Operation Manual

99 Uponor draadloze ruimtetemperatuurregeling - Bedieningshandleiding 9
3.3 Instellen van de min. en max.
temperaturen
Draadloze ruimtethermostaat T-75
Draadloze ruimtethermostaat T-55
Draadloze ruimtethermostaat T-53 (binnenverstelling)
3.4 Instellingen vloertemperatuurvoeler
Indien het systeem voorzien is van een
vloertemperatuurvoeler, stelt de achter de deksel van de
draadloze ruimtethermostaat T-53 aangebrachte potmeter u
in staat de minimale en maximale vloertemperaturen in te
stellen.
De vloertemperatuurvoeler kan, ongeacht de
kamertemperatuur, gebruikt worden voor het beheer van de
minimale en maximale vloertemperatuurgrenzen.
De maximumgrens kan bijvoorbeeld gebruikt worden om een
gevoelige vloerbedekking te beschermen tegen te hoge
temperaturen bij een overmatige warmtevraag. De
minimumgrens kan bijvoorbeeld gebruikt worden om een
tegelvloer warm te houden zelfs als er geen vraag voor
warmtetoevoer naar het vertrek is.
De minimum en de maximum temperaturen (5°C en
35°C) van de draadloze ruimtethermostaat T-75 zijn
vooraf ingestelde waarden. Indien uw systeem is
voorzien van een bedieningsmodule kunnen deze
temperaturen worden aangepast.
Verwijder de draaiknop met een schroevendraaier
Stel de gewenste minimum temperatuur van de ruimte
in met behulp van de blauwe aanslag
Stel de gewenste maximum temperatuur in
met behulp van de rode aanslag
De blauwe en rode aanslagen maken het mogelijk
minimum en maximum temperatuur instelwaarden
in te stellen die afwijken van de standaard
instelwaarde.
Voorbeeld:
de normale instelwaarde is 21°C.
de instelling van de blauwe aanslag
bedraagt -10°C.
de instelling van de rode aanslag
bedraagt +5°C.
Het temperatuurbereik voor dit vertrek loopt van
11°C t/m 26°C.
Bij gebruik van de draadloze ruimtethermostaat T-53 is
het niet mogelijk min./max. temperaturen in te stellen.
1
2
3
Selecteer de gewenste temperatuur met behulp van de
potmeter
Zie de installatiehandleiding van de regelmodule
voor meer informatie.
1