KERN & Sohn GmbH Ziegelei 1 D-72336 Balingen E-mail: info@kern-sohn.com Tel.: +49-[0]7433- 9933-0 Fax: +49-[0]7433-9933-149 Internet: www.kern-sohn.com Gebruiksaanwijzing Precisieweegschalen KERN PBS/PBJ Versie 1.
Weitere Sprachversionen finden Sie online unter www.kern-sohn.com/manuals Další jazykové verze najdete na webu pod adresou www.kern-sohn.com/manuals Yderligere sprogversioner finder de online på www.kern-sohn.com/manuals Más versiones de idiomas se encuentran online bajowww.kern-sohn.com/manuals Rohkem keeli internetis aadressil www.kern-sohn.com/manuals Vous trouverez d’autres versions de langue online sous www.kern-sohn.com/manuals Further language versions you will find online under www.kern-sohn.
NL KERN PBS/PBJ Versie 1.4 02/2013 Gebruiksaanwijzing Precisieweegschalen Inhoudsopgave 1 Technische gegevens ....................................................................................... 7 2 Conformiteitverklaring .................................................................................... 11 3 Overzicht van de apparatuur .......................................................................... 12 3.1 3.1.1 3.1.2 3.2 4 5 6 7 4 Toetsenbordoverzicht...........................
8 Justeren ........................................................................................................... 27 8.1 Handmatig justeren met de toets CAL ..............................................................27 8.1.1 8.1.2 8.2 Justeren met intern gewicht (enkel modellen PBJ) .......................................................... 27 Justeren met extern kalibratiegewicht (fabriekinstelling van de modellen PBS).............. 29 Justeertest..............................................
14 Bereikaanduiding ......................................................................................... 54 15 Omschakelen van weegeenheden.............................................................. 55 15.1 16 Procenten omzetten............................................................................................56 Toepassingsfuncties ................................................................................... 57 16.1 Optellen ...................................................
1 Technische gegevens KERN PBJ 420-3M PBJ 620-3M PBJ 1020-3 Afleesbaarheid (d) 0,001 g 0,001 g 0,001 g Weegbereik (max.) 420 g 620 g 1020 g Minimale last (min.) 0,02 g 0,1 g - IJkwaarde (e) 0,01 g 0,01 g - II I - Reproduceerbaarheid 0,001 g 0,001 g 0,001 g Lineariteit ±0,002 g ±0,002 g ±0,003 g 2,5 s 2,5 s 2,5 s 4h 4h 8h IJkklasse Duur van signaaltoename Opwarmingstijd Kalibratiegewicht Weegeenheden (geijkte toestellen) Min.
KERN PBJ 4200-2M PBJ 6200-2M PBJ 8200-1M Afleesbaarheid (d) 0,01 g 0,01 g 0,1 g Weegbereik (max.) 4,2 kg 6,2 kg 8,2 kg Minimale last (min.) 0,5 g 1g 5g IJkwaarde (e) 0,1 g 0,1 g 1g II I II Reproduceerbaarheid 0,01 g 0,01 g 0,08 g Lineariteit ±0,02 g ±0,02 g ±0,1 g 4h 4h 2h 2,5 s 2,5 s 1,2 s IJkklasse Opwarmingstijd Duur van signaaltoename Kalibratiegewicht intern Weegeenheden (geijkte toestellen) Min.
KERN PBS 420-3M PBS 620-3M PBS 1020-3 Afleesbaarheid (d) 0,001 g 0,001 g 0,001 g Weegbereik (max.) 420 g 620 g 1020 g Minimale last (min.
KERN PBS 4200-2M PBS 6200-2M PBS 8200-1M Afleesbaarheid (d) 0,01 g 0,01 g 0,1 g Weegbereik (max.) 4,2 kg 6,2 kg 8,2 kg Minimale last (min.
2 Conformiteitverklaring KERN & Sohn GmbH D-72322 Balingen-Frommern Postfach (postbus) 4052 E-mail: info@kern-sohn.de Tel.: 0049-[0]7433- 9933-0 Fax: 0049-[0]7433-9933-149 Internet: www.kern-sohn.
3 Overzicht van de apparatuur Modellen met de afleesbaarheid d = 0,001 g: Modellen met de afleesbaarheid d ≥ 0,01 g: 1. 2. 3. 4. 5.
3.1 Toetsenbordoverzicht In de weegmodus: Toets Bepaling ON/OFF ESC [ON/OFF] Het menu verlaten / terug naar de weegmodus. [CAL] Justeren of het scherm van menukeuze opvragen. (*1) Het laats ingestelde menuelement aflezen. [TARE] Tarreren / op nul zetten. Geen functie. UNIT [UNIT] Omschakelen van de weegeenheid. (*3) Geen functie. PRINT [PRINT] Uitgave van de gewichtswaarde naar de randapparatuur (printer, computer). Datum en tijd naar randapparatuur uitgeven.
