Bedienings- en installatiehandleiding Voor de gebruiker/voor de installateur Bedienings- en installatiehandleiding atmoSTOR VGH Vaillant gasgestookte boiler BEnl
Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 Aanwijzingen bij de documentatie ........................... 3 Documenten bewaren ..................................................... 3 Gebruikte symbolen ........................................................ 3 Geldigheid van de handleiding...................................... 3 CE-markering .................................................................... 3 Typeplaatje ........................................................................
Aanwijzingen bij de documentatie 1 Aanwijzingen bij de documentatie De volgende aanwijzingen zijn een wegwijzer door de volledige documentatie. Naast deze bedienings- en installatiehandleiding zijn er andere documenten van toepassing. Voor schade, ontstaan door het niet naleven van deze handleidingen, kan Vaillant niet aansprakelijk worden gesteld. Neem als gebruiker voor gebruik van uw toestel vooral de hoofdstukken – – – – Aanwijzingen bij de documentatie Veiligheid bediening recycling en afvoer 1.
2 Toestelbeschrijving 2 2.1 Toestelbeschrijving Typeoverzicht Type atmoSTOR VGH 130/5 XZU VGH 160/5 XZU VGH 190/5 XZU VGH 220/5 XZU Land van bestemming Benaming volgens ISO 3166 Toelatingscategorie BEfr (België) IE+ Type B11BS Gas (af fabriek) E+ G20 20 mbar/hPa (aardgas) Nominale inhoud Nominale warmtebelasting Qn [kW] Vaillant kenletter Vs [dm3 (l)] Nominaal warmtevermogen Pn [kW] 130 160 188 220 6,30 7,25 8,20 8,20 7,00 8,00 9,00 9,00 H 2.1 Typeoverzicht voor aardgastoestellen 2.
a Veiligheid 3 3 Veiligheid 3.1 Veiligheids- en waarschuwingsaanwijzingen Neem bij gebruik en installatie goed nota van de algemene veiligheidsaanwijzingen en de waarschuwingen die vóór elke handeling staan vermeld. 3.1.1 Classificatie van de waarschuwingen bij handelingen De waarschuwingen bij handelingen zijn als volgt door waarschuwingstekens en signaalwoorden aangaande de ernst van het potentiële gevaar ingedeeld: Waarschuwing a e a b 3.
a a 3 Veiligheid – Breng geen bijkomende toestellen voor verwarming, warm water of ventilatie alsook wasdrogers of afzuigkappen in de omgeving van het toestel aan zonder voorafgaande samenspraak met uw installateur. – Bij het inbouwen van voegdichte vensters moet u in samenspraak met uw installateur ervoor zorgen dat er voldoende verbrandingsluchttoevoer naar het toestel gegarandeerd is.
Bediening 4 4 Bediening 4.2 Boiler in gebruik nemen Deze paragraaf richt zich hoofdzakelijk tot de gebruiker van de installatie en bevat alles wat u moet weten over de bediening van de boiler. 4.1 Boiler voor ingebruikneming voorbereiden 1 2 3 4 5 6 1 4.1 Koudwaterstopkranen openen > Open de koudwaterstopkranen (1) door naar links tot aan de aanslag te draaien. > Open daarna een warmwateraftappunt tot er water uitstroomt om er zeker van te zijn dat de atmoSTOR VGH met water gevuld is. 4.
4 Bediening a Gevaar! Verbrandingsgevaar door ontploffing! Gaat de ontstekingsvlam na het ontsteken uit, dan kan er een geringe hoeveelheid gas ontsnappen. Het onmiddellijk opnieuw ontsteken via de bedieningsknop kan in extreme gevallen tot ontploffing met een steekvlam leiden. > Wacht na het uitgaan van de ontstekingsvlam absoluut ca. 1 minuut voor u de bedieningsknop opnieuw draait en indrukt. > Herhaal de volledige ontstekingsprocedure.
