User guide

USB 7340
A
ctieve multimedia speler met mengpaneel
27. "-"
In de mode "FOLDER" dient dit voor de keuze van de voorgaande map, in de mode
"TRACK" voor de keuze van de voorgaande track.
28. Toets "CONT / SINGLE / ROBO"
Unit1 Unit2 Beschrijving van functies (speler 1 en 2)
Single Single Door het drukken op de toets "ROBO" activeert u de functie
"SINGLE".Indien het apparaat in de functiemode "SINGLE" is, speelt de
betreffende speler één song af en stopt daarna.
Single Continuous Op de speler 1 zal na het indrukken van de toets "ROBO"de functie
"SINGLE" geactiveerd worden, op de speler 2 blijft de mode van de
functie "CONTINUOUS" ingesteld. Het functioneren in de mode van
de functie "SINGLE" heeft als resultaat dat de speler 1 na het
afspelen van één song stopt, terwijl de speler 2, waarop de mode
van de functie "CONTINUOUS" is ingesteld, continu overige songs afspeelt.
Continuous Continuous Op beide spelers is de mode in de functie "CONTINUOUS" ingesteld
zodra de eerste van de spelers een geselecteerde song tot het
einde heeft afgespeeld, sluit de tweede speler onafgebroken hierop aan.
ROBO
ROBO Door voor de tweede keer indrukken van de toets "ROBO"
activeert u de mode van de functie "ROBO" en het apparaat
wisselt tijdens het afspelen onafgebroken op beide units.
29. Toets "IN" (Functie "LOOP")
Deze toets stelt het beginpunt van de lus in. Op het displa
y licht de indicator van de
lus op.
30. Toets "OUT" (Functie "LOOP")
Door het indrukken van deze toets kunt u het eindpunt van de naadloze lus instel-
len en het afspelen van de lus starten. Druk opnieuw op deze toets om het afspelen
van de lus te beëindigen.
31. Toets "RELOOP" (Functie "LOOP")
Deze toets dient voor het herhaaldelijke afspelen van de laatst opgeslagen lus.
32. Verschuifbare fader PITCH CONTROL
Met behulp van deze verschuifbare fader kunt u de snelheid van het afspelen van een
track (pitch) verhogen of verlagen.
33. Toets "PITCH"
Door indrukken van deze toets, met behulp van de toetsen "+" en "-", regelt u de
instelling van de potentiometer waarmee de afspeelsnelheid (pitch) bediend kan
worden.
34. Toets "PITCH BEND + "
Indien de toets is ingedrukt, wordt de afspeelsnelheid (pitch) automatisch verhoogd.
Voor terugkeer naar de oorspronkelijke waarde moet de toets losgelaten worden.
35. Toets "PITCH BEND - "
Indien de toets is ingedrukt, wordt de afspeelsnelheid (pitch) automatisch verlaagd.
Voor terugkeer naar de oorspronkelijke waarde moet de toets losgelaten worden.