In het menu: Toets Bepaling Een keer drukken en opnieuw vrijlaten Gedrukt houden ca. 3 seconden lang ON/OFF ESC [ON/OFF] Terug naar het submenu of naar de weegmodus. Terug naar de weegmodus. CAL MENU [CAL] Overgaan naar het volgende menuelement. Het laats ingestelde menuelement aflezen. TARE / [TARE] UNIT [UNIT] PRINT [PRINT] Het laats ingestelde menuelement kiezen en instellen. Invoer van de numerieke waarde. De numerieke waarde van de blinkende positie met 1 vergroten.
3.1.2 Instelling van de decimaal bij de invoer van de numerieke waarde Invoer van de decimaal is vereist enkel bij dichtheidsbepaling of de bepaling van de vermenigvuldiger voor de door de gebruiker gedefinieerde eenheid. • PRINT De toets meermals drukken totdat de laatste positie begint te blinken. De PRINT toets opnieuw drukken om de modus van instelling van de decimaal op te vragen. Het omgekeerde driehoeksymbool ▼ of de actuele decimaal blinkt.
3.2 Aanduidingoverzicht Bereikaanduiding Display Bepaling Stabilisatieaanduidin g Tarrasymbool Gewichtssymbool [ ] Haakjes Numeriek teken Menusymbool Asterisk (ster) Communicatiesymbo ol ▼ →0← M Omgekeerde driehoek Nulaanduiding Dierteken Symbool van opslaan en op nul zetten Geheugensymbool Eenheidaanduiding Omschrijving Zichtbaar indien de meetwaarde stabiel is. (*1) Tijdens keuze van een menuelement toont het actueel gekozen element. Informeert over de instelling van voorlopige tarrawaarde.
4 Basisopmerkingen (algemene informatie) 4.1 Gebruik volgens bestemming De door u aangekochte weegschaal dient ter bepaling van het gewicht (de weegwaarde) van het gewogen materiaal. Hij dient te worden beschouwd als een “niet-zelfstandige weegschaal” d.w.z. de gewogen voorwerpen dienen met de hand voorzichtig te worden geplaatst in het midden van het weegschaalplateau. De weegwaarde kan na bereiken van een stabiele aanduidingwaarde worden afgelezen. 4.
4.4 Toezicht over controlemiddelen In het kader van kwaliteitsverzekeringssysteem dienen regelmatig technische meeteigenschappen van de weegschaal en eventueel beschikbare controlegewichten te worden gecontroleerd. Daarvoor dient de bevoegde gebruiker een juist tijdsinterval als ook aard en omvang van dergelijke controle te bepalen. Informatie betreffende toezicht over controlemiddelen zoals weegschalen als ook over noodzakelijke controlegewichten zijn toegankelijk op de website van de firma KERN (www.
7 Uitpakken, installeren en aanzetten 7.1 Plaats van installatie, gebruikslocatie De weegschalen zijn op dergelijke manier geconstrueerd dat er in normale gebruiksomstandigheden geloofwaardige weegresultaten worden bereikt. De keuze van juiste locatie van de weegschaal verzekert een precieze en snelle werking. Daarom dient men bij keuze van plaats van installatie volgende regels in acht te nemen: • Het toestel uitsluitend in gesloten ruimtes gebruiken.
Leveringsomvang / serietoebehoren: Modellen met de afleesbaarheid d = 0,001 g: Modellen met de afleesbaarheid d ≥ 0,01 g: Osłona Płytka wagi Wspornik płytki wagi Pokrywa robocza Waga zasadnicza 2 śruby mocujące pokrywę roboczą 20 2 śruby • Netadapter • Gebruiksaanwijzing • Menuoverzicht PBS/PBJ-BA-nl-1314
7.3 Instelling De vervoerbeveiliging verwijderen (modellen PBJ) Om de vervoerbeveiliging los te maken, beide vervoerschroeven [1] tegen de wijzers in draaien totdat ze vergrendelen (zie aanwijzingplaat [2]). Om te vervoeren beide transportschroeven met de wijzers mee draaien, totdat ze vergrendelen. Het bedrijfsdeksel opleggen De beschermende folie van de zelfkleefbanden verwijderen en het bedrijfsdeksel zo stellen dat het weegschaalplateau niet aanraakt.
Waterpas zetten Alle drie verstelbare schroefvoeten [1] tot terugslag indraaien. Her voorste linker deel van de weegschaal licht naar beneden drukken en beide voorste schroefvoeten zo veel losdraaien dat de luchtbel [3] in de libel (waterpas) [2] in het gemarkeerde gebied staat. Het voorste deel van de weegschaal steeds licht drukken en vervolgens het achterste schroefvoet zo vel losdraaien dat de weegschaal stabiel staat. Men dient regelmatig te controleren of het waterpas is.