Bediening 4 4.6 Reiniging b 4.7 Opgelet! Beschadigingsgevaar door verkeerd onderhoud! Ongeschikte reinigingsmiddelen leiden tot schade aan de buitendelen en de mantel van de boiler. Gebruik geen schurende of oplossende reinigingsmiddelen (allerhande schuurmiddelen, benzine e.d.). > Reinig de boiler met een vochtige, evt. in zeepwater gedrenkte doek.
5 Installatie 5 Installatie 5.1 Maten atmoSTOR Voorwaarde Vóór de installatie moet het standpunt van het energiebedrijf worden gevraagd. Breng bij schade aan het toestel voor het aansluiten onmiddellijk de leverancier op de hoogte. De installatie en de eerste ingebruikneming mogen uitsluitend door een erkende installateur uitgevoerd worden. Deze is ook verantwoordelijk voor de naleving van bestaande normen en voorschriften.
Installatie 5 5.4 Gasleiding aansluiten 5.5 Waterleidingen aansluiten > Leg de buisdiameter conform de geldende plaatselijke voorschriften m.b.t. de aansluitwaarde van de gasgestookte boiler vast. 595 550 1 242 1 100 6 2 R3/4 90 5 3 650 R3/4 101,5 R3/4 150 2 4 5.3 Wateraansluiting tot stand brengen 5.2 Gasaansluiting tot stand brengen b Opgelet! Functiestoring door verontreiniging! Vreemde voorwerpen, zoals bijv.
5 Installatie III h g f e d c b i Omdat door een circulatieleiding stand-byverliezen ontstaan, mag deze alleen bij een ver vertakt warmwaternet aangesloten worden. Is een circulatieleiding vereist, dan moet deze volgens de CV-verordening met een tijdschakelklok uitgerust worden (zie ook DVGW werkblad W 551). i Tussen membraanveiligheidsklep en atmoSTOR VGH mag er geen afsluitmogelijkheid bestaan. a I II 5.
Installatie 5 5.7 Rookgassensor monteren 6 1 0,5 m 5 4 2 3 2 1 5.5 Rookgasaansluiting tot stand brengen i Win voor de aansluiting aan de schouw het advies van de installateur in. > Plaats de rookgasbuis (1) (Ø 90 mm) in de aansluiting van de stromingsbeveiliging (2). De rookgasbuis moet minstens 0,5 m verticaal naar boven geleid worden voor een kniestuk in de rookgasbuis geplaatst wordt. > Plaats de rookgasbuis stijgend naar de schoorsteen toe. 5.
5 Installatie 5.8 Storing van de rookgassensor verhelpen Voor de registratie en bewaking van de rookgastemperatuur is de rookgassensor met een temperatuurvoeler in de stromingsbeveiliging uitgerust. Bij eenmalige storing is de heringebruikneming als volgt mogelijk: > Draai de bedieningsknop in "uit"-stand (¬ afb. 4.3, pos. 1). > Druk de ontgrendelingsknop in (¬ afb. 4.3, pos. 4). > Neem het toestel zoals beschreven in gebruik.
Gasinstelling 6 6 Gasinstelling 1 6.1 Omstelmaatregelen Het toestel is af fabriek ingesteld op aardgas E+. Een gasinstelling achteraf is niet vereist. De volgende tabel toont de Wobbe-indexbereiken en de vereiste omstellingsmaatregelen: 2e Gasfamilie Aardgas E+ Aansluitdruk [mbar] Wobbe-index Ws [MJ/m3] Omstelling 2 20 45,66 - 54,76 Fabrieksinstelling 6.1 Aansluitstroomdruk controleren 6.1 Gasinstelling 6.
