Operating instructions
HOOFDSTUK 8 IN GEVAL VAN PROBLEMEN
3-1
8-3
8-8
6-4
4-2
6-4, 6-5
3-6
4-1
7-1
3-1
9-1
De gemaakte kopieën zijn te
donker.
Is de automatische belichtingsstand
ingesteld?
Stel de automatische belichting in om de
algemene belichting te veranderen.
Is de tekst & foto-, foto- of tekststand
ingesteld?
Stel de juiste belichting in met de
belichtingsinsteltoetsen.
Om de algemene belichting te veranderen,
moet u de automatische belichting instellen
voor de tekst & foto-, foto- of tekststand.
De kopieën zijn vuil. Is de kopieerplaat of het origineeldeksel
vuil?
Reinig de kopieerplaat en/of het
origineeldeksel.
Open het voorpaneel, trek de reinigingsstaaf
uit en duw hem weer in.
Het beeld staat scheef op
de kopie.
Zijn de originelen juist geplaatst? Wanneer u de originelen op de kopieerplaat
plaatst, moet u hun randen gelijkleggen met
de juiste formaataanduidingen op de schaal.
Wanneer u de originelen in de optionele
documentinvoer plaatst, moet u de
origineelinvoergeleiders instellen op het
juiste formaat van de originelen.
Er doet zich regelmatig een
papierstoring voor.
Is het papier juist in de lade(n) geplaatst?
Laad het papier zoals het hoort.
Is het papier omgekruld, gevouwen of
gekreukt?
Vervang het papier door nieuw papier.
Zit er nog vastgelopen papier in de machine
of zijn er papierresten in de machine
achtergebleven?
Voer de juiste procedure uit om het papier te
verwijderen.
Probleem Controles Maatregel Bladzijde