de maximale zaagdiepte stelt u de
zaagdiepte op 2 tot 3 mm van de maximale diepte
zodat de motor de vrije ruimte heeft. De volledige
zaagdiepte kan ingestelt worden nadat deze
aanpassing is gemaakt.
DE ZAAGGELEIDER
De zaaggeleider kan aan beide zijden van het
zaagblad worden gebruikt. Bij het gebruik van de
geleider maakt u gemakkelijk erg nauwkeurige
sneden, in tegenstelling tot het resultaat bij het
handmatig volgen van een potloodmarkering.
Plaats de geleider in de monteersleuf aan de
voorkant van de basisplaat en draai de bout vast
om de geleider op de benodigde breedte vast te
zetten. Voor de maximale zaagbreedte plaatst u
de kartelschroef in het buitenste gat.
LIJNGELEIDER INKEPINGEN
U vindt 2 inkepingen aan de voorzijde van
de basisplaat. Deze inkepingen dienen als
lijngeleider bij het zagen uit de losse hand, en het
volgens van potloodlijn markeringen. Gebruik de
langere, smallere inkepingen voor 90°sneden,
en gebruik de kortere inkepingen voor 4
sneden. Lijn de juiste zijde van de inkeping uit
met de potloodmarkering, waar de dikte van
het zaagblad invloed heeft op de breedte van
gezaagde deel.
Gebruik het 2e paar inkepingen, dichter bij het
zaagblad, om te controleren of de zaag uitgelijnd
blijft tijdens het zagen.
Montage