User manual

572/573/KB/DS/FKB/FCB/KBJ-BA-nl-1370
37
Transmissiesnelheid
De transmissiesnelheid voor de overdracht van de meetwaarden wordt met de toets
„MODE“ ingesteld. In het hierna volgende voorbeeld wordt de transmissiesnelheid op 4800
baud ingesteld.
Transmissiesnelheid instellen
Display van de
weegschaal
1. Toets MODE zo vaak indrukken, totdat "PRINTER?" aangegeven wordt.
2. Toets „YES“ indrukken
3. Toets „MODE“ zo vaak indrukken, totdat de gewenste
transmissiesnelheid verschijnt (bijvoorbeeld 4800 baud).
4. YES“ voor 4800 baud indrukken, de „X“ bevestigt de nieuwe instelling.
5. Toets „MODE“ zo vaak indrukken, totdat de weegschaal terug in gram
aanduidt, of toets „TARE“ indrukken.
PRINTER?
2400 Baud
4800 Baud
4800 Baud X
0,0 g
7.5 Interface RS232C
Gegevensuitvoer door middel van interface RS 232 C
Algemeen
De vereiste voorwaarde voor de gegevensoverdracht tussen weegschaal en een
randapparaat (bijvoorbeeld printer, PC ...) is dat beide apparaten op dezelfde
interfaceparameters (bijvoorbeeld transmissiesnelheid, pariteit ...) ingesteld zijn.
Er zijn 5 types van de gegevensuitvoer via RS 232 C
Gegevensuitvoer door toets „PRINT“
Het afdrukprocédé kan door middel van de toets „PRINT“ op gang gebracht worden.
De instellingen „AUTOPRINT en „AUTOPRINT PC“ dienen daarbij uitgeschakeld te zijn.
„AUTOPRINT“ (gegevensuitvoer na het opleggen van het gewicht)
De instelling „AUTOPRINT“ bevindt zich in het PRINTER-pad en kan daar in- of
uitgeschakeld worden. Indien „AUTOPRINT“ actief is, wordt na ontlasting van de
weegschaal en daaropvolgende belasting na het bereiken van de stilstand de actuele
weegwaarde door middel van het gegevensinterface RS 232 gezonden.
„AUTOPRINT PC“ (permanente gegevensuitvoer)
De instelling „AUTOPRINT PC“ bevindt zich in het PRINTER-pad en kan daar in- of
uitgeschakeld worden. Indien „AUTOPRINT PC“ actief is, worden de actuele weegwaarden
voortdurend door middel van het gegevensinterface RS 232 gezonden.