Montagehandleiding Voor de installateur Montagehandleiding auroTHERM exclusiv VTK 570/2, VTK 1140/2 BEnl, NL
Impressum Documenttype: Montagehandleiding Product: Doelgroep: auroTHERM exclusiv – VTK 570/2 – VTK 1140/2 Erkend installateur Taal: NL Documentnummer_versie: 0020077988_03 Datum opmaak: 20.08.2012 Uitgever/fabrikant Vaillant GmbH Berghauser Str. 40 D-42859 Remscheid Telefon +49 21 91 18‑0 Telefax +49 21 91 18‑28 10 info@vaillant.de www.vaillant.
Inhoudsopgave Inhoudsopgave 10 Technische gegevens......................................... 52 10.1 Tabel technische gegevens ...................................... 52 1 Aanwijzingen bij de documentatie ..................... 4 10.2 Afmetingen................................................................... 53 1.1 Gebruikte symbolen ..................................................... 4 10.3 Rendement en drukverlies ...................................... 54 1.
1 Aanwijzingen bij de documentatie 1 Aanwijzingen bij de documentatie 1.1 Gebruikte symbolen 1.3 Documenten overhandigen ▶ Symbolen De volgende symbolen kunnen voorkomen: Documenten bewaren U dient deze montagehandleiding evenals alle aanvullend geldende documenten en eventueel benodigde hulpmiddelen aan de gebruiker van de installatie te geven.
Veiligheid 2 2 2.1 Veiligheid Waarschuwingen bij handelingen Classificatie van de waarschuwingen bij handelingen De waarschuwingen bij handelingen zijn als volgt door waarschuwingstekens en signaalwoorden aangaande de ernst van het potentiële gevaar ingedeeld: 2.3.2 Levensgevaar door ondeskundige bevestigingssystemen De collectoren kunnen door ondeskundige bevestigingssystemen vallen. Alleen de combinatie uit Vailllant collectoren en Vaillant bevestigingssystemen is getest.
2 Veiligheid 2.3.7 Verbrandingsgevaar door hete collectorbovenvlakken De collectoren worden bij bestraling door de zon binnenin zeer heet, tot 300 °C. Als u de collectoren onbeschermd aanraakt, dan kunt u zich verbranden. ▶ ▶ ▶ ▶ ▶ Verwijder de, af-fabriek aangebrachte zonbeschermende folie pas na het inbedrijfstellen van het zonnesysteem. Vermijd montage- en onderhoudswerk bij felle zon. Dek de collectoren af voordat u met het werk begint. Werk bij voorkeur in de ochtenduren.
Veiligheid 2 worden gesteld. Uitsluitend de gebruiker is hiervoor verantwoordelijk. 2.4.3.1 Combinatie met andere componenten De Vaillant buiscollectoren auroTHERM VTK mogen alleen met componenten (bevestiging, aansluitingen etc.) en systeemcomponenten van de firma Vaillant gecombineerd worden. Het gebruik van andere onderdelen of systeemcomponenten geldt als niet reglementair. 2.4.3.
3 Toestelbeschrijving 3 Toestelbeschrijving 3.1 Typeoverzicht 4.1.1 Levering, transport en plaatsing ▶ Gegevens op het typeplaatje Gegevens op het typeplaatje Montage en installatie voorbereiden 4.1.1.1 Collectoren bewaren – VTK 570/2 – VTK 1140/2 3.2 4.1 Om te vermijden dat vocht in de collector dringt, bewaart u de collectoren altijd droog en beschermd tegen weersinvloeden. Betekenis CE-markering: De collectoren voldoen aan de productspecifiek geldende Europese richtlijnen.
Montage en installatie opdak 4 4.1.1.2 Leveringsomvang controleren 12 1 11 2 10 9 8 7 3 4 6 Materiaallijst opdakmontage 1 Railset VTK 1140/2, 2 Stk. 2 Railset VTK 570/2, 2 Stk. 3 Buiscollector VTK 570/2, 1 Stk. 4 Buiscollector VTK 1140/2, 1 Stk. 5 Aansluitset VTK (basisset), 1 Stk. 6 Aansluitset VTK (uitbreidingsset), 1 Stk. 7 Afsluitklep, 2-weg VTK voor parallelle schakeling, 1 Stk. 8 Dakanker type P (voor dakpan) (basisset), 4 Stk.
4 Montage en installatie opdak 4.1.1.3 Collectoren transporteren Voorwaarden: Parallelle schakeling, apertuuroppervlak: ≤ 7 m² 1. Om de collectoren tegen beschadiging te beschermen, dient u deze altijd staand te transporteren. 2. Transporteer de collectoren met geschikte hulpmiddelen op het dak. 4.1.2 Minimumafstanden en vrije montageruimtes in acht nemen Om de collectoren op een deskundige manier te monteren, moet u bepaalde afstanden en vrije montageruimtes in acht nemen.
