GEBRUIKSAANWIJZING Versie 02/14 Autoalarmsysteem "GKA100" artikelnr.
Inhoudsopgave Pagina 1. 2. 3. 4. Inleiding ................................................................................................................................. 4 Beoogd gebruik ..................................................................................................................... 5 Leveringsomvang ................................................................................................................. 5 Uitleg van de symbolen ......................................
Pagina 12.2 12.3 12.4 12.5 12.1.4 PIN-code wijzigen (PIN) ............................................................................ 34 12.1.5 Beltoon en volume instellen (AUDIO) ....................................................... 34 In- en uitgangen ...................................................................................................... 36 12.2.1 Relaisuitgangen (OUT1, OUT2) ................................................................ 36 12.2.2 Ingangscontacten (IN1, IN2) .....
1. Inleiding Geachte klant, Hartelijk dank voor het aanschaffen van dit product. Dit product voldoet aan de wettelijke nationale en Europese eisen. Om deze status te behouden en om het product veilig te kunnen gebruiken, moet u zich als gebruiker houden aan deze gebruiksaanwijzing! Lees de handleiding volledig door voordat u het product in gebruik neemt; houd u aan alle gebruiksopmerkingen en aan de veiligheidsaanwijzingen.
2. Beoogd gebruik Het product is bedoeld om een object te bewaken. Het gebruikt hiervoor opnemers zoals trilsensoren en ingangscontacten (tot 32 V/DC) en het GPS-signaal. Het product moet in de bestuurdersruimte worden gemonteerd. Het moet beschermd zijn tegen opspattend water. Er zijn twee uitgangsrelais voor 30 V/DC, 2 A, beschikbaar die door aangesloten apparaten of automatisch bestuurd kunnen worden.
4. Uitleg van de symbolen Een uitroepteken in een driehoek duidt op belangrijke opmerkingen in de gebruiksaanwijzing die strikt opgevolgd moeten worden. Het "hand"-symbool duidt op speciale informatie en advies voor gebruik. 5.
• Laat het verpakkingsmateriaal niet rondslingeren want het kan in handen van kinderen, gevaarlijk speelgoed worden. • Houd het apparaat buiten bereik van kinderen. Het is geen speelgoed. • Houd u ook aan de extra veiligheidsinformatie in de verschillende hoofdstukken van deze gebruiksaanwijzing. • Als u er niet zeker bent of u het systeem correct aansluit of als u vragen heeft die niet in de gebruiksaanwijzing worden behandeld, neem dan gerust contact met ons of met een andere specialist op.
6. Algemene opmerking over oplaadbare batterijen • Houd de oplaadbare batterij buiten bereik van kinderen. • Lekkende of beschadigde (oplaadbare) batterijen kunnen chemische brandwonden op de huid veroorzaken als ze zonder adequate beschermende handschoen worden aangeraakt. • Sluit de oplaadbare batterij nooit kort en gooi hem niet in het vuur. Gevaar voor brand of explosie! • Maak de oplaadbare batterij nooit open en haal hem niet uit elkaar.
7. Productbeschrijving Met het autoalarmsysteem kunt u een auto bewaken. De belangrijkste functie van het systeem is niet het afschrikken van de dief, maar het direct, via SMS, versturen van een alarmbericht naar maximaal 6 telefoonnummers. Als de sensors en de externe elektronica (verbonden met de ingangscontacten) een niet toegestane handeling detecteren, dan kunnen er acties in gang gezet worden. Er kan bijvoorbeeld een alarm verzonden worden via SMS of aangesloten apparaten kunnen worden ingeschakeld.
8. Aansluitingen en LEDs In de volgende hoofdstukken wordt het product stap voor stap uitgelegd. Zorg ervoor dat u het product correct instelt. Lees deze gebruiksaanwijzing met de veiligheidsaanwijzingen daarom voor gebruik volledig en aandachtig door. Het systeem moet elektrisch worden aangesloten door een specialist.
8.1 Overzicht behuizing 1. GSM status-LED 2. Batterij status-LED 3. GPS status-LED 4. RF status-LED (afstandsbediening) 5. Uitbreidingspoort 6. Mini-USB 7. Externe alarm-LED en geschakelde plusspanning 8. Aansluitingen van de ingangscontacten en de relais. 9. Aansluiting microfoon en luidspreker 10. Aansluiting microfoon en luidspreker 11. Externe voeding 12. Programmeerschakelaar (RF) 13. Doorvoer GPS-kabel 14. Simkaarthouder 15.