6 Gasinstelling 6.3 Ontstekingsvlam instellen 8 7 6 1 2 3 5 4 6.2 Ontstekingsvlam instellen Legenda 1 Meetaansluiting verstuiverdruk 2 Instelschroef ontstekingsgas 3 Beschermkap 4 Meetaansluiting aansluitdruk 5 Temperatuurkeuzeknop 6 Drukregelaar-blokkeerschroef 7 Instelschroef verstuiverdruk 8 Bedieningsknop De ontstekingsvlam kan door de opening van de afdekkap gecontroleerd worden. Bij een gelijkmatig vlambeeld moet de ontstekingsvlam de bovenste helft van het thermo-element raken.
Gasinstelling 6 6.4 Aardgasinstelling controleren (volumetrische methode) > Tap bij een opgewarmde atmoSTOR VGH warm water om de boilertemperatuur te verlagen. > Neem het toestel in gebruik. > Zet de temperatuurkeuzeknop op de stand "E" (¬ afb. 6.2, pos. 5). > Stel alle andere gastoestellen buiten bedrijf die via dezelfde gasteller aangesloten zijn. > Lees de doorstroming in l/min aan de gasteller af (meting het best met een chronometer).
6 Gasinstelling 6.5 Functie controleren 1 2 6.3 functiecontrole > Tap bij een opgewarmde atmoSTOR VGH warm water om de boilertemperatuur te verlagen. > Neem de atmoSTOR VGH in gebruik (¬ hfdst. 4). > Controleer de atmoSTOR VGH op gasdichtheid. > Controleer de perfecte rookgasgeleiding aan de stromingsbeveiliging (1) en aan de gasuitlaat uit de branderkamer onder de afdekkap (2). > Controleer ontsteking en vlambeeld van de brander. > Controleer de ontstekingsvlam op juiste instelling.
Inspectie/onderhoud 7 7 Inspectie/onderhoud 1 Voorwaarde voor de permanente inzetbaarheid en veiligheid, betrouwbaarheid en lange levensduur van uw atmoSTOR VGH is een jaarlijkse inspectie van het toestel door de installateur. Onderhoud gebeurt volgens vaststelling bij de inspectie, ten laatste echter na 5 jaar. 7.
7 Inspectie/onderhoud 1 2 16 3 2 15 4 14 5 13 12 2 11 10 6 9 8 7 7.3 Brander en ontstekingsbrander demonteren, ontstekingsen branderverstuivers vervangen i Let er hierbij op dat de ontstekingsgasbuis in de kerf van de branderplaat gelegd is (verdraaiingsbeveiliging). > Schroef de in de gasverdeelbuis (2) geschroefde hoofdbranderverstuiver (3) eruit. > Verwijder de oude afdichting (4) en vervang deze door een nieuwe afdichting.
Inspectie/onderhoud 7 7.3 Binnenreservoir reinigen Omdat de reinigingswerkzaamheden in het binnenreservoir van de boiler in het drinkwaterbereik uitgevoerd worden, dient u op de nodige hygiëne van de reinigingstoestellen en -middelen te letten. 1 2 b 3 4 5 6 Opgelet! Gevaar voor materiële schade door lekkend water! Losse schroefverbindingen leiden tot ondichtheden. > Sluit het flensdeksel na het onderhoud opnieuw zoals het hoort. Zorg ervoor dat de flensschroeven met ca.
8 Recycling en afvoer 9 Garantie en Servicedienst 8 Recycling en afvoer Verpakking lijk ten zijne laste neemt. Het factuurbedrag zal contant betaald moeten worden aan de fabriekstechnicus die het werk heeft uitgevoerd. Het herstellen of vervangen van onderdelen tijdens de garantieperiode heeft geen verlenging van de waarborg tot gevolg. De toekenning van garantie sluit elke betaling van schadevergoeding uit en dit tot voor om het even welke reden ze ook gevraagd wordt.
Technische gegevens 10 10 Technische gegevens atmoSTOR VGH XZU 130/5 160/5 190/5 220/5 Eenheid Nominaal warmtevermogen Pn 6,30 7,25 8,20 8,20 kW Nominaal warmtevermogen Qn m.b.t.
Fabrikant 0020148317_00 BEnl 062012 – Wijzigingen voorbehouden Leverancier