Operation Manual

8 Gebruiksaanwijzing ecoVIT
3.5.1 Warmwater tappen
Bij openen van een warmwaterkraan op een tappunt
(wasbak, douche, bad enz.) wordt warmwater getapt uit
de aangesloten warmwaterboiler.
Komt de boilertemperatuur beneden een ingestelde
waarde, dan treedt het toestel vanzelf in werking en
warmt de boiler bij. Bij bereiken van de door u ingestel-
de boilertemperatuur schakelt het toestel automatisch
uit. De pomp loopt nog een korte tijd na.
3.5.2 Warmwaterbereiding uitschakelen
U kunt de warmwaterbereiding uitschakelen, maar de CV
verder gewoon laten functioneren.
Draai hiervoor de draaiknop voor instelling van de
warmwatertemperatuur helemaal naar links tot de
aanslag. Nu blijft alleen de vorstbeveiligingsfunctie
voor de boiler actief.
Op het display wordt een boilertemperatuur van 15 °C
weergegeven.
3.6 Instellingen voor de CV-functie
3.6.1 Aanvoertemperatuur instellen
(bij gebruik van een regeltoestel)
1
Afb. 3.6 Instelling aanvoertemperatuur bij gebruik van een
regeltoestel
De aanvoertemperatuur wordt automatisch ingesteld
door het regeltoestel (informatie daarover vindt u in de
betreffende gebruiksaanwijzing).
3.6.2 Aanvoertemperatuur instellen
(geen regeltoestel aangesloten)
2
Afb. 3.7 Instelling aanvoertemperatuur zonder regeltoestel
Als er geen extern regeltoestel aanwezig is, dan stelt u
de aanvoertemperatuur met de draaiknop (2) overeen-
komstig de betreffende buitentemperatuur in. Daarbij
adviseren wij de volgende instellingen:
Stand links (maar niet tot de aanslag) in de over-
gangsperiode: buitentemperatuur ca. 10 tot 20 °C
S
tand midden bij matige kou:
buitentemperatuur ca. 0 tot 10 °C
Stand rechts bij erge kou:
buitentemperatuur ca. 0 tot –15 °C
Bij instellen van de temperatuur wordt deze waarde op
he
t display van het DIA-systeem weergegeven. Na ca.
5 seconden verdwijnt deze weergave en verschijnt op
het display weer de standaardweergave (actuele CV-aan-
voertemperatuur).
Gewoonlijk kan de draaiknop traploos tot een aanvoer-
temperatuur van 75 °C ingesteld worden. Als u echter
hogere waarden kunt instellen op uw toestel, dan heeft
uw installateur een zodanige afstelling uitgevoerd, dat
uw CV-installatie ook met hogere aanvoertemperaturen
tot 85 °C kan werken.
3 Bediening