Hieronder ziet u hoe de connectorpinnen zijn belegd. 1. LED + externe alarm-LED 9. OUT2 relaisuitgang massa 2. LED - externe alarm-LED 10. OUT2 relaisuitgang sluiten 3. P+ geschakelde plusspanning 11. OUT2 relaisuitgang openen 4. Ongebruikt 13. OUT1 relaisuitgang massa 5. IN1 ingangscontact a 14. OUT1 relaisuitgang sluiten 6. IN1 ingangscontact b 15. VCC voedingsspanning plus/+ 7. IN2 ingangscontact a 12. OUT1 relaisuitgang openen 16. GND voedingsspanning minus/- 8.
8.2 Beschrijving van de aansluitingen GSM status-LED (1): Deze LED toont de huidige GSM-status. De LED heeft de volgende weergaveopties: • LED brandt groen: GSM-netwerk aan het zoeken • LED knippert groen (iedere 1 s): apparaat geregistreerd op het netwerk • LED knippert groen (iedere 0,5 s): gesprek / verbinding • LED knippert rood: geen netwerkverbinding / foutieve PIN / ongeldige simkaart / ongeldige PUK / ...
RF status -LED (4): Deze LED geeft aan of de ontvanger een signaal heeft ontvangen van een geldige afstandsbediening. Merk op dat alleen correct gekoppelde afstandsbedieningen worden herkend en getoond. Hoe u een afstandsbediening koppelt, kunt u lezen in het desbetreffende hoofdstuk.
Twee aansluitingen voor luidspreker en microfoon: Steek de meegeleverde microfoon en de luidspreker elk in een van de RJ12-poorten. De beide poorten zijn precies gelijk en zijn parallel geschakeld. De pintoekenning is gelijk aan die van een standaard telefoontoestel. Het is niet gegarandeerd dat elk telefoontoestel geschikt is. Externe LED-aansluiting: Pinnen 1 en 2 zijn bedoeld om de externe LED aan te sluiten. Gebruik alleen aanbevolen accessoires (zie www.conrad.com).
Relaisuitgangen (OUT1, OUT2): Het apparaat heeft twee relais met wisselcontact, voor maximaal 30 V en 2 A. Als er een hoger vermogen moet worden geschakeld, dan moet een extern relais worden aangesloten. De relais hebben geen geheugenfunctie. Als alle spanningsbronnen uitvallen (batterij, USB, externe voeding) of als het systeem wordt gereset, dan gaan de relais terug naar "OFF" of "RESET". Merk op dat het apparaat geen aparte zekering voor de relais bevat.
8.3 Opmerkingen bij het inbouwen: • Het apparaat kan in een willekeurige stand worden gemonteerd. • Let er bij de keuze van de positie op dat er voldoende ruimte is voor de kabels. Scherp gebogen kabels (voor net bij de stekker) vergroten de kans op kabelbreuk en kunnen ertoe leiden dat de stekker slecht contact maakt. De printplaat komt hierdoor sterk onder mechanische spanning. • Monteer het apparaat voor een goede werking op een plaats waar de GSM-ontvangst zo goed mogelijk is.
Alle wijzigingen aan het voertuig die nodig zijn om het alarmsysteem of andere componenten in te bouwen, moeten zodanig worden uitgevoerd dat de verkeersveiligheid en de constructieve en functionele stabiliteit van de auto onaangetast blijven. De toelating kan al ongeldig worden als u een deel van het plaatwerk weg zaagt. Monteer geen onderdelen in de werkingsruimte van de airbag, want deze zouden bij een ongeluk passagiers kunnen verwonden.
8.4 Opmerkingen over elektrisch aansluiten • De maximale belasting van de relais mag niet worden overschreden. Bescherm de relais zo nodig tegen overbelasting met een extra externe zekering. • Houd de externe kabels zo kort mogelijk; rol overtollige kabel niet op. • Bij te sterke temperatuurveranderingen kan het apparaat tijdelijk uitvallen. In extreme gevallen kan een handmatige reset nodig zijn. • Het product is niet veiligheidsrelevant en er is dan ook geen SIL/ASIL-niveau aan toegekend.