Het weegschaalplateau installeren Modellen met de afleesbaarheid d ≥ 0,01 g: PBS/PBJ-BA-nl-1314 23
Modellen met de afleesbaarheid d = 0,001 g: De rubberen doppen zoals op de tekening getoond, verwijderen. Het windscherm aanzetten en met schroeven bevestigen. Het weegschaalplateau installeren zoals op de tekening getoond. Op de juiste plaatsing goed letten. Het deksel van het windscherm opleggen.
7.4 Contactdoos Elektrische voeding gebeurt door een externe netadapter. De spanningwaarde zichtbaar op de netadapter moet in overeenstemming zijn met lokale spanning. Enkel originele netadapters van de firma KERN gebruiken. Gebruik van andere producten vereist toestemming van de firma KERN. Modellen PBJ: Vóór aansluiten aan het netwerk de transportbevestigingschroeven van de weegschaal absoluut losmaken in overeenstemming met de informatieplaat, zie hoofdstuk 7.3. 7.
7.6 Randapparatuur aansluiten Vóór aansluiten of afkoppelen van extra apparatuur (printer, computer) aan de gegevensinterface dient de weegschaal noodzakelijk van netwerk te worden gescheiden. Alleen accessoires en randapparatuur van de firma KERN die optimaal aan de weegschaal worden aangepast, mogen met de weegschaal worden gebruikt.
8 Justeren Omdat de waarde van de valversnelling niet op elke plek op aarde gelijk is, dient elke weegschaal aangepast te worden - conform de weegregel voortvloeiende uit regels van natuurkunde - aan de valversnelling op de plaats van installatie van de weegschaal (enkel indien de weegschaal niet eerder in fabriek is gejusteerd op de plaats van installatie).
Indien de menupunt “ ICAL” niet verschijnt, terug naar het weegmenu gaan met de toets en het menuelement 1 activeren, zie “Menuoverzicht”. TARE / 2. De toets uitgevoerd. drukken, het justeren wordt automatisch 3. Na succesvol justeren wordt de weegschaal automatisch terug in de weegmodus gezet. Bij foutief justeren (bv. indien zich op de weegschaal voorwerpen bevinden) verschijnt op de afleeseenheid een foutmelding, het justeerproces herhalen.
8.1.2 Justeren met extern kalibratiegewicht (fabriekinstelling van de modellen PBS) • Voorafgaande voorwaarde: menu-instelling “ECAL” / menuelement 3. • Bij geijkte weegschalen wordt het justeren met de toets geblokkeerd (met uitzondering van de precisieklasse I). Om de toegangsblokkade te verwijderen dient de zegel te worden vernield en de justeertoets te worden gedrukt. De plaatsing van de justeertoets, zie hoofdstuk 9.
Het kalibratiegewicht voorzichtig in het midden van het weegschaalplateau plaatsen en de toets drukken. Afwachten totdat de nulaanduiding blinkt. Het kalibratiegewicht afnemen en de toets drukken. Na succesvol justeren wordt de weegschaal automatisch terug in de weegmodus gezet. Bij foutief justeren (bv. indien zich op de weegschaal voorwerpen bevinden) verschijnt op de afleeseenheid een foutmelding, het justeerproces herhalen.
8.2 Justeertest De functie activeren: In de weegmodus de toets 3 keer drukken. De menugroep 1”Justeren” verschijnt, de aanduiding blinkt. Met de toets blinkt. bevestigen, de actuele instelling c Justeren met intern gewicht “ICAL” (enkel modellen PBJ, zie hoofdstuk 8.1.1), menuelement 1. Justeren met intern gewicht “ItESt” (enkel modellen PBJ, zie hoofdstuk 8.2.2), menuelement 2. Justeren met extern gewicht “ECAL” (zie hoofdstuk 8.1.2), menuelement 3.
8.2.1 Justeertest met extern gewicht • Voorafgaande voorwaarde: menu-instelling “E tESt” / menuelement 4. • Bij geijkte weegschalen wordt de justeertest met de toets geblokkeerd (met uitzondering van de precisieklasse I). Om de toegangsblokkade te verwijderen dient de zegel te worden vernield en de justeertoets te worden gedrukt. De plaatsing van de justeertoets, zie hoofdstuk 9.
Het kalibratiegewicht afnemen en de toets drukken. Afwachten, het verschil ten opzichte van het eerdere justeren verschijnt. Of de toets drukken, de waarde “d” wordt op nul gezet. Nadat ze op nul is gezet, wordt de weegschaal gejusteerd. of drukken, de waarde “d” wordt niet op De toets nul gezet. Justeren wordt niet vervolgd.
8.2.2 Justeertest met intern gewicht Voorafgaande voorwaarde: menu-instelling “ItESt” / menuelement 2. In de weegmodus de toets “ItESt” verschijnt. drukken. De menupunt Indien de menupunt “ItESt” niet verschijnt, terug naar het weegmenu gaan met de toets en het menuelement 2 activeren, zie “Menuoverzicht”. De toets drukken, het justeren wordt automatisch uitgevoerd. Afwachten, het verschil ten opzichte van het eerdere justeren verschijnt.