Montage en installatie opdak 4 Voorwaarden: Parallelle schakeling ▶ ▶ Om drukverliezen in de deelcollectorvelden te vermijden, schakelt u alleen collectorrijen met hetzelfde aantal collectoren parallel. Om drukverliezen in de aansluitbuisleidingen te vermijden, zorgt u ervoor dat elk deelcollectorveld in het totaal dezelfde buisleidinglengte in aanvoer en retour heeft (Tichelmann-systeem). 4.1.
4 Montage en installatie opdak 4.1.5 Componenten samenstellen Aanwijzing Bij daklatafstanden van meer dan 460 mm zijn de 2-rijige en de 3-rijige montage niet mogelijk. In dit geval kunt u de 2 resp. 3 rijen afzonderlijk (zonder gemeenschappelijk gebruikte middelste dakankers) monteren. Voorwaarden: Collectorrijen: 1 ▶ Stel met behulp van de volgende tabellen de componenten voor de montage samen.
Montage en installatie opdak 4 Voorwaarden: Collectorrijen: 2 A B A ▶ Stel met behulp van de volgende tabel de componenten voor de montage samen.
4 Montage en installatie opdak Voorwaarden: Collectorrijen: 3 A B B A ▶ Stel met behulp van de volgende tabel de componenten voor de montage samen.
Montage en installatie opdak 4 4.1.6 1. Aantal benodigde dakankers bepalen b [m] Informeer naar de regionale maximale sneeuwlast sk bij het plaatselijke bouw- en woningtoezicht. Voorwaarden: Maximale sneeuwlast: ≤ 3 kN/m² ▶ Monteer 6 dakankers per collector. Voorwaarden: Maximale sneeuwlast: > 4,5 kN/m² ▶ ▶ Laat een individueel statisch rapport opmaken. Let er hierbij op dat de maximaal toegestane sneeuwlast per collector 5,4 kN/m² bedraagt.
4 Montage en installatie opdak nVeldschikking naast elkaar 4.1.8.1 4.1.8.2 Veldschikking boven elkaar Aanwijzing Bij daklatafstanden van meer dan 460 mm zijn de 2-rijige en de 3-rijige montage niet mogelijk. In dit geval kunt u de 2 resp. 3 rijen afzonderlijk (zonder gemeenschappelijk gebruikte middelste dakankers) monteren. A Voorwaarden: Collectorrijen: 2 A E C A E B B B B D 1. Leg de afstanden van de dakankers vast.
Montage en installatie opdak 4 Voorwaarden: Collectorrijen: 3 Aantal ▶ VTK 570/2 VTK 1140/2 1 4 1 5 1 6 A 1663 * / 1638 ** B C D 6295 100 200 VTK1140 997 1197 ‑‑‑‑‑ VTK570 507 607 7692 E 3322 8382 E Let bij de ankers op voldoende speling. – Voormontagemaat (*): = afmontagemaat (**) + 2025 mm E A B ▶ E A C A B B D B Leg de afstanden van de dakankers vast.
4 Montage en installatie opdak Aantal VTK 1140/2 1 1 1 2 1 3 1 4 1 5 1 6 A 1663 * / 1638 ** B C 100 200 D VTK1140 997 1197 ‑‑‑‑‑ VTK570 507 607 E 2104 3501 4898 6295 5006 A 7692 B 8382 Let bij de ankers op voldoende speling. – Voormontagemaat (*): = afmontagemaat (**) + 2025 mm 5 mm ▶ VTK 570/2 2 4.2 Montage uitvoeren De montagestappen en aanwijzingen in deze handleiding zijn voor beide veldschikkingen geldig.
Montage en installatie opdak 4 ▶ ▶ – Werkmateriaal: Schroefsleutel SW 13 Stel het dakanker op de hoogte van de dakpannen in, zodat het bovenste deel van het dakanker tegen de dakbedekking aanligt (4). Draai de bovenste schroef vast. – Werkmateriaal: Schroefsleutel SW 13 4 5 A 6 ▶ B ▶ ▶ ▶ ▶ Schroef het dakanker met de drie bijgeleverde schroeven aan het dakspant vast (5). Schuif de dakpannen opnieuw op hun oorspronkelijke positie (6). Sla evt.
