Operation Manual

27
De fabrikant is niet aansprakelijk, indien het apparaat ondeskundig of foutief gebruikt of door niet
geautoriseerde derden gerepareerd werd.
In GEBruIk nEmEn
Reinig alle delen met een vochtige doek, 1.
zoals beschreven in het hoofdstuk „Reiniging
en onderhoud“ op pag. 29.
Zet het apparaat op een geschikt, effen 2.
werkvlak.
Zet de pulpcontainer (6) op de hiervoor 3.
voorziene basis (8) op het motorblok (7).
Plaats de sap-opvangschaal (5) op het 4.
apparaat. Denk eraan dat de uitstulping aan
de schaal in de pulpcontainer moet worden
gehangen.
Zet nu het roestvrijstalen zeef (4) op de 5.
aandrijving in de sap-opvangschaal. Voor
de duidelijkheid bevinden zich een pijl
op de aandrijving in de sap-opvangschaal
en tevens een pijl op de rand van het rvs
zeef. Let op deze twee pijlen en druk het
zeef op de aandrijving. Het zeef moet stevig
vastklikken.
Plaats het doorzichtige deksel (3) op de sap-6.
opvangschaal en de pulpcontainer. Aan het
deksel bevindt zich een kleine „uitstulping“
van kunststof, die exact in de passende
uitsparing aan de sapopvangschaal aange-
bracht moet worden, omdat het apparaat om
veiligheidsredenen anders niet ingeschakeld
kan worden.
Bevestig het deksel met de twee 7.
sluitklemmen (9). Hiervoor moet u de
sluitklemmen in de betreffende uitsparing
van het deksel hangen en dan voorzichtig
naar beneden en naar binnen drukken. De
sluitklemmen klikken hoorbaar vast.
Zet het deksel van de sapkan (10) op de 8.
kan.
Zet de sapkan onder de tuit (11) aan het 9.
apparaat. In het deksel van de sapkan
bevindt zich een opening, waar de tuit
precies in past. Controleer of alle delen
precies passend gemonteerd zijn, om te
voorkomen dat sap uit het apparaat kan
spatten.
Controleer of de schakelaar (12) aan het 10.
apparaat op „0“ staat.
Sluit het apparaat m.b.v. de aansluitkabel 11.
op het stroomnet aan (wisselstroom, 230 V,
50 Hz).
fruIt En GrOEntE vOOrBErEIDEn
Gebruik zo mogelijk uitsluitend vers fruit en 1.
verse groente.
Was het fruit resp. de groente goed en droog 2.
het goed af.
Als u vruchten met een harde schil wilt 3.
verwerken, moet u deze van tevoren schillen.
Dit geldt bijvoorbeeld voor ananas.
Vruchten met een schil die niet eetbaar 4.
is, zoals bijv. de schil van citrusvruchten,
moeten ook van tevoren geschild worden.
Wij raden u aan om geen bananen te persen, 5.
omdat deze vruchten heel slecht in een
sapcentrifuge verwerkt kunnen worden.
Als u sinaasappels in de sapcentrifuge 6.
verwerkt, krijgt u een schuimig sap. Schil de
sinaasappels a.u.b. eerst, voordat u ze in de
sapcentrifuge stopt, omdat het sap anders
bitter kan worden.
Niet gebruiken wanneer het roterende zeef 21.
beschadigt is.
Trek de netstekker uit het stopcontact nadat 22.
u het apparaat heeft gebruikt en voordat u
het gaat reinigen. Laat het apparaat nooit
zonder toezicht achter, als de netstekker in
het stopcontact steekt..
Reinig het apparaat na elk gebruik (hoofdstuk 23.
„Reiniging en onderhoud“ op pag. 29).
Controleer het apparaat, de stekker en 24.
de aansluitkabel regelmatig op slijtage
of beschadiging. Als de aansluitkabel of
andere delen beschadigd zijn, stuur het
apparaat dan a.u.b. ter controle en reparatie
naar onze klantenservice (voor het adres
zie de garantiebepalingen op pag. 50).
Ondeskundige reparaties kunnen ernstige
gevaren voor de gebruiker veroorzaken
en hebben uitsluiting van de garantie tot
gevolg.