8.3 Automatisch justeren met de functie PSC (Perfect Self Calibration), enkel modellen PBJ Dankzij de functie PSC is het mogelijk om de omgevingtemperatuur van de weegschaal op elk moment vast te stellen. Indien de bovenste of de onderste tolerantiewaarde worden overschreden, het nodige justeren wordt gesignaleerd en automatisch gestart. Daardoor is de weegschaal op elk moment optimaal paraat. De functie activeren: In de weegmodus de toets 3 keer drukken.
• • • Het blinkende gewichtssymbool signaleert dat het automatische justeren nadert. Om het justeren in de loop van de meting te voorkomen, dient de toets te worden gedrukt terwijl het gewichtssymbool blinkt. Daardoor wordt het automatische justeren onderbroken. Indien de functie PSC niet actief is, dient de gebruiker justeren met extern kalibratiegewicht door te voeren (hoofdstuk Fehler! Verweisquelle konnte nicht gefunden werden.), terwijl het gewichtssymbool blinkt. 8.
Tijdinstelling voor de functie Clock-CAL: Voorbeeld voor “ACALt1” om 12 uur ’s middags. In de weegmodus de toets 3 keer drukken. De menugroep 1 ”Justeren” verschijnt, de aanduiding blinkt. Met de toets blinkt. De toets verschijnt. bevestigen, de actuele instelling zo vaak drukken totdat het symbool “t” Met de toets bevestigen, de eerste tijd “tCAL t1” verschijnt (menuelement 7). Met de toets bevestigen, de actuele instelling verschijnt (de actieve positie blinkt).
8.5 ISO/GLP-protocol In de systemen van kwaliteitsverzekering worden uitdraaien van weegresultaten en het correcte weegschaaljusteren vereist met opgave van datum en tijd als ook identificatienummer van de weegschaal. Ze worden het makkelijkst verkregen door een aangesloten printer. Controleren dat de communicatieparameters van de weegschaal en van de printer met elkaar overeenstemmen. De communicatieparameters, zie hoofdstuk 17.4. 8.5.
De keuze met de toets bevestigen. Terug naar het menu met de toets Met de toets . het menuelement 70 opvragen. Met de toets bevestigen, het actueel ingestelde identificatienummer van de weegschaal verschijnt (de actieve positie blinkt). Met de navigatietoetsen het 4-positie nummer invoeren in het bereik van “0000” tot “9999” (zie hoofdstuk Fehler! Verweisquelle konnte nicht gefunden werden. “De numerieke invoer”). Met de toets bevestigen.
9 IJking Algemene informatie: Conform de Richtlijn 90/384/EEG of 2009/23/EG moeten de weegschalen worden geijkt indien ze als volgt worden gebruikt (door de wet bepaalde omvang): a) bij verkoop, indien de productprijs door wegen wordt bepaald; b) bij vervaardiging van medicijnen in apotheken als ook bij analyses in medische en farmaceutische laboratoria; c) voor officiële doeleinden; d) bij vervaardiging van verpakkingen. Ingeval van twijfels richt u zich a.u.b. aan lokale Instantie voor Maten en Gewichten.
10 Basismodus 10.1 Weegschaal aan- en uitzetten Aanzetten: 1. Nadat de elektrische voeding wordt aangesloten, verschijnt op de display van de weegschaal de melding . Om aan te zetten de toets drukken, de weegschaal wordt zelfgediagnosticeerd en in de weegmodus gestart. 2. Indien ze in de standby-modus staat, de toets drukken. De weegschaal is direct paraat, zonder opwarmingstijd. Uitzetten: 1. De toets drukken. De weegschaal wordt naar de stand-by modus omgeschakeld, d.w.z. de weegschaal is paraat. 2.
10.2 Vereenvoudigd wegen Om nauwkeurige resultaten te krijgen dient aan de weegschaal een juiste werkingstemperatuur te worden verzekerd (zie “Opwarmingstijd”, hoofdstuk 1). Op de nulaanduiding wachten, zo nodig met de toets op nul zetten. Het gewogen materiaal opleggen. Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding ( ) verschijnt. Het weegresultaat aflezen. Foutaanduidingen tijdens weging oL Overbelasting, het weegbereik van de weegschaal is overschreden.
10.3 Tarreren Het eigen gewicht van de container gebruikt voor weging kan worden getarreerd door de toets te drukken, waardoor bij volgende weegprocessen het nettogewicht van het gewogen materiaal verschijnt. De weegschaalcontainer op het weegschaalplateau stellen. Afwachten totdat de stabilisatieaanduiding ( ) verschijnt, vervolgens de toets drukken. Het containergewicht wordt in het weegschaalgeheugen opgeslagen. Het gewogen materiaal wegen.
