Operation Manual

1220S POWERC@M OPTICAL ZOOM
15
NL
GEAVANCEERDE INSTELLINGEN
11 Foto’s maken
11.1 Geprogrammeerde instellingen (Scène)
Met de vooraf gedefinieerde instellingen kunt u verschillende soorten scènes
fotograferen. U hoeft dus niet steeds de instellingen te wijzigen als u een ander type
scène wilt fotograferen. U wilt bijvoorbeeld een landschap fotograferen. U hoeft de
instellingen niet te wijzigen maar alleen [Landschap] te selecteren. Alle relevante
camera-instellingen worden dan automatisch aangepast.
1. Stel de camera in op “Scène”-mode ( )
2. Druk op knop ”Menu”
3. U kunt drie opties instellen namelijk:
Scène:
, (11.1.1)
Resolutie:
(11.1.2)
Compressie:
(11.1.3)
Gebruik hiervoor de regelknop “boven/beneden”
4. De mogelijkheden per optie kunt u instellen met de regelknop “links/rechts”.
5. Druk op ”OK” om instelling vast te leggen.
11.1.1 Instellingen Scène
symbool Mode Omschrijving
Auto Automatisch instelling
Sport
[Sport]
Deze scherpte-instelling is geoptimaliseerd
voor het fotograferen van snelle bewegingen,
zoals Sport.
Landschap
[Landschap]
Deze scherpte-instelling is geoptimaliseerd
voor landschapsfoto’s, waarbij de
scherptestelling van de lens gelijkmatig
verdeeld wordt.
Nacht
[Nachtzicht]
Deze scherpte-instelling is geoptimaliseerd
voor fotograferen in omstandigheden met
weinig licht. Er is een langere sluitertijd. De flits
zal gebruik worden.
Let op: het gebruik van statief is aan te raden
bij deze functie.
Portret
[Portret]
Deze scherpte-instelling is geoptimaliseerd
voor het maken van portretfoto’s van anderen.
De persoon staat scherp afgebeeld tegen een
minder scherpe achtergrond.
Zelfportret
[Zelfportret]
Stelt u in staat om een zelfportret te maken
terwijl u de camera vasthoudt. Draai de lens
naar u toe en maak de opname.
Avond portret
[Nachtportret]
Deze instelling is voor het maken van opnames
tijdens storm of nacht (donker)
De flitser belicht het onderwerp, terwijl door een
lan
g
e sluiterti
j
d de achter
g
rond een natuurli
j
ke