Operation Manual

NL 19
lokale airconditioner PAC 2100 X / PAC 2600 X
Luchtfilter reinigen
Het luchtfilter moet worden gereinigd, zodra het vervuild is. Dit
is bijv. merkbaar aan een gereduceerde capaciteit (zie
hoofdstuk defecten en storingen).
Waarschuwing
Controleer of het luchtfilter niet versleten of
beschadigd is. De hoeken en randen van het luchtfilter
mogen niet zijn vervormd of afgerond. Controleer voor
het weer plaatsen van het luchtfilter of het
onbeschadigd en droog is!
1. Verwijder het luchtfilter uit het apparaat.
2. Maak het filter schoon met een zachte, licht bevochtigde,
pluisvrije doek. Is het filter sterk vervuild, maak het dan
schoon met warm water, vermengd met een neutraal
reinigingsmiddel.
3. Laat het filter volledig drogen. Plaats geen nat filter in het
apparaat!
4. Plaats het luchtfilter weer in het apparaat.
Condens afvoeren (handmatig legen)
In de bedrijfsmodus Koeling en Ontvochtiging ontstaat condens,
dat voor het grootste deel via de afvoerlucht wordt afgevoerd.
Het resterende condens verzamelt zich in een reservoir binnen
de behuizing. Het condens moet regelmatig worden verwijderd.
Verzamelt zich teveel condens, schakelt het apparaat uit en
signaleert dit via een signaaltoon en de indicatie P1 op de
segmentweergave (15).
1. Transporteer, resp. rol het apparaat voorzichtig naar een
geschikte locatie, om het condens te laten weglopen (bijv.
een afvoer) of zet een geschikt opvangreservoir klaar
onder de condensafvoer.
2. Verwijder de afsluitdop en de rubberplug bij de
condensafvoer.
3. Laat het condens volledig weglopen.