Operation Manual
1111Uponor draadloze ruimtetemperatuurregeling - Bedieningshandleiding 11
4. Systeem onderhoud
Voor een optimale werking raden wij u aan de
systeemonderdelen regelmatig te controleren. Het systeem
behoeft geen onderhoud, maar de batterij dient na enkele
jaren vervangen te worden.
Batterij ruimtethermostaat:
De ruimtethermostaten worden gevoed door een batterij. Een
lege batterij moet worden vervangen. Zie: "5.2 Alarmlijst",
blz.: 11.
Regelmodule:
De POWER LED van de regelmodule brandt altijd. Indien het
knippert betekent dit dat er een alarm is ingeschakeld.
Open de deksel van de regelmodule. De LED van het kanaal
dat het alarm afgeeft, knippert snel. Zie: "5.2 Alarmlijst",
blz.: 11.
Automatische ventiel/pomp interval:
Het systeem is voorzien van een automatische ventiel/pomp
interval. Deze functie, ingesteld op 6 dagen +/-24 uur,
bestaat uit een werktest ontworpen om te voorkomen dat de
pomp en de thermische aandrijvingen geblokkeerd raken
indien deze sinds de laatste test niet geactiveerd zijn.
5. Diagnoses en oplossen
van alarmmeldingen en
storingen
5.1 Normale bedrijfsomstandigheden van
het systeem:
5.1.1 Regelmodule
De POWER LED van de regelmodule brandt. Alle kanaal LED's
zijn gedoofd indien er geen vraag naar verwarming of koeling
is. De LED's lichten op zodra de bijbehorende thermische
aandrijvingen worden ingeschakeld. De LED's knipperen in de
stand-by stand, in afwachting van de thermische aandrijving
inschakeling.
5.1.2 Draadloze ruimtethermostaat T-75
De ruimtethermostaat geeft de ruimtetemperatuur weer.
5.1.3 Draadloze ruimtethermostaat T-55 en draadloze
ruimtethermostaat T-53 (binnenverstelling)
De LED knippert slechts éénmaal bij iedere schakeling.
5.2 Alarmlijst
De storingen worden op de regelmodule weergegeven bij een
knipperend POWER LED. De mogelijke storingen zijn:
• Verlies van communicatie verbinding van een
ruimthermostaat meer dan 3 uur.
• Lege batterij van een ruimtethermostaat.
• Kortsluiting thermische aandrijving.
• Apparaat geopend.
Neem contact op met uw installateur:
Raadpleeg het installatierapport in uitvouwblad van de
regelmodule voor de adresgegevens van de installateur.
Leg de volgende informatie klaar voordat u contact opneemt
met een installateur:
• Installatierapport.
• Tekeningen van het vloerverwarmingssysteem (indien
beschikbaar).
Voor een gecentraliseerd en optimaal beheer van
het systeem kunt u een bedieningsmodule op de
regelmodule aansluiten. Via de bedieningsmodule
kunt u eenvoudiger en sneller de
bedieningsparameters van het systeem weergeven
en updaten. De bedieningsmodule geeft tevens de
oorzaken van eventuele alarmmeldingen weer en
vereenvoudigt de diagnoses.
Als het systeem voorzien is van een
bedieningsmodule kan de ventiel/pomp interval op
elk gewenst moment ingeschakeld worden.
STOP
Gebruik een droge zachte doek om de regelmodule
en alle componenten te reinigen. Gebruik geen
reinigingsmiddelen.
WAARSCHUWING
Bedenk dat sommige handelingen, bijv. handelingen
in verband met 230V, bedrading, etc., uitgevoerd
moeten worden door een bevoegde vakman.
Indien uw systeem voorzien is van een
bedieningsmodule kan de alarmlijst direct worden
weergegeven zonder de regelmodule te
demonteren. De bedieningsmodule geeft op
duidelijke en precieze wijze de oorzaken van de
diverse alarmmeldingen weer.