4 Montage en installatie opdak 4.2.1.4 Type stokschroef monteren 3 4 1 2 4. Schroef het dakanker met de drie bijgeleverde schroeven aan het dakspant of aan de daklat vast (3). 5. Schuif de dakpannen opnieuw op hun oorspronkelijke positie (4). 4.2.1.3 Type S plat (voor shingle) monteren 1. Leg de afstanden van de dakankers vast. (→ Pagina 16) 2. Boor op de desbetreffende plaats een gat in de dakpan (1). 3. Draai de stokschroef door de dakpan aan het dakspant vast (2). 1 2 3 1.
Montage en installatie opdak 4 4.2.2 Collectoren monteren Montagerails uitbalanceren Gevaar! Lichamelijk letsel en materiële schade door het vallen van een collector! Een collector kan bij ondeskundige bevestiging vallen. 2 1 ▶ Trek de klemelementen vast. ▶ Controleer de reglementaire spanning ▶ 1. door aan de klemstenen te schudden. Als een klemsteen bewogen kan worden, draai dan de moer vast. Monteer de collectoren op het dak, zoals in de volgende hoofdstukken aangegeven.
4 Montage en installatie opdak Zonbeschermfolie losmaken Verbindingsstukken aanbrengen A 1 B 2 1 14. Opdat u de zonbeschermfolie na de ingebruikneming makkelijker kunt aftrekken, maakt u de zonbeschermfolie aan de randen van de collector los. Draagriemen verwijderen 18. Schroef de dubbele nippel (A) (uit aansluitset VTK uitbreidingsset art.-nr. 0020076779) in de schroefdraad van de tweede collector (B) met de wartelmoer (2) van de eerste collector. 19. Schuif de collectoren tegen elkaar.
Montage en installatie opdak 4 Bovenste montagerails positioneren Bovenste collectoren monteren Voorwaarden: Collectorrijen: 2 … 3 1 1 3 25. Schuif de bovenste montagerails afsluitend tegen de collectoren. 26. Zorg ervoor dat de bovenste klemstenen (1) van de klemelementen boven de rails van de collectoren liggen. 27. Trek de klemelementen van de bovenste montagerails vast.
4 Montage en installatie opdak circuits en onder de bijbehorende hoge temperaturen. ▶ Isoleer de hydraulische systeemaansluitingen met de isolatie (2) (uit aansluitset VTK uitbreidingset art.-nr. 0020076779). Opgelet! Collectorschade door ondeskundig montagewerk! Bij ondeskundige montage van de hydraulische aansluitingen kunnen de edelstaalleidingen binnen de collector beschadigd worden. ▶ Houd bij het vastschroeven van de klemringverbinding met een tweede sleutel tegen. 1.
Montage en installatie opdak 4 4.3 Montage afsluiten en controleren 4.3.1 Montage controleren Controleer aan de hand van de volgende checklist of alle stappen zijn uitgevoerd.
5 Montage en installatie plat dak 4.3.2 Verpakking afvoeren De transportverpakkingen bestaan voor het grootste deel uit recyclebaar materiaal. ▶ ▶ Neem de geldende voorschriften in acht. Voer de transportverpakkingen op reglementaire wijze af. 5 ▶ Montage en installatie plat dak Neem bij de montage en installatie van de collectoren absoluut het hoofdstuk "Veiligheid" in acht. 5.1 Montage en installatie voorbereiden 5.1.1 Levering, transport en plaatsing 5.1.1.
Montage en installatie plat dak 5 5.1.1.2 Leveringsomvang controleren 1 10 2 9 3 8 4 5 7 6 Materiaallijst platdakmontage 1 Railset VTK 1140/2, 2 Stk. 6 Buiscollector VTK 570/2, 1 Stk. 2 Railset VTK 570/2, 2 Stk. 7 Buiscollector VTK 1140/2, 1 Stk. 3 Frameset, 1 Stk. 8 Afsluitklep, 2-weg VTK voor parallelle schakeling, 1 Stk. 4 Beladingsplaten uit beladingsplatenset, 4 Stk. 9 Aansluitset VTK (basisset), 1 Stk. 5 Hamerkopschroef en moer uit beladingsplaatset, 2 Stk.
5 Montage en installatie plat dak 5.1.1.3 Collectoren transporteren Voorwaarden: Parallelle schakeling, apertuuroppervlak: ≤ 7 m² 1. Om de collectoren tegen beschadiging te beschermen, dient u deze altijd staand te transporteren. 2. Transporteer de collectoren met geschikte hulpmiddelen op het dak. 5.1.2 Minimumafstanden en vrije montageruimtes in acht nemen Aan de randen van platte daken treden bij storm bijzonder hoge windkrachten op.
Montage en installatie plat dak 5 Voorwaarden: Parallelle schakeling 5.1.5 Montagevariant kiezen C B A ▶ ▶ ▶ Om drukverliezen in de deelcollectorvelden te vermijden, schakelt u alleen collectorrijen met hetzelfde aantal collectoren parallel. Om drukverliezen in de aansluitbuisleidingen te vermijden, zorgt u ervoor dat elk deelcollectorveld in het totaal dezelfde buisleidinglengte in aanvoer en retour heeft (Tichelmann-systeem). 5.1.
