Operation Manual

Ovengebruikersinterface
De Dynamic modellen laten alarm-/
waarschuwingsmeldingen met betrekking tot de
oven of geïnstalleerde randapparatuur (rijskasten of
wasemkappen) op de displays zien.
- De waarschuwingsmeldingen (UF/UL/UC-
WARNING)signaleren storingen waarbij het
apparaat en de randapparatuur nog wel gebruikt
kunnen worden, zelfs met een beperkt aantal
functies.
Als op de toets wordt gedrukt, wordt de lijst
met WAARSCHUWINGSMELDINGEN van het
display verwijderd. Met de toets
, waarmee
geschakeld kan worden tussen OVEN en RIJSKAST
wordt de lijst weer op het display weergegeven.
- De alarmmeldingen (AF/AL/AC - ALARM) geven
situaties aan waarbij verder gebruik van het apparaat
of de randapparatuur niet mogelijk is. Het apparaat
gaat over op de STOP-modus. Als de alarmmeldingen
alleen betrekking hebben op de randapparatuur
(rijskast of wasemkap), kan de oven nog steeds
worden gebruikt.
Als er sprake is van diverse ALARM-/WAARSCHUWINGSMELDINGEN kan de gebruiker door de meldingen
scrollen door herhaaldelijk op de START/STOP-toets te drukken.
Display Omschrijving Gevolg Oplossing
OVEN - AF/UF
AF01 De motoren zijn oververhit Uitschakeling van de oven Neem contact op met de afdeling
Klantenondersteuning
AF02 De veiligheidsthermostaat
is oververhit
Uitschakeling van de oven Neem contact op met de afdeling
Klantenondersteuning
AF03 Er is een fout vastgesteld
in de gegevens die
geregistreerd zijn door de
kerntemperatuursonde
Uitschakeling van de oven Neem contact op met de afdeling
Klantenondersteuning
AF04 Communicatie tussen de
besturingsprintplaat en
de voedingsprintplaat is
onderbroken
Uitschakeling van de oven Neem contact op met de afdeling
Klantenondersteuning
UF02 De temperatuur van de
voedingsprintplaat is te
hoog
Er bestaat gevaar voor
permanente beschadiging van
de voedingsprintplaat.
Ga na of de voorschriften
met betrekking tot het
plaatsen van de oven (zie
installatiehandleiding) in
acht zijn genomen. Neem
contact op met de afdeling
Klantenondersteuning
Nederlands
38