Bestnr. 19 93 54 Bouwpakket 19 08 70 Module Optrek- en remvertraging Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van CONRAD ELECTRONIC BENELUX B.V. Nadruk, ook als uittreksel is niet toegestaan. Druk- en vertaalfouten voorbehouden.
Belangrijk! Beslist lezen! Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door! Bij schades, die ontstaan door het niet opvolgen van de handleiding, vervalt het recht op garantie. Voor volgschades, die hieruit ontstaan zijn wij niet aansprakelijk. Inhoudsopgave Gebruik waarvoor het product bedoeld is Veiligheidsaanwijzingen Beschrijving van het product Beschrijving van de schakeling Technische gegevens Algemene aanwijzingen voor de opbouw van de schakeling Soldeerhandleiding 1.
• Bij vorming van condenswater moet een acclimatiseringtijd van ongeveer twee uur in acht worden genomen. • Het gebruik van het apparaat buitenshuis of in vochtige ruimtes is niet toegestaan! • Als de module blootgesteld wordt aan sterke trillingen of vibraties is het raadzaam deze voldoende te beschermen. Gebruik hiervoor geschikt opvulmateriaal.
Veiligheidsbepalingen Bij het omgaan met producten die met elektrische spanning in aanraking komen, moeten de geldende VDE-voorschriften, in het bijzonder VDE 0100, VDE 0550/0551, VDE 0700, VDE 0711 en VDE 0860 aangehouden worden. • Voor het openen van een apparaat moet u steeds de stekker uit het netstopcontact trekken of u ervan overtuigen dat het apparaat stroomloos is.
• In elk geval dient gecontroleerd te worden of het bouwpakket voor de desbetreffende toepassing en plaats geschikt is resp. gebruikt kan worden. • De ingebruikneming mag principieel pas gebeuren, als de schakeling absoluut aanrakingsveilig in een behuizing ingebouwd is.
Technische gegevens Belastbaar Afmetingen : max. 2 A : 65 x 41 mm LET OP! Voor u met de opbouw begint, dient u eerst in alle rust deze opbouwhandleiding tot aan het eind door te lezen, voor u de module of het apparaat in gebruik neemt (vooral het hoofdstuk over mogelijke fouten en het verhelpen ervan!) en uiteraard de veiligheidsaanwijzingen.
heeft. Dergelijke fouten kunt u meestal herkennen aan het matte uiterlijk van het oppervlak van de soldeerplek. De enige oplossing is de soldeerplek nogmaals na te solderen. Bij 90% van de gereclameerde bouwpakketten gaat het om soldeerfouten, koude soldeerplekken, verkeerd soldeertin enz. Menig teruggestuurd “meesterwerk” getuigde van onjuist solderen. Gebruik daarom bij het solderen uitsluitend elektronicasoldeertin met de aanduiding “SN 60 Pb” (60% tin en 40% lood).
Soldeerhandleiding Als u nog niet zo geoefend bent in het solderen, lees dan eerst deze soldeerhandleiding, voor u naar de soldeerbout grijpt. Want solderen moet je leren. 1. Gebruik bij het solderen van elektronische schakelingen principieel nooit soldeerwater of soldeervet. Deze bevatten een zuur dat componenten en printbanen vernielt. 2. Als soldeermateriaal mag alleen elektronicatin SN 60 Pb (d.w.z. 60% tin, 40% lood) met een colofoniumkern gebruikt worden, dat tegelijk als vloeimiddel dient. 3.
1. Bouwfase I: Montage van de onderdelen op de printplaat 1.1 Weerstanden Eerst worden de aansluitdraden van de weerstanden overeenkomstig de rastermaat rechthoekig gebogen en in de daarvoor bestemde gaten (vlgs. onderdelenschema) gestoken. Daarna buigt u de aansluitdraden ca. 45° uit elkaar, zodat de weerstanden er bij het omdraaien van de printplaat niet uit kunnen vallen en soldeert u ze op de achterzijde zorgvuldig op de printbanen. Vervolgens worden de uitstekende draden afgeknipt.
1.3 Transistors In deze werkfase worden de transistors overeenkomstig de onderdelenopdruk geplaatst en op de printbaanzijde gesoldeerd. Let hier beslist op de plaatsbepaling: de omtrek van de behuizing van de transistors moet overeenstemmen met die van de opdruk op de printplaat. Oriënteer u hierbij aan de afgevlakte kant van de behuizing. De aansluitpinnen mogen zich elkaar in geen geval kruisen, bovendien moeten deze onderdelen met ca. 5 mm afstand tot de printplaat vastgesoldeerd worden.
