Operation Manual

3-2 Aansluiten en afdrukken
Aansluitingen
In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de printer opstart.
De USB-kabel aansluiten
Volg onderstaande stappen om de USB-kabel aan te sluiten.
1 Sluit de USB-kabel (niet meegeleverd) aan op de USB Interface .
2 Sluit het andere einde van de USB-kabel aan op de USB-interface
van de computer.
Het netsnoer aansluiten
Installeer de printer dichtbij een AC stopcontact Als u een verlengsnoer
gebruikt, mag de totale lengte van het netsnoer plus het verlengsnoer niet
meer dan 5 meter zijn.
1 Sluit het netsnoer aan op de netsnoeraansluiting aan de achterkant
van de printer.
2 Sluit het andere einde van het netsnoer aan op een stopcontact.
3 Zet de AAN/UIT-schakelaar op AAN ( | ). De printer begint op te
warmen.
Opmerking Gebruik een USB-kabel met een rechthoekige
stekker (Type A) en een vierkante stekker (type B). De USB-
kabel moet afgeschermd zijn en mag niet langer dan 5 meter
lang zijn.
Opmerking Zorg ervoor dat de printer is uitgeschakeld. Gebruik
alleen het netsnoer dat bij de printer is geleverd.
BELANGRIJK Indien u de tonercontainer installeert en de
machine inschakelt, gaan na een paar seconden de lampjes
tegen de klok in branden. Wanneer de pinter na het plaatsen van
de toner aangezet wordt, duurt het ongeveer 15 minuten voordat
de printer kan gaan afdrukken. Pas als het [Ready] lampje
brandt, is de printerinstallatie voltooid.