Operation Manual

NL Bedieningshandleiding – Bouwdroger TTK 400 E - 8
Het apparaat werkt na het inschakelen volautomatisch.
Voorkom open deuren en ramen.
Opstellen
Houd bij het opstellen van het apparaat rekening met de minimale
afstanden t.o.v. wanden en objecten, volgens hoofdstuk “Techni-
sche gegevens”.
Plaats het apparaat stabiel en waterpas.
Houd bij het opstellen van het apparaat voldoende afstand van
warmtebronnen.
Plaats het apparaat indien mogelijk midden in de ruimte. Zorg
bij het opstellen van meerdere apparaten. dat de ruimteverde-
ling tussen de apparaten even groot is.
Vooral bij het opstellen van het apparaat in natte omgevingen,
het apparaat in de gebouwinstallatie volgens de voorschriften
afzekeren met een geschikte aardlekschakelaar (RCD = Resi-
dual Current protective Device).
Zorg dat verlengsnoeren volledig zijn uit-/afgerold.
Zorg dat de spanning en stroomsterkte van de netvoeding
overeenkomen met het typeplaatje van het apparaat.
Zorg bij het gebruik van een generator, dat de generator mini-
maal een vermogen van 4 kW levert (de aanloopstroom van het
apparaat kan de nominale stroomwaarde vier tot vijf keer over-
schrijden. Houd hiermee ook rekening bij het gebruik van
meerdere apparaten aan één generator).
Opmerkingen m.b.t. de ontvochtigingscapaciteit
De ontvochtigingscapaciteit is afhankelijk van:
de aard van de ruimte
de ruimtetemperatuur
de relatieve luchtvochtigheid
Hoe hoger de ruimtetemperatuur en de relatieve luchtvochtigheid,
hoe groter de ontvochtigingscapaciteit.
Bij gebruik in woonruimten volstaat een relatieve luchtvochtigheid
van ca. 50-60%. In magazijnen en archieven mag de luchtvoch-
tigheid een waarde van ca. 50% niet overschrijden.
Bedieningselementen
Bediening
CC
A
B
D
Nr. Bedieningselement
3 Bedrijfsurenteller
10 Netschakelaar:
“ON”: Apparaat is ingeschakeld.
“OFF”: Apparaat is uitgeschakeld.
3
9