10.4 Wegen onder de vloer Wegen onder de vloer maakt het mogelijk om de voorwerpen te wegen die vanwege hun grootte of vorm niet op de schaal kunnen worden gesteld. Men dient als volgt te handelen: • De weegschaal uitzetten. • De dop in de onderbouw van de weegschaal afnemen. • De weegschaal boven de opening plaatsen. • Het gewogen materiaal op de haak ophangen en de weging uitvoeren.
11 Menu 11.1 Navigatie in het menu Het menu bestaat uit 7 groepen en 4 niveaus. Deze structuur toont de menuvaststelling, waarbij de toegang tot de gewenste functies wordt makkelijk gemaakt voor invoer van nummers voor de respectievelijke menuelementen. Voor de navigatie in het menu dient het bijgesloten “Menuoverzicht” te worden geraadpleegd. Tijdens de navigatie in het menu verschijnt het symbool . De functie opvragen: In de weegmodus de toets 3 keer drukken.
Menugroep Blinkend symbool 1 Omschrijving Justeren 2 Analoge aanduiding Bereikaanduiding, controleweging en doelweging 3 E Installatieomgeving en tarreren 4 A Gebruiksmetingen en automatische uitgave 5 U Eenheden omrekenen en eenheidsgewicht meten 6 S Klok instellen en justeerrecord genereren Communicatie met randapparatuur 7 Instellingen invoeren: Als voorbeeld dient de bediening met als doel bepaling van stabiliteitsbeoordeling van het 1ste optellen (menuelement 27) voor 4 optellingen
De toets drukken, het symbool “Eb1” (menuelement 27) verschijnt. Indien “Eb1” de actuele instelling is, brandt de stabilisatieaanduiding ( ). De toets verschijnt. meermals drukken, totdat het symbool “Eb4” (menuelement 29) Met de toets opslaan. De melding “ SET” verschijnt en vervolgens de actuele instelling “Eb4” gemarkeerd met de stabilisatieaanduiding ( ). Terug naar het menu of naar de weegmodus: De toets kort drukken, terug naar het menu. Nadat de toets weegmodus.
11.2 Gebruikelijke bijfuncties 11.2.1 Het laatste menu opnieuw opvragen Deze functie is bruikbaar indien de toepassing vereist dat een bepaald menuelement vaak wordt gewijzigd. CAL In de weegmodus of tijdens de menukeuze de toets MENU drukken en 3 seconden lang gedrukt houden. Daardoor verschijnt het menuelement dat laatst gewijzigd of ingesteld werd. 11.2.2 Het menu herstellen Met deze functie worden alle instellingen in het menu naar fabriekinstellingen hersteld.
11.3 Menu blokkeren Toegang tot het menu blokkeren: De elektrische voeding van de weegschaal aansluiten. Tijdens de aanduiding “off” verschijnt, de toets gedrukt houden totdat de melding “Locked” verschijnt. De toegang tot het menu is nu geblokkeerd en de melding “Locked” verschijnt direct nadat de operator het menu probeert te kiezen. De toegangsblokkade verwijderen: De elektrische voeding van de weegschaal loskoppelen. 10 seconden afwachten en vervolgens opnieuw aanzetten.
12 De ingebouwde klok instellen 12.1 Datum Het menuelement 63 kiezen, zie hoofdstuk 11.1. De toets in de weegmodus zo vaak drukken totdat het symbool “S” blinkt. Met de toets De toets verschijnt. bevestigen. zo vaak drukken totdat het symbool “d” De toets drukken. De toets opnieuw drukken, de actueel ingestelde datum verschijnt. Met de navigatietoetsen wijzigen (zie hoofdstuk 3.1.1 “Numerieke invoer”). Met de toets bevestigen.
Door de toets is het mogelijk om tussen de volgende formaten te kiezen. Y.m.d. menuelement 63a d.m.Y. menuelement 63b m.d.Y. menuelement 63c Met de toets ' bevestigen. de ingevoerde gegevens of Terug naar de weegmodus, meermals of 3 s lang de toets drukken. • De ingebouwde klok neemt automatisch de correctie voor het schrikkeljaar door. • Nadat de toets voor afronden van de datuminstelling wordt gedrukt, worden de seconden op nul gezet.
12.3 De aanduiding voor de stand-by-modus instellen Men dient vast te stellen wat in de stand-by-modus dient te worden afgelezen. Indien de tijd dient te verschijnen, met menuelement 65 kiezen, zie hoofdstuk 11.1. Indien de datum tijd dient te verschijnen, met menuelement 66 kiezen, zie hoofdstuk 11.1. Indien noch tijd noch datum dient te verschijnen, met menuelement 67 kiezen, zie hoofdstuk 11.1.
13 Functies die aan de omgevingsomstandigheden aanpassen 13.1 Stabilisatie en reactie (gemiddelde waarde) Het is mogelijk om de aanduidingstabilisatie en het reactieniveau van de weegschaal aan de vereisten van een bepaalde toepassing of een installatieomgeving toe te passen. Men kan daarbij tussen vijf bedrijfmodi kiezen.
