Rigging Manuals

25 MANCHESTER SERIES Rigging Handleiding
2.16 MV212 Kast montage componenten
4
5
2
1
3
Retracted
Stowed
6
De MV212-kast heeft twee intrekbare montagekoppelingen (1) aan de bovenkant
en een verstelbare achterlink (4) waarmee de hoek tussen de kasten kan worden
ingesteld. Er zijn twee overeenkomstige voorsleuven aan de onderkant en een
aan de achterkant, met bevestigingspennen. Met deze montagecomponenten
kunnen de MV212-kasten met elkaar worden verbonden, bevestigd aan het
MAN-FG-vliegrooster en de MS215-subwoofer met een MAN-FG-vliegrooster.
1. Top Mounting Links – Deze captive montagekoppelingen zijn
veerbelast en kunnen in de omhoog- of omlaagpositie worden geplaatst.
De montagekoppelingen passen in de onderste sleuven van een MV212
erboven, of in een MAN-FG vliegenrooster. Om in de up-positie te zetten,
trek je de pin (2) eruit en de link springt omhoog. Zet vast in de up-positie
door de pin opnieuw te plaatsen. Om in te trekken, trekt u de pin eruit,
drukt u omlaag op de link en zet u deze vast in de neerwaartse positie met
de pin (2).
2. Top Pins – Beveiligt de montagelinks in de omhoog of omlaag positie.
3. Onderste pinnen – Bevestigt de kast aan de bovenste montageschakels
van een andere MV212 of een MAN-FG vliegenraster eronder (bij het
stapelen van de grond).
4. Montageplaat aan de achterzijde – Deze ingesloten schuifplaat wordt
bevestigd aan het achterste montagepunt van de kast erboven, of aan het
MAN-FG vliegenrooster. De hoek van de kast kan worden aangepast door de
achterste pin (5) in een van de negen verschillende gaten te verbinden.
5. Achterste pin – Deze pin bevestigt de achterste montageplaat (4) op zijn
plaats. De hoek van de kast kan worden aangepast door de pin aan te sluiten
op een van de negen verschillende gaten, elk gemarkeerd met de hoek.
6. Onderste achterste pin – Deze pin verbindt het bovenste gat van de
achterste montageplaat (4) van de kast eronder, of met de achterste
grondstapelplaat van het MAN-FG-vliegrooster (bij het stapelen van
de grond).