9.
9.3 Simkaart inbrengen Steek een simkaart met PIN-code 1513* in het apparaat, zoals weergegeven in de afbeelding rechts. Zodra u de simkaart heeft ingestoken, schakelt het apparaat automatisch in: dit is te zien aan de GSM status-LED (1), die groen gaat knipperen. In eerste instantie brandt LED1 continu groen (netwerk zoeken); na een paar seconden begint LED1 te knipperen (netwerk gevonden, apparaat klaar voor gebruik).
10. Algemene beschrijving Dit product is geen gewoon alarmsysteem. Door de GSM/GPS-functionaliteit zijn de mogelijkheden groter. Hierdoor is het apparaat ook ingewikkelder. Hieronder staan de belangrijkste zaken die u moet weten en doen als u het product gebruikt. • Deze gebruiksaanwijzing komt overeen met de functionaliteit op het moment van levering. Door een firmware-update via de USB-aansluiting kunnen er nieuwe functies zijn toegevoegd.
"ALARM DISABLE" (alarm uitgeschakeld) In deze mode kunnen er alleen telefoonkosten ontstaan door gebruikersinteractie. Het product verstuurt alleen SMS-berichten als het een SMS-bericht met de juiste PIN-code ontvangt of als het gebeld wordt door een nummer uit het telefoonboek. Dit is afhankelijk van de configuratie. Het apparaat belt alleen op direct commando van de klant (SMS-bericht, knop, telefoonoproep, enz.). Het product kan in deze toestand geen alarm genereren.
10.2 Draadloze afstandsbediening Het product is voorzien van een draadloze afstandsbediening. Hiermee kan de alarmmode worden gewijzigd en kan een configureerbare handeling worden opgeroepen. 1 LED 2 rechterknop: In-/uitschakelen van het alarm Schakel met deze knop het alarmsysteem in of uit. Ter bevestiging klinkt, telkens als u de mode wijzigt, een geluidssignaal waaraan u de nieuwe status kunt herkennen.
10.2.2 Draadloze afstandsbediening - batterij vervangen Als u de batterij van de afstandsbediening moet vervangen, dan heeft u een batterij van het type 27A nodig en een passende schroevendraaier. Verwijder voor het vervangen van de batterij de schroeven aan de achterkant van de afstandsbediening. 10.2.3 Een afstandsbediening koppelen aan het apparaat U kunt als volgt de huidige afstandsbediening wissen en een nieuwe koppelen.
11. Configuratie via SMS-bericht Om de volledige functionaliteit van dit product te kunnen benutten, moet u het eerst configureren. Dit doet u met eenvoudige commando's die u vanaf uw mobiele telefoon als SMS-bericht naar uw apparaat stuurt (naar het telefoonnummer van de simkaart in het apparaat). Via deze methode kunt u uw apparaat overal vandaan in- of uitschakelen of de instellingen ervan wijzigen. Het product reageert in het algemeen alleen op geautoriseerde berichten.
ACTIE De volgende acties kunnen worden opgegeven: SET = inschakelen/activeren/configureren RESET = uitschakelen/deactiveren/standaard instelling herstellen TEST = testen/controleren/opvragen FUNCTIE Dit is de functie die u wilt wijzigen of uitvoeren: OUT1 = Uitgang 1 (relais) OUT2 = Uitgang 2 (relais) IN1 = Ingang 1 IN2 = Ingang 2 PARAMETER Afhankelijk van de actie en de functie worden nul, één of meer parameters toegevoegd. De meeste "RESET"-acties hebben geen parameters, de meeste "SET"-acties juist wel.
Opmerking bij het RESET-commando: als een functie vanwege een fout moet worden uitgeschakeld of gereset, gebruik dan de RESET-actie in combinatie met het woord voor de desbetreffende functie. Deze actie is universeel van toepassing voor alle functies; met dit commando wordt de desbetreffende functie teruggebracht naar de standaardinstelling.
11.2 Speciale commando's Er zijn commando's die zo belangrijk zijn, dat ze afwijken van het commandoformaat uit het vorige hoofdstuk. Deze commando's zijn: ALARM ENABLE #1513 ALARM ENABLE #1513 Deze commando's worden gebruikt om het alarm in of uit te schakelen. Hoe dit het gedrag van het product beïnvloedt, is hiervoor beschreven in het hoofdstuk "Productstatus en -mode". STATUS #1513 Met dit commando vraagt u de belangrijkste instellingen en statussen van het apparaat op.
