Operation Manual
8 Gebruiksaanwijzing atmoMAG
Storing Oorzaak Oplossing
F02 Temperatuursensor
defect.
Neem contact op met uw
technicus.
F29
Tijdens het
gebruik.
Gastoevoer onder-
broken.
Lucht in de gastoe-
voerleiding.
Lage waterdruk.
Zorg voor de gastoevoer.
Bij vloeibaar gas:
Vervang evt. een lege
gasfles door een volle
gasfles.
Open en sluit de water-
kraan meerdere keren om
lucht in de gastoevoer te
verwijderen.
Is de storing niet verhol-
pen, neem dan contact op
met uw technicus.
F28
Het toestel
treedt niet in
werking.
Gastoevoer onder-
broken.
Lucht in de gastoe-
voerleiding.
Storing in de ontste-
kingsinrichting.
Lage waterdruk.
Zorg voor de gastoevoer.
Bij vloeibaar gas:
Vervang evt. een lege
gasfles door een volle.
Zorg ervoor dat het
afsluitventiel aan de gas-
aansluiting geopend is.
Open en sluit de water-
kraan meerdere keren om
lucht in de gastoevoer te
verwijderen.
Zorg ervoor dat het
koudwaterafsluitventiel
geopend is.
Is de storing niet verhol-
pen, neem dan contact op
met uw technicus.
F36
Oververhitting.
Lage waterdruk.
Veiligheidstemperat
uurbegrenzer is uit-
gevallen.
Zorg ervoor dat het
koudwaterafsluitventiel
geopend is.
Is de storing niet verhol-
pen, neem dan contact op
met uw technicus.
Tab. 4.1 Verhelpen van storingen
Als het toestel door de veiligheidsinrichtingen geblok-
keerd werd, kan het pas opnieuw automatisch ontsteken
als u het „ontstoord” hebt. Voor het „ontstoren” moet u
ofwel
• de waterkraan sluiten en opnieuw openen zonder de
hoofdschakelaar te bedienen of
• de waterkraan geopend laten en het toestel door een
tweede keer indrukken van de hoofdschakelaar (5) uit-
en opnieuw inschakelen.
Vooral bij de eerste ingebruikneming en na langere stil-
stand moet u het toestel onder bepaalde omstandighe-
den meermaals „ontstoren” voor het nog eens automa-
tisch ontsteekt.
Als de storing verholpen is, treedt de gasdoorstroomgei-
ser automatisch opnieuw in werking.
Gaat het toestel meermaals in storing, laat het dan door
een technicus controleren.
Attentie!
Beschadigingsgevaar door ondeskundige veran-
deringen!
Voer in geen geval zelf wijzigingen of manipula-
ties aan de gasdoorstroomgeiser of aan andere
delen van de installatie uit.
Probeer nooit om onderhoud of reparaties aan
het toestel zelf uit te voeren.
Neem de gasdoorstroomgeiser pas opnieuw in gebruik
als de storing door een technicus verholpen werd.
Gevaar!
Vergiftigingsgevaar door koolstofmonoxide!
De rookgasbewakingsinrichting (rookgassensor)
mag in geen geval buiten bedrijf gesteld worden
en er mogen ook geen manipulaties aan deze
inrichting uitgevoerd worden, waardoor de
goede werking ervan in gevaar kan komen.
Anders kunnen bij permanent ongunstige lucht-
afvoeromstandigheden in de schoorsteen rook-
gassen ongecontroleerd uit de schoorsteen in
de opstellingsruimte terugstromen.
4.7 Buiten bedrijf stellen
6
7
5
Afb. 4.6 Buitenbedrijfstelling
• Druk een keer op de hoofdschakelaar (5), zodat hij in
de positie UIT losspringt.
• Sluit de gasafsluitkraan (7) van het toestel door de
kraan naar rechts tot aan de aanslag te draaien
(kwartdraai).
De gastoevoer naar de brander van de gasdoorstroom-
geiser is nu afgesloten.
• Sluit het afsluitventiel aan de koudwateraansluiting (6)
van het toestel door de greep naar rechts tot aan de
aanslag te draaien (kwartdraai).
4.8 Vorstbeveiliging
Bij vorstgevaar is het nodig dat u uw gasdoorstroomgei-
ser leegt. Dit is b.v. het geval als uw waterleidingen drei-
gen te bevriezen. Ga hierbij als volgt te werk, zie afb. 4.7
Buiten bedrijf stellen:
• Sluit de gasafsluitkraan (7) en het afsluitventiel aan de
koudwateraansluiting (6) door naar rechts tot aan de
aanslag te draaien.
4 Bediening