Instructions

16
Checklist voor het opzoeken van fouten
Vink elke controlestap af!
Is de voedingsspanning juist gepoold? (indien gelijkspanning is aangesloten).
Is de voedingsspanning op de juiste aansluitklemmen aangesloten?
Ligt de voedingsspanning bij ingeschakeld apparaat nog binnen het bereik van
11 - 15 Volt?
Voedingsspanning weer uitschakelen.
Zijn de weerstanden volgens de juiste waarden op de juiste plek gesoldeerd?
Controleer de waardes nogmaals volgens 1.1 van de opbouwhandleiding.
Zijn de diodes volgens de juiste polariteit gesoldeerd? Komt de op de diodes opgedrukte
kathodering overeen met de onderdelenopdruk op de printplaat?
De kathodering van D4 en D5 moet telkens in richting LED wijzen.
De kathodering van D6 moet weg van het relais wijzen.
Zijn de LED’s volgens de juiste polariteit gesoldeerd?
Als men een lichtdiode tegen het licht houdt, is de kathode te herkennen aan de grotere
elektrode binnenin de LED. Bij de onderdelenopdruk op de printplaat wordt de positie
van de kathode door een dikke streep op de behuizingsomtrek van de lichtdiode
getoond.
Bevindt zich een soldeerbrug of een kortsluiting op de soldeerkant?
Vergelijk de printbaanverbindingen die er eventueel als een ongewilde soldeerbrug
uitzien, met de printbaanafbeelding (raster) van het onderdelenopdruk en het
schakelschema in de handleiding, voor u een printbaanverbinding (vermeende
soldeerbrug) onderbreekt!
Controleer ook of ieder soldeerpunt gesoldeerd is, het gebeurd vaak dat bij het solderen
soldeerpunten over het hoofd gezien worden.
Om printbaanverbindingen of onderbrekingen makkelijker te kunnen vaststellen, houdt
u de gesoldeerde printplaat tegen het licht en zoekt u vanaf de soldeerkant naar deze
onaangename begeleidverschijnselen.
Is er een koude soldeerplek aanwezig?
Controleer elke soldeerplek grondig!
Controleer met een pincet of onderdelen loszitten!
Als een soldeerplek u verdacht voorkomt, dan soldeert u deze voor de zekerheid
nogmaals!