12. Functionele beschrijving In de volgende voorbeelden wordt aangenomen dat de PIN-code van de simkaart in het apparaat gelijk is aan 1513. 12.1 Algemene configuratiecommando's In deze paragraaf worden alle algemene configuratiecommando's beschreven. 12.1.1. Tijd en datum instellen (TIME, DATE) De datum en de tijd kunnen ingesteld worden op het apparaat. Als de tijd en de datum bekend zijn, dan wordt automatisch uitgerekend welke dag van de week het is.
Met het volgende commando kunt u de gewenste instelling controleren: TEST TIME #1513 of: TEST DATE #1513 12.1.2 Telefoonboek beheren (TEL, TEL1, ...) U kunt maximaal 6 telefoonnummers opslaan in uw apparaat. In het geval van een alarm, wordt naar elk van deze telefoonnummers een alarmmelding gestuurd. Bovendien worden al deze nummers geaccepteerd door de INCALL-functie. Als een nummer meerdere malen voorkomt in de lijst, dan ontvangt het meermaals dezelfde alarmmelding.
Nummerreeksen (alleen van toepassing op de functie INCALL): U kunt telefoonnummerreeksen opgeven die de INCALL-functie moet accepteren. Gebruik het normale "SET TEL" commando met jokertekens. Voorbeeld. De volgende nummers zijn vrijgegeven voor INCALL +491555512345 +491555523456 +491555534567 Programmeer het volgende telefoonnummer: +4915555***** Het sterretje (*) is een jokerteken voor alle cijfers. Voer het juiste aantal jokertekens (*) in.
Telefoonnummer opvragen Met het volgende commando controleert u het telefoonnummer dat in het alarmsysteem is opgeslagen: TEST TEL #1513 Voer altijd het volledige telefoonnummer in internationaal formaat (inclusief landcode), bijv. +31 voor Nederland. Met de commando's TEL1, TEL2, TEL3,… wijzigt u alleen het telefoonnummer op die positie in het geheugen. De andere nummers in het geheugen blijven ongewijzigd. 12.1.
12.1.4 PIN-code wijzigen (PIN) U kunt het product beveiligen tegen ongeautoriseerde toegang door de standaard PIN-code "1513" in een andere waarde te wijzigen. Wijzig de PIN-code als volgt: SET PIN # Voorbeeld: Wijzig oude PIN-code 1513 in nieuwe PIN-code 1234: SET PIN 1234 #1513 Ieder nieuw SMS-bericht moet u nu voortaan afsluiten met de nieuwe PIN-code, voorafgegaan door een hekje (#). Zet voor het hekje een spatie.
De volgende beltonen zijn mogelijk: 0 = Grieg (Peer Gynt) 1 = Beethoven (Ode an die Freude) 2 = Beethoven (Für Elise) 3 = Mozart 4 = Bizet (Carmen) 5 = Rossini (Wilhelm Tell) 6 = Snelle zoemtoon 7 = Standaardbeltoon 8 = Korte zoemtoon 1 9 = Korte zoemtoon 2 Fabrieksinstellingen herstellen: RESET AUDIO #1513 Instellingen opvragen: TEST AUDIO #1513 35
12.2 In- en uitgangen Dit is een autonoom werkend alarmsysteem. Onjuiste instellingen of aansluiting kunnen leiden tot ongewenste berichten! Bel nooit naar het telefoonnummer van de simkaart in het apparaat! Bel ook nooit naar een telefoonnummer van een ander autoalarm of alarmmeldsysteem. 12.2.1 Relaisuitgangen (OUT1, OUT2) U kunt de twee uitgangen OUT1 en OUT2 in- en uitschakelen met een SMS-bericht naar het alarmsysteem. Iedere output is beschikbaar via een relais met wisselcontact.
De parameter "tijd" geeft aan hoe lang de uitgang actief moet blijven. Waarde 1-253: tijd in seconden Waarde 254: 0,25 seconde Waarde 255: 0,5 seconde RF: Met de RF parameter kunt u instellen dat de uitgang moet reageren op de gebeurtenis "Afstandsbediening" (RF). Met de verplichte parameter "tijd" geeft u aan hoe lang de uitgang actief blijft, na ontvangst van het RF-signaal.
