User manual

32
nl
Veiligheidsvoorschriften
Algemene aanbevelingen
Algemene aanbevelingen voor graskanten, zoals
kleinere graskanten en gazons uit de partikuliere
sektor. De draadmaaier is niet bestemd voor ge-
bruik in parken, sportvelden en in de landbouw.
Om verwondingen te voorkomen mag de draad-
maaier niet worden gebruikt:
voor het maaien van struiken en hagen;
voor het maaien van bloemen;
voor het verkruimelen van kompost.
Deze apparaten zijn er niet voor bestemd om ge-
bruikt te worden door personen zonder ervaring
en/of kennis of door personen met beperkte psychi-
sche, sensorische en geestelijke vermogens, tenzij
ze onder toezicht staan of over het gebruik van
deze apparaten werden geïnstrueerd door perso-
nen die verantwoordelijk zijn voor hun veiligheid.
Personen die jonger zijn dan 16 jaar mogen de ap-
paraten niet bedienen.
Onderbreek het werken met de machine, wan-neer
personen, vooral kinderen of huisdieren in de buurt
zijn.
Er mag niet met het apparaat gewerkt worden als er
andere mensen (vooral kinderen) of dieren in de
buurt zijn. U bent voor eventuele verwondingen ver-
antwoordelijk!
Gebruik de machine alleen bij daglicht of bij een
goede kunstmatige verlichting.
De draadmaaier alleen bij droog weer gebruiken en
niet in de regen laten liggen.
Monteer nooit metalen snij-elementen.
Voor gebruik
Verwijder takken en andere objekten uit het gazon.
Let tijdens het gebruik op onregelmatigheden.
De verlengkabel dient regelmatig op beschadigin-
gen en slijtage gekontroleerd te worden. Alleen dan
gebruiken als de verlengkabel voor 100 % in orde
is.
Het apparaat niet gebruiken als de beschermkap of
andere onderdelen zwaar beschadigd zijn.
Om veiligheidsredenen mogen alleen originele on-
derdelen van de fabrikant gebruikt worden. Let bij
het vervangen van de onderdelen op de aanwijzin-
gen.
Voor het instellen of schoonmaken van het appa-
raat of voor controleren of de aansluitkabel kapot is,
het apparaat uitzetten en de stekker eruit halen.
Voor het inschakelen van de machine en na botsin-
gen, controleert u de machine op zichtbare slijtage
of beschadigingen en laat u noodzakelijke repara-
ties uitvoeren.
Kabels
Maak uitsluitend gebruik van een verlengkabel met
een minimale diameter van 3x1,5mm
2
en een max.
lengte van 25 m:
wanneer rubber slangleidingen, dan niet lichter
dan type HO7RN-F
wanneer PVC slangleidingen, dan niet lich-ter
dan type HO5 VV-F (leidingen van dit type zijn
niet geschikt om constant in de open lucht ge-
bruikt te worden - zoals bijv.: als onderaardse lei-
ding voor de aansluiting van een tuinstekkerdoos,
een vijverpomp of voor opslag in de open lucht)
Ze moeten beveiligd zijn tegen opspattend water.
Gebruik een aardlekbeveiliging (RCD) met een lek-
stroom van maximaal 30 mA.
Bevestig de aansluitkabel aan de kabelontlasting.
Laat de kabel niet tegen randen, puntige of scherpe
voorwerpen aan schuren. Klem de kabel niet tus-
sen deuropeningen of raamkieren. Schakelvoorzie-
ningen mogen niet worden verwijderd of overbrugd
(bijv. schakelhefboom verbinden met de duwstang).
Bij gebruik
Houdt altijd uw handen en voeten van de snijvoor-
ziening weg, vooral wanneer u de motor inschakelt.
Wees attent op verwondingen aan de voorziening
die voor het afsnijden van de draadlengte dient. Na
het uittrekken van een nieuwe draad houdt u de ma-
chine altijd in haar normale werkstand voordat deze
wordt ingeschakeld.
De draadmaaier bij gebruik parallel aan het gazon
houden om verwondingsgevaar te voorkomen.
Altijd een veilige afstand van de draaiende draad in-
nemen.
Oogbescherming en gehoorbescherming dragen!
Draag geschikte kleding; geen kleding die gemak-
kelijk beschadigd kan worden. Draag stevige
schoenen en bescherm uw benen door het dragen
van een lange broek.