Operation Manual
Gasinstelling
Bedienings- en installatiehandleiding atmoSTOR 0020148317_00 17
6
6.4 Aardgasinstelling controleren
( volumetrische methode)
> Tap bij een opgewarmde atmoSTOR VGH warm water om
de boilertemperatuur te verlagen.
> Neem het toestel in gebruik.
> Zet de temperatuurkeuzeknop op de stand "E"
(¬ afb. 6.2, pos. 5).
> Stel alle andere gastoestellen buiten bedrijf die via
dezelfde gasteller aangesloten zijn.
> Lees de doorstroming in l/min aan de gasteller af
(meting het best met een chronometer).
1e gasfamilie: aardgas van de groep 2 E+; af fabriek ingesteld voor W
s
= 50,72 MJ/m
3
, H
i
= 34,02 MJ/m
3
atmoSTOR
Nominale
warmtebe-
lasting
Hoofdbranderverstuiver
Ontstekingsbran-
derverstuiver
Gasdoorstro-
ming
Verstuiverdruk
[kW] Aantal Aanduiding* Aanduiding* [l/min] [hPa/mbar]
VGH 130/5 XZU 7,0 3 138 25 12,5 19,8
VGH 160/5 XZU 8,0 3 145 25 14,2 19,8
VGH 190/5 XZU 9,0 3 155 25 16,0 19,8
VGH 220/5 XZU 9,0 3 155 25 16,0 19,8
6.2 Gasfamilies
* De verstuivers zijn met de in deze tabellen vermelde waarden
gestempeld. De aanduiding komt overeen met de boringsdiame-
ter vermenigvuldigd met 100.
> Vergelijk de afgelezen gasdoostromingshoeveelheid met
de gewenste waarden (¬ tab. 6.2).
Bij afwijkingen van minder dan 10 % zijn er geen maatre-
gelen vereist.
Als de afwijkingen groter dan 10 % zijn, controleer dan de
voorsmoorkleppen en de branderverstuiver (¬ tab. 6.2).
> Win het advies van de fabrieksklantendienst in als u bij
deze controle geen onregelmatigheid vaststelt en er na
samenspraak met de bevoegde gasmaatschappij geen
storing in de gasvoorziening is.