Uitschakelen: Met het volgende commando kunt u de configuratie-instelling wissen, zonder de huidige status van het relais te wijzigen: RESET OUT1/OUT2 CONFIG #1513 Merk op dat u met het commando RESET OUT1 of RESET OUT2 het relais alleen maar in de "OFF"-stand schakelt, maar de configuratie-instelling niet wist. 12.2.2 Ingangscontacten (IN1, IN2) Ingangen IN1 en IN2 zijn bedoeld om schakelgebeurtenissen te detecteren. Afhankelijk van de configuratie, wordt op basis hiervan een alarm gegenereerd.
IN1 uitschakelen als alarmbron: SET IN1 OFF #1513 Fabrieksinstellingen herstellen (LH): RESET IN1 #1513 Met het volgende commando kunt u de instelling voor de ingang (IN1) opvragen: TEST IN1 #1513 Timer-functie: Met een optionele tweede parameter kunt u opgeven hoe lang een signaal ononderbroken aanwezig moet zijn, voordat er een alarm wordt gegenereerd. SET IN1 #1513 De parameter "tijd" geeft de tijd in seconden aan voordat een alarm afgaat. 0 = Uit (standaardinstelling) 1....
12.2.3 Bedrijfsspanning bewaken (VOLTAGE) Het apparaat kan de voedingsspanning (accuspanning) controleren en u waarschuwen (met een SMS-bericht) dat de spanning te laag is of geheel is weggevallen (bijv. doordat er aan het voertuig is gerommeld). Het apparaat is voorzien van een Li-Ion-batterij zodat het apparaat een bepaalde tijd blijft werken en bijv. de GPS-functie in stand blijft.
12.2.4 Trilalarm (SHOCK) Het product heeft een ingebouwde trillingssensor om mechanische manipulatie te detecteren (parkeerbotsing, ingeslagen ruit e.d.). De optimale instelling voor de gevoeligheid hangt af van veel factoren, bijvoorbeeld de inbouwplaats, bevestiging van het apparaat aan de carrosserie, afmeting van de auto enz. Bepaal de optimale instelling door proberen en testen. De gevoeligheid kan worden ingesteld van 0 t/m 10: 0 = Uit 10 = maximale gevoeligheid.
12.3 Aanvullende functies Met bepaalde speciale functies kunt u het product in een nieuwe "Speciale mode" brengen. In deze mode gedragen de hierboven beschreven functies zich anders. Voor deze gevallen worden alle verschillen expliciet vermeld. 12.3.1 Tijdsbegrenzing alarm (HOLDALARM) U kunt de alarmmode van het product op bepaalde tijden onderbreken. Het product schakelt als het ware automatisch over van "ALARM ENABLE" naar "ALARM DISABLE".
Voorbeeld voor het uitschakelen van het alarm op maandag en donderdag van 16:10u tot 23:30u: SET HOLDALARM 16 10 23 30 mo th #1513 In een SMS-bericht zoals dit, ziet u of u een geldige tijd geeft opgegeven: Su: off Mo: 16:10 - 23:30 Tu: off We: off Th: 16:10 - 23:30 Fr: off Sa: off Merk op: • de ingestelde tijden blijven onder alle omstandigheden bewaard, totdat de lijst wordt gewist met het RESET-commando.
12.3.2 Draadloze afstandsbediening en functie (RFBUTTON) De linkerknop van de afstandsbediening kan geprogrammeerd worden voor verschillende functies. Deze worden hieronder beschreven. Relais omschakelen: U kunt het apparaat zo instellen dat één van de relais voor een bepaalde tijd omschakelt als u op de linkerknop drukt. Gebruik het volgende commando: SET RFBUTTON [SILENT] #1513 De parameter "tijd" geeft aan hoe lang de uitgang actief moet blijven.
Let op! Sla geen openbaar alarmnummer op onder telefoonnummer 1, want per ongeluk bellen kan als misbruik worden beschouwd.
12.3.3 Reactie op telefoonoproep (INCALL) Een oproep vanaf een nummer dat voorkomt in het telefoonboek kan de INCALL-functie activeren. Dit betreft met name de nummerreeksen die speciaal voor dit doel zijn bedacht. Deze functie werkt alleen als nummerherkenning aanstaat. Als een nummer niet herkend wordt, controleer dan met een andere mobiele telefoon welk nummer er meegestuurd wordt. In sommige landen wordt de landcode niet meegestuurd.