13.2 Bandbreedte van de stabilisatieopsporing (bij de voor ijking geschikte modellen enkel tot 8 optelprocessen, bij de niet voor ijking geschikte modellen tot 64 optelprocessen). Daardoor is het mogelijk om de omstandigheden te kiezen waarbij de weegschaal als stabiel wordt erkend. Indien “1 optelproces” is gekozen en de aanduiding (in het kader van het optellen van aanduidingen) vast blijft, wordt de weegschaal als stabiel erkend en de stabilisatieaanduiding brandt.
15 Omschakelen van weegeenheden UNIT Door de toets meermals te drukken is het mogelijk om de aanduiding tussen de geactiveerde eenheden om te schakelen. In fabriekinstelling zijn volgende mogelijkheden gegeven: [g] → [%] → [PCS] → [%] Andere instellingen kunnen in het menu als volgt worden geactiveerd: Menuoverzicht – elementennummers van 54 tot 62: (voorbeeld) Om tussen de eenheden om te schakelen de toets drukken. CAL MENU TARE / De gekozen eenheid opslaan door de toets te drukken.
15.1 Procenten omzetten UNIT In de weegmodus zo lang de toets display het symbool “%” verschijnt. drukken totdat op Instelling van 100% van de referentiewaarde: TARE / De toets drukken om de weegschaal te tarreren. Het referentiemonster, gelijk aan 100%, opleggen. Deze waarde moet gelijk zijn aan 100 of meer optelprocessen in de eenheid “g”. Direct nadat de stabilisatieaanduiding drukken. brandt, de toets CAL MENU Het symbool “SET” brandt kort.
16 Toepassingsfuncties 16.1 Optellen Bij optellen van stuks kan men de in de container toegevoegde elementen bijtellen of de uit de container gehaalde elementen aftellen. Om het tellen van grotere aantallen mogelijk te maken dient het gemiddelde gewicht van één element te worden bepaald met behulp van klein aantal elementen (referentieaantal). Hoe groter het referentieaantal hoe preciezer het optellen. Ingeval van zeer kleine of verschillende elementen moet de referentiewaarde bijzonder groot zijn.
16.2 Controleweging en doelweging 16.2.1 Controleweging (comparator) – type aanduiding 1 Het is de beste methode voor beoordeling van het verloop en de fouten van een weging op grond van een monstergewicht. In het menuoverzicht het menuelement 15 kiezen. Gebruikte aanduidingelementen Bovenste drempelwaarde, bepaald met bovendriehoek, wordt gedefinieerd met het menuelement 16. Onderste drempelwaarde, bepaald met onderdriehoek, wordt gedefinieerd met het menuelement 17.
16.2.3 Modus doelweging Deze modus dient ter weging van vaste hoeveelheden vloeistof en ter beoordeling van tekorten en overmaten. De doelwaarde is een numerieke waarde die gelijk is aan het aantal gegeven eenheid gebruikt voor de weging. De grenswaarde is een numerieke waarde boven en onder de geaccepteerde doelwaarde. De doelwaarde op de analoge aanduiding wordt weergegeven als een middenlijn. De grenswaarden worden met driehoeksymbolen bepaald.
16.3 Dichtheidsbepaling 16.3.1 Specifieke meting van het gewicht van vaste stoffen Bij een specifieke meting van het gewicht van vaste stoffen wordt het gewicht van het monster (vaste stof) in de lucht als ook in een vloeistof met bekende densiteit gemeten, en op grond daarvan wordt de densiteit van het monster bepaald. Het symbool ▼ duidt op deze weegschaal de densiteit van de vaste stof. Onderaan wordt de manier beschreven van dichtheidsbepaling met behulp van weeginrichting onder de vloer.
16.3.2 Temperatuur- en dichtheidstabel Temperatu Dichtheid ρ [g/cm3] ur [°C] Water Ethanol Methanol 10 0.9997 0.7978 0.8009 11 0.9996 0.7969 0.8000 12 0.9995 0.7961 0.7991 13 0.9994 0.7953 0.7982 14 0.9993 0.7944 0.7972 15 0.9991 0.7935 0.7963 16 0.9990 0.7927 0.7954 17 0.9988 0.7918 0.7945 18 0.9986 0.7909 0.7935 19 0.9984 0.7901 0.7926 20 0.9982 0.7893 0.7917 21 0.9980 0.7884 0.7907 22 0.9978 0.7876 0.7898 23 0.9976 0.7867 0.7880 24 0.9973 0.
16.3.3 Specifieke meting van het vloeistofgewicht Bij specifieke meting van het vloeistofgewicht wordt het gewicht van de referentie vaste stof met bekend volume in de lucht en in de onderzochte vloeistof gemeten. Het eigen gewicht van de vloeistof wordt op grond van deze beide waarden berekend. De afleeseenheid voor het specifieke vloeistofgewicht is “d”. Dichtheidsbepaling met behulp van optionele set voor dichtheidsbepaling is nog makkelijker.
