Operation Manual

NL 11
lokale airconditioner PAC 2100 X / PAC 2600 X
3. Verwijder de rubberplug uit de slangaansluiting.
4. Bewaar de afsluitdop en de rubberplug voor later gebruik.
5. Verbind de condensafvoerslang met de
slangaansluiting(9).
6. Leid het andere uiteinde van de slang naar een geschikte
afvoer (bijv. afvoerputje of een voldoende groot
opvangreservoir). De condensafvoerslang mag niet worden
geknikt en mag niet stijgend worden gelegd naar de
afvoer, omdat de condens anders niet kan weglopen.
Ventilatie
In de bedrijfsmodus Ventilatie circuleert de ruimtelucht en vindt
er geen koeling resp. ontvochtiging plaats.
De automatische modus van het apparaat is afhankelijk van de
actuele ruimtetemperatuur en de ingestelde doeltemperatuur. Is
de ruimtetemperatuur hoog, dan wordt de ventilatorsnelheid
verhoogd. Is de ruimtetemperatuur laag, dan wordt de
ventilatorsnelheid verlaagd.
Info
Verwijder tijdens de bedrijfsmodus Ventilatie de
luchtafvoerslang.
1. Druk op de toets MODE(12) tot de led Fan(14) brandt.
ð De bedrijfsmodus Ventilatie is ingesteld.
2. De ventilatorsnelheid kan worden ingesteld via de
afstandsbediening:
Druk op de toets FAN(25) om de gewenste
ventilatorsnelheid in te stellen.
ð De gekozen bedrijfsmodus en de ventilatorsnelheid
worden weergegeven op het display(19).
Eenheid °C / °F omschakelen
De temperatuur kan op de afstandsbediening op het display(19)
en op het apparaat op de segmentweergave(15) in °C of °F
worden weergegeven.
1. Druk de toetsen plus(16) en min(13) tegelijk gedurende
3s in.
ð De weergegeven temperatuur wordt omgeschakeld naar de
andere eenheid.
De instelling kan als alternatief via de afstandsbediening
worden uitgevoerd.
1. Druk ca. 3s op de pijl-toets(26).
ð De weergegeven temperatuur wordt omgeschakeld naar de
andere eenheid.