Gesprek aannemen: In de standaardinstelling wordt ieder gesprek geweigerd zodat de chauffeur niet wordt afgeleid tijdens het rijden of als hij aan het parkeren is. Als u de GSM-eenheid wilt gebruiken als normale telefoon voor het voeren van gesprekken, geef dan het volgende commando: SET INCALL [ALL] #1513 Als u deze functie zo hebt ingesteld, dan wordt het gesprek aangenomen en hoorbaar op de luidsprekers, mits het telefoonnummer in het telefoonboek staat.
12.4 Positie bepalen De huidige positie kan worden bepaald met de GPS-ontvanger. Bovendien kan de gebruiker op de hoogte gebracht worden als het product een vooraf ingesteld (toegestaan) gebied verlaat. Hieronder worden alle functies rond de positiebepaling uitgelegd. Eerst enkele technische opmerkingen. • Afhankelijk van de inbouwpositie van de GPS-ontvanger, de zichtlijn naar de ruimte en de weersomstandigheden, kan het tot 5 minuten duren voordat een GPS-positie is bepaald.
Voorbeeld: Text message report GKA100 1.xx ……………….. Batt: 90% GSM: 50 % Zone: 3F7A Time: 1 Cell info: Hirschau Adjacent cells: AD3E 25AD 12.4.2 Algemene GPS-lokalisatie (GPS) Met het volgende commando vraagt u de huidige GPS-coördinaten op. Deze worden zonder verdere interpretatie in een SMS-bericht opgestuurd. Als u dit commando gebruikt, moet u de coördinaten zelf interpreteren, bijvoorbeeld door ze in te voeren in een routeplanner of een online map.
12.4.3 Weblink met GPS-positie meesturen (GPSMAP) Als u een mobiele telefoon met internetverbinding heeft, dan kunt u de positie ook laten opsturen als weblink naar een online map van uw keuze. Via deze weblink ziet u meteen de huidige positie. Het commando hiervoor is: TEST GPSMAP #1513 Voorbeeld van een antwoordbericht: GKA100 1.
12.4.4 Automatisch opsturen (GPS, GPSMAP, speciale functie) U kunt verschillende GPS-coördinaten of links naar een kaart automatisch laten opsturen. Hierdoor kunt u de bewegingen van het voertuig zichtbaar maken.
12.4.5 Energiebesparingsmode (GPSSAVE) Als het apparaat verbonden is met een externe spanningsbron, dan wordt de huidige locatie iedere seconde bepaald. Als het apparaat door de batterij wordt gevoed, dan schakelt de GPS-ontvanger uit om energie te besparen. De ontvanger wordt dan eens per uur ingeschakeld. Als het product van positie verandert (een andere GSM-cel) of als het apparaat het commando "TEST GPS" ontvangt, wordt de huidige GPS-positie direct bijgewerkt.
12.4.6 "GPSZONE" programmeren Het product kan gebruikt worden om te bewaken of het voertuig een gebied verlaat. Als u de toegestane zones (maximaal 10) heeft geprogrammeerd en het alarm is ingeschakeld ("ENABLE") dan wordt er telkens een alarmmelding naar alle opgeslagen telefoonnummers verzonden als het product een zone verlaat. Deze melding bevat de huidige GPS-coördinaten.
Merk op dat ontbrekende cijfers worden opgevuld met "0" Voorbeeld: 3° 3.23’ E = 003.032300 E De GPS-coördinaten worden in het autoalarmsysteem weergegeven in graden met zes cijfers achter de komma. De gegevens liggen in het bereik van xx.000000° tot xx.999999°. Voorbeeld: Een zone kan als volgt worden ingevoerd: SET GPSZONE 49.549680N 011.924780E 49.537480N 011.957910E #1513 U ontvangt het volgende bericht ter bevestiging: GKA100 1.xx GPS zone: 1/1 < ——Zone nummer breedtegraad: 49.549680N - 49.