16.5 Automatische printfunctie (Auto Print) (enkel bij instelling niet geschikt voor ijking) Door de automatische printfunctie is het mogelijk om gegevens automatisch te PRINT printen zonder de toets voor elke afzonderlijke meting te drukken. Bij geactiveerde functie brandt het symbool Auto-Print . Het is mogelijk om tussen zes automatische printtypes te kiezen. Informatie betreffende de instelling van het nulbereik vindt u in het hoofdstuk 11.7.
16.6 Automatisch op nul zetten (enkel bij instelling niet geschikt voor ijking) Het op nul zetten gebeurt automatisch indien zich de indicatiewaarde in de nabijheid van nul bevindt en de stabilisatieaanduiding brandt. Het nulsymbool verschijnt. Om de functie op nul zetten in te schakelen het menusymbool 41 kiezen. 16.7 Nulbereik “Nulbereik” dient als de referentiewaarde om vast te stellen of het proefje wordt opgelegen of niet. Om nulbereik te bepalen het menuelement 48 kiezen. 16.
16.9 Receptmodus Met deze modus kunnen afzonderlijke receptingrediënten worden bijgewogen. De gewichten van elk ingrediënt worden afgelezen en opgeslagen elke keer nadat de PRINT toets wordt gedrukt. De gewichten van deze ingrediënten worden door interface RS-232C of DATA I/O uitgegeven en de aanduiding wordt automatisch op nul gezet voor de weging van het volgende ingrediënt. Na weging van alle ingrediënten worden de gewichten samengeteld en het totale gewicht verschijnt.
16.10 Automatisch opslaan en op nul zetten Deze functie wordt gebruikt voor wegingen van grote hoeveelheden enkelvoudige monsters. Indien de functie geactiveerd is, het symbool van automatisch opslaan en brandt. op nul zetten In het menuoverzicht het menuelement 52 kiezen. TARE / • De gewogen container op de weegschaal plaatsen en de toets drukken als de functie van automatisch opslaan en op nul zetten in de standby modus is.
16.11 Dieren wegen (enkel bij instelling niet geschikt voor ijking) Deze functie dient voor wegingen van dieren. Het diersymbool modus dieren wegen actief is. brandt indien de In het menuoverzicht het menuelement 53 kiezen. TARE / • De weegcontainer op de schaal leggen en de toets drukken. Opmerking: Nadat de weegcontainer op de schaal wordt gelegd, is de gegevensuitgave mogelijk. Het is geen defect. • Het dier op de schaal plaatsen, zijn gewicht moet groter zijn dan 50 keer het nulbereik.
17 Gegevensuitgang 17.1 Computer – RS-232C 17.1.1 Kabelaansluiting LET OP: Met de interface RS-232C/AUX van de weegschalen serie PBS/PBJ kunnen ook andere signalen worden uitgegeven behalve RS-232C. Foutieve aansluiting van deze signaalleidingen kan tot beschadiging van de computer of van de weegschaal leiden. Daarom dient men zeker te stellen of een juiste en correct aangesloten kabel de communicatie tussen de weegschaal en de computer verzekert.
17.2 Gegevensformaat Onderstaande verklaring betreft het geval dat het menuelement 77 (EB formaat) is gekozen. Verklaringen betreffende andere formaten bevinden zich in de gegevens van computers compatibel met juiste gegevensformaten. Opmerking: Het teken betekent spatie code en betekent de limitercode. 1. Voor de meetwaarden: Eerste teken minus:’−’, niet minus: spatie Tekens 2 tot 11: numerieke waarden of “[”, ”]” worden rechts-uitgelijnd.
17.3 Gebruik van bevelcodes Opmerking: Door foutieve instelling van communicatieparameters verschijnt de communicatiefout “ComErr”. 1. Bevelen afgerond met een cijfer, letter of een ander symbool dan [=]: de bevelen moeten aan de weegschaal worden doorgegeven met een limiter voor elke bevelcode. Voorbeeld 1: PRINT ... Hetzelfde proces als na drukken van de toets PRINT . 2. Bevelen afgerond met het teken [=]:De cijfers moeten aan de weegschaal met de limiter worden doorgegeven.
Opmerkingen: • Indien in het vier-teken getal een 0 aan het begin staat, wordt de instelling hier afgerond en de menukeuze voltooid. • Het resultaat van een dergelijk bevel is afhankelijk van het type weegschaal. Voorbeeld 6: #=2.56 Voorbeeld 7: #=12.345.67 Door de computer is het mogelijk om bepaalde presentatiewijze voor weegprocessen en aflezen op de weegschaal vast te stellen. Bij bevelen van voorbeelden 6 en 7 verschijnen op de weegschaal de waarden [#2.56] en [#12.345.67].
