Operation Manual

Bediening
8 Bedienings- en installatiehandleiding atmoSTOR 0020148317_00
4
a
Gevaar!
Verbrandingsgevaar door ontploffing!
Gaat de ontstekingsvlam na het ontsteken
uit, dan kan er een geringe hoeveelheid gas
ontsnappen. Het onmiddellijk opnieuw ont-
steken via de bedieningsknop kan in
extreme gevallen tot ontploffing met een
steekvlam leiden.
> Wacht na het uitgaan van de ontstekings-
vlam absoluut ca. 1 minuut voor u de
bedieningsknop opnieuw draait en
indrukt.
> Herhaal de volledige ontstekingsprocedure.
> Brandt de ontstekingsvlam, dan kunt u de bedienings-
knop (1) op stand
draaien.
Na het loslaten blijft de bedieningsknop op
staan. De
hoofdbrander treedt dan in werking.
4.3 Watertemperatuur instellen
1
4.4 Watertemperatuur instellen
De temperatuur is aan de temperatuurkeuzeknop (1) trap-
loos van ongeveer 40 °C (stand "1" boven) over ca. 60 °C
(stand "E" boven) tot ca. 70 °C (stand "5" boven) instelbaar.
Uit economische en hygiënische overwegingen (b.v. legio-
nellabacteriën) adviseren wij de instelling "5" (ca. 60 °C).
Bij installaties met lange buisleidingen (bijv. ziekenhuizen,
bejaardentehuizen, meergezinswoningen) moet de water-
temperatuur op 60 °C (stand "5") ingesteld worden. Dit
geldt ook voor installaties met meerdere boilers, als deze
samen een inhoud van meer dan 400 l hebben.
i
De atmoSTOR VGH schakelt automatisch in als
de door u aan de bedieningsknop (¬ afb. 4.3,
pos. 1) ingestelde watertemperatuur onderschre-
den wordt en schakelt automatisch uit als de
ingestelde watertemperatuur bereikt is.
4.4 Boiler buiten bedrijf stellen
> Draai de bedieningsknop (¬ afb. 4.3, pos. 1) onder licht
indrukken in "uit"-stand
.
> Sluit de gasafsluitkraan.
4.5 Vorstbeveiliging
1
2
4.5 Boiler leegmaken
Bij vorstgevaar in de opstellingsruimte houdt u uw
atmoSTOR VGH in gebruik. Als u dit niet wenst, moet u hem
na de buitenbedrijfstelling leegmaken. Ga hiervoor als volgt
te werk:
> Sluit de koudwateraftapkranen.
> Sluit de gasafsluitkraan.
> Verwijder de afdekkap (2) voor de brander en open het
daaronder voorhanden aftapventiel (1) en een warmwa-
teraftappunt tot de atmoSTOR VGH volledig geleegd is.