Een geprogrammeerde zone opvragen: Om de zone op te vragen die op een bepaalde locatie is opgeslagen: TEST GPSZONE #1513 Locatienr. kan de waarde 1-10 hebben. Voorbeeld: TEST GPSZONE 3 #1513 U ontvangt het volgende bericht ter bevestiging: GKA100 1.xx GPS zone: 3/7 Latitude 49.549680N - 49.537480N Longitude 011.924780E – 011.957910E U kunt verschillende zones combineren tot één corridor. De grenzen van de zones lopen oost-west of noord-zuid. U kunt geen diagonale zonegrenzen opgeven.
12.5 Systeemfuncties In dit hoofdstuk worden hoogwaardige technische functies beschreven. De standaardinstellingen zijn voor de meeste toepassingsgebieden al ingesteld. We raden daarom aan om alleen parameters te wijzigen voor de desbetreffende toepassingen. Als het product niet correct werkt, herstel dan altijd eerst de standaardinstellingen. Als u contact opneemt met onze helpdesk, zorg er dan voor dat u de standaardinstellingen heeft hersteld voor uw apparaat. 12.5.
Voorbeeld: Het apparaat is zo geconfigureerd dat er een alarm afgaat als het ingangscontact HOOG wordt. De IDLE-teller begint af te lopen zodra ingang IN1 weer LAAG is geworden. Als gedurende het aflopen van de IDLE-teller ingang IN1 weer in de alarmtoestand (HOOG) komt, dan gaat de teller opnieuw lopen, maar wordt er geen alarm gegenereerd (IDLE-tijd niet verstreken).
12.5.2. Spanningshysterese (HYSVOLT) De standaardinstellingen zijn zo gekozen, dat ze geschikt zijn voor de meeste toepassingen. U hoeft de instelling alleen in uitzonderingsgevallen te wijzigen. De hysterese-functie is bedoeld om ongewenste alarmmeldingen te vermijden. Door de hysterese verandert de grenswaarde voor het alarm zodra de hysteresewaarde is bereikt. De analoge waarde moet daardoor verder doordringen in het toegestane gebied, voordat de alarmsituatie wordt gereset.
12.5.3 Basisinstellingen herstellen (RESET SETUP) Als u het product wilt terugbrengen in de staat zoals die was bij aflevering, geef dan het volgende commando: RESET SETUP 12345678 #1513 Alle instellingen die u gedaan heeft, gaan definitief verloren. De PIN-code van de simkaart wordt niet gewijzigd als u het product zo reset. Als u het product weer opstart, kan het zich niet meer bij de simkaart aanmelden (simkaart = laatst ingestelde PIN-code, product = 1513).
14. Afvoeren 14.1 Product Voer het product, als u het niet meer gebruikt, af volgens de toepasselijke voorschriften. 14.2 Batterijen en oplaadbare batterijen U bent als gebruiker wettelijk verplicht (batterijverordening) om gebruikte (oplaadbare) batterijen in te leveren. Het is verboden ze bij het huisvuil te gooien! Batterijen en oplaadbare batterijen met schadelijke stoffen worden gekenmerkt met het symbool hiernaast. Dit geeft aan dat u ze niet bij het huishoudelijk afval mag gooien.
Verontreinigde sensors of uitlaatresten kunnen de werking van het systeem aantasten. We raden aan om de sensors te reinigen met een droge, schone doek. Als ze erg vuil zijn, gebruik dan een lap die vochtig gemaakt is met lauw water. 16. Conformiteitsverklaring (DOC) Wij, Conrad Electronic, Klaus-Conrad-Straße 1, D-92240 Hirschau, Duitsland, verklaren hierbij dat dit product voldoet aan de essentiële eisen en de andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG.
18. Technische gegevens Temperatuurbereik ................... -40 °C tot +85 °C Gewicht .................................... 750 g (incl ingebouwde oplaadbare batterij en GPS-ontvanger) Afmetingen ............................... 100 x 63 x 32 mm Bedrijfsspanning ....................... 6 - 32 V/DC (nominaal 6/12/24/32 V/DC) Oplaadduur ............................... ongeveer. 3 uur (als de oplaadbare batterij volledig leeg is) Stand-bytijd................................
www.conrad.com Juridische kennisgeving Deze gebruiksaanwijzing is een uitgave van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Alle rechten, inclusief over de vertaling, voorbehouden. Reproductie op enigerlei wijze, bijv. fotokopie of microfilm, of opslag in elektronische vorm, is alleen toegestaan met voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Herdrukken, geheel of gedeeltelijk, is verboden.