User manual

20
9. Inbedrijfstelling - eerste stappen
Controleer, voordat u het product in bedrijf stelt of het geschikt is voor de beoogde toepassing!
Raadpleeg in geval van twijfel altijd een specialist, een expert of de fabrikant van de gebruikte
producten! U heeft het volgende nodig om het apparaat te gebruiken en te configureren:
een gewone mobiele telefoon met simkaart om het apparaat te configureren;
nog een simkaart (prepaid of met abonnement) voor het apparaat;
een spanningsbron (USB-poort of rechtstreekse spanningsbron).
9.1 Bedrijfsspanning
Het product mag voor testen ook gevoed worden via USB. De batterij-LED laat zien of de
voedingsspanning juist is aangebracht, ongeacht de status van het apparaat.
LED is uit -= geen externe voedingsspanning
LED groen/rood = externe voedingsspanning aanwezig
9.2 PIN-code wijzigen in 1513*
Iedere simkaart heeft een PIN-code. Aangezien het autoalarmsysteem een eigen PIN-code
gebruikt, moet de PIN-code van de simkaart worden gewijzigd in die van het product.
Hiervoor zijn de volgende stappen nodig.
1. Steek de simkaart voor het autoalarmsysteem in een mobiele telefoon.
2. Wijzig aan de hand van de gebruiksaanwijzing van de mobiele telefoon de PIN-code in
1513.
3. Haal de simkaart met de nieuwe PIN-code uit de mobiele telefoon.
4. Steek de simkaart met de nieuwe PIN-code in de daarvoor bedoelde gleuf in het apparaat.
De gleuf voor de simkaart bevindt zich aan de korte kant van het apparaat.