1.4 Condensatoren Steek de condensatoren in de overeenkomstig gekenmerkte gaten, buig de draden iets uit elkaar en soldeer deze netjes met de printbanen. Bij de elektrolyt- condensatoren (elco’s) moet u op de juiste polariteit letten (+/-). Let op! Afhankelijk van het merk staan er op de elektrolyt- condensatoren verschillende polariteitkenmerken. Sommige fabrikanten geven “+” aan, anderen echter “-“. Maatgevend is de aanduiding van de polariteit, zoals die door de fabrikant op de elco gedrukt is.
1.6 Trimpotentiometers Tot slot soldeert u de potmeter in de schakeling. Vervolgens wordt de meegeleverde potmeter- as opgestoken. P1 = 10 k (optrek- en remvertraging) 1.7 Afsluitende controle Controleer nogmaals voor ingebruikneming van de schakeling of alle onderdelen op de juiste wijze en met de juiste polariteit gemonteerd zijn.
Schakelschema 13
Onderdelenschema 14
2. Bouwfase II: Aansluiting/ingebruikneming 2.1 Nadat de printplaat opgebouwd en gecontroleerd is op eventuele fouten (slechte soldeerplekken, tinbruggen), kan een eerste functietest uitgevoerd worden. Let er op, dat de VDE-bepalingen aangehouden moeten worden! 2.2 Eerst worden de stoppunten bepaald en de scheidingsposities gemaakt, waarbij ook met de lengte van de trein rekening gehouden moet worden. 2.3 Een scheidingssectie moet de lengte van de trein zijn (bij HO ca.
Checklist voor het zoeken van fouten Vink elke controlestap af! Zijn de klemmen juist bedraad? Zijn de weerstanden volgens de juiste waarden op de juiste plek gesoldeerd? Controleer de waardes nogmaals volgens 1.1 van de bouwhandleiding. Zijn de diodes volgens de juiste polariteit gesoldeerd? Komt de op de diodes aangebrachte kathodering overeen met de opdruk op de printplaat? De kathodering van D1 moet weg naar R 4 wijzen. De kathodering van D2 moet naar potmeter P 1 wijzen.
Controleer ook of ieder soldeerpunt gesoldeerd is, het gebeurd vaak dat bij het solderen soldeerpunten over het hoofd gezien worden. Denk er ook aan, dat een met soldeerwater, soldeervet of soortgelijke vloeimiddelen of met ongeschikt soldeertin gesoldeerde printplaat niet kan functioneren. Deze middelen zijn geleidend en veroorzaken daardoor kruipstromen en kortsluitingen.
Bedradingsschema's Schakeling met twee- spoelenrelais voor het aansturen van de optrek- en remvertraging Schakeling met normale 12 V relais (1-spoelrelais 2 x AAN of 2 x Um) 18
Opbouw van de optrek- en remvertraging voor een sein: Elke modelbouwer zal steeds weer onder de indruk zijn als de modeltrein voor een "Stop"sein niet meer abrupt stilstaat, maar echter langzaam afremt of bij "vrije baan" weer langzaam optrekt. Hiertoe is alleen een kleine verandering in de modelspoorbaan nodig. Een rail- en reedcontact wordt voor de sein ingebouwd en verder worden nog twee scheidingsposities gemaakt.
Omdat deze schakeling door de rijspanning gevoed wordt, zal bij een groene sein een spanningsval, veroorzaakt door de techniek, van ongeveer 1,5 V in het stoptraject optreden. Dit grote snelheidsverschil kan vermeden worden door het invoegen van een bruggelijkrichter of door vier enkele diodes (1 N 4002) die als bruggelijkrichter geschakeld worden.
Storing Als er aangenomen kan worden dat gebruik zonder gevaar niet meer mogelijk is, moet het product buiten werking gesteld worden en beschermd worden tegen het per ongeluk in werking zetten door derden. Dit geldt: • als het product zichtbaar beschadigd is • als het product niet meer functioneert • als delen van het product los of niet helemaal vastzitten • als de verbindingsleidingen zichtbaar beschadigd zijn. Garantie Op dit product verlenen wij 1 jaar garantie.
• Bij overbelasting van de module • Bij schades door ingrepen van derden • Bij schades door het zich niet houden aan de gebruiksaanwijzing en het aansluitschem • Bij aansluiting op een verkeerde spanning of stroomsoort • Bij verkeerde polariteit van de module • Bij verkeerde bediening of schades door onzorgvuldige behandeling of misbruik • Bij defecten die ontstaan door overbrugde zekeringen of door het gebruik van verkeerde zekeringen.