(ii) Bevelen betreffende bedientoetsen POWER Q MENU TARE T UNIT PRINT POWER+ MENU+ UNIT+ PRINT+ Gelijk aan de toets Gelijk aan de toets Gelijk aan de toets Gelijk aan de toets Gelijk aan de toets ON/OFF ESC ON/OFF ESC . . CAL MENU ON/OFF ESC . . CAL MENU . UNIT Gelijk aan de toets . PRINT Gelijk aan de toets . Gelijk aan houden van de toets Gelijk aan houden van de toets ON/OFF ESC CAL MENU ca. 3 seconden lang. ca. 3 seconden lang. UNIT Gelijk aan houden van de toets ca. 3 seconden lang.
(v) Bevelen van aflezen voor ingestelde waarden TARGET LIMIT G.LO G.UP L.LO L.UP UW G/PCS CALWIT ACALT1 ACALT2 ACALT3 P.TARE ZRNG USER VOL DENSE ITIME Ingestelde doelwaarde aflezen. Ingestelde grenswaarde aflezen. Ingestelde onder grenswaarde op de aanduiding van controlewegen 1 aflezen. Ingestelde boven grenswaarde op de aanduiding van controlewegen 1 aflezen. Ingestelde onder grenswaarde op de aanduiding van controlewegen 2 aflezen.
(vii) Bevelen van speciale functies CAL C18 LOCK RELEASE TIME ADJCLK RSTMN MENU= { } [@] Kalibratiemodus van het meetbereik opvragen. Kalibratiemodus van het meetbereik opvragen. Menublokkade instellen. Menublokkade vrijstellen. Datum en tijd aflezen. Correctie met ± 30 seconden uitvoeren. Menu herstellen Opvragen van gewenst menu mogelijk. Retourmelding. Retourmelding. Omschakelen naar de modus van meerpuntverbinding. (@ voor kleine letters) 5.
17.4 Bedienerinstellingen 17.4.1 Overzicht Dit menu dient ter bepaling van technische gegevens van communicatie tussen de weegschaal en de computer of de elektronische printer. Opmerking: Dit menu betreft zowel de interface RS-232C als ook de interface DATA I/O. Voor het toestel waaraan de interface DATA I/O is aangesloten, bv. elektronische printer, dienen de communicatieparameters van de weegschaal op standaard te worden ingesteld, d.w.z. dat volgende menuelementen worden gekozen: 76, 77, 83, 89, 92, 94.
17.4.3 Voor standaardformaat van elektronische KERN weegschalen • het menuelement 77 kiezen. Voor het oude uitgaveformaat van elektronische KERN weegschalen • het menuelement 78 kiezen. 17.4.4 Communicatiesnelheid Men dient de communicatiesnelheid te bepalen (300, 600, 1200, 2400, 4800, 9600, 19200 of 38400 bps). De waarde in de vorm “b-xxx” geeft de hoeveelheid bps (bit/seconde) aan. BaudRate en bps zijn dezelfde waarde. Eén van de menuelementen van 81 tot 88 kiezen. 17.4.
18 Onderhoud, behouden van werkprestatie, verwijderen 18.1 Reinigen Voordat men aan reiniging begint dient het apparaat van de voedingsbron te worden gescheiden. Men dient geen agressieve reinigingsmiddelen te gebruiken (oplosmiddel, e.d.) maar het apparaat enkel met een doekje reinigen met lichte zeeploog. Men dient daarbij op te letten dat het vloeistof niet binnen het apparaat doordringt en na reinigen de weegschaal drogen met een zacht doekje.
19 Hulp bij kleine storingen Bij storingen van programmaloop dient de weegschaal kort te worden uitgeschakeld en van netwerk gescheiden. Vervolgens het weegproces opnieuw starten. Algemene richtlijnen: Aanduiding Verklaring Op volgende aanduiding wachten. Datum en tijd worden uitgegeven. Het proces in onderbroken. De gebruiksmeting is toegestaan. Tijdens stabilisatiecontrole is een grote fout vastgesteld. (Contact met de vertegenwoordiger opnemen.
Foutenaanduiding: Afgelezen foutcodes Verklaring Storing in de mechanische gewichtslading. Verwijderingwijze Transportschroeven controleren. Het gewicht op de schaal is tijdens kalibratie onstabiel. Grote drijf van het nulpunt tijdens kalibratie. De schaal leggen. Grote drijf tijdens functie PCAL. Het juiste gewicht gebruiken. Grote drijf tijdens kalibratie van het meetbereik. Het juiste gewicht gebruiken. Het kalibratiegewicht is onjuist. Het juiste gewicht gebruiken.
Storingenopsporing: Symptomen Mogelijke oorzaak Verwijderingwijze De aanduiding is leeg. • Wisselstroom netadapter niet aangesloten. • De stroomschakelaar van de ruimte uitgeschakeld. • Onjuiste spanning. Netwerkspanning controleren en de wisselstroom netadapter correct aansluiten. Aanduiding “OL” of “OL” Transportschroeven niet ontgrendeld. Doppen van de schaal niet gemonteerd. De schroeven tegen de klok in draaien, totdat ze vergrendelen. Doppen van de schaal monteren. Te grote last op de schaal.