5 Montage en installatie plat dak 5.1.6 ▶ Componenten samenstellen Stel met behulp van de volgende tabellen de componenten voor de montage samen.
GR MK AL ME BA IT SI AT > 108 km/h < 108 km/h < 99 km/h < 90 km/h < 81 km/h < 72 km/h PT ES IE IS AD GB FR BE NL CH LU DE DK NO CZ HR SE HU SK PL RS LT RO BG LV FI EE BY MD UA RU TR Montage en installatie plat dak 5 5. Bepaal met de behulp van de kaart de basiswindsnelheid aan de standplaats.
5 Montage en installatie plat dak ½ L2 L2 ½ L1 L1 L2 .... . .... .... .... . L2 .... .... ½ L2 L1 L1 ½ L1 6. Bepaal met behulp van de tabellen de nodige gewichten.
Montage en installatie plat dak 5 Horizontale collectorpositie Montagehoek 45° Gewichten/frame [kg] Voor de beveiliging tegen glijden en omhoog komen Alleen ter beveiliging tegen het naar boven komen (indien tegen glijden beveiligd/afgespannen) Aanwijzing De verzwaringslasten kunnen vanaf twee collector in een rij voor de buitenste frames met de helft gereduceerd worden.
5 Montage en installatie plat dak Horizontale collectorpositie Montagehoek 60° Gewichten/frame [kg] Voor de beveiliging tegen glijden en omhoog komen Alleen ter beveiliging tegen het naar boven komen (indien tegen glijden beveiligd/afgespannen) Aanwijzing De verzwaringslasten kunnen vanaf twee collector in een rij voor de buitenste frames met de helft gereduceerd worden.
Montage en installatie plat dak 5 Verticale collectorpositie Montagehoek 30° Gewichten/frame [kg] Voor de beveiliging tegen glijden en omhoog komen Alleen ter beveiliging tegen het naar boven komen (indien tegen glijden beveiligd/afgespannen) Aanwijzing De verzwaringslasten kunnen vanaf twee collector in een rij voor de buitenste frames met de helft gereduceerd worden.
5 Montage en installatie plat dak Verticale collectorpositie Montagehoek 45° Gewichten/frame [kg] Voor de beveiliging tegen glijden en omhoog komen Alleen ter beveiliging tegen het naar boven komen (indien tegen glijden beveiligd/afgespannen) Aanwijzing De verzwaringslasten kunnen vanaf twee collector in een rij voor de buitenste frames met de helft gereduceerd worden.
Montage en installatie plat dak 5 Verticale collectorpositie Montagehoek 60° Gewichten/frame [kg] Voor de beveiliging tegen glijden en omhoog komen Alleen ter beveiliging tegen het naar boven komen (indien tegen glijden beveiligd/afgespannen) Aanwijzing De verzwaringslasten kunnen vanaf twee collector in een rij voor de buitenste frames met de helft gereduceerd worden. L2 L1 Basiswindsnelheid [km/h] 5.1.
5 Montage en installatie plat dak B Voorwaarden: Gemonteerde collectoren: VTK 570/2 en VTK 1140/2 in combinatie C G F A E C D ▶ Leg de afstanden van de frames vast.
Montage en installatie plat dak 5 5.2 Montage uitvoeren 5.2.1 Frames monteren 1 Gevaar! Levensgevaar door vallende collectoren! Onbeveiligde collectoren kunnen door wind van het platte dak storten en mensen in gevaar brengen. 2 ▶ Voer afhankelijk van het montagetype ▶ ▶ ▶ 1. de hierna vermelde veiligheidsmaatregelen uit. Schroef bij het montagetype directe schroefverbinding de frames reglementair op de ondergrond. Gebruik uitsluitend geschikte beladingsgewichten.
5 Montage en installatie plat dak ▶ Controleer na het vastschroeven de ▶ ▶ ▶ ▶ ▶ dichtheid van de dakhuid. Breng evt. de dichtheid van de dakhuid opnieuw tot stand. Leg de nodige afstanden van de frames vast, zoals in hfdst. "Afstanden van de frames vastleggen" beschreven. Boor de nodige gaten aan de vastgelegde posities. Bevestig de frames met voor de ondergrond geschikte bevestigingen (diameter: min. 10 mm). Bouw zoveel frames op als u voor de opname van de collectoren nodig hebt.
Montage en installatie plat dak 5 3 1 2 Frames op beladingsplaten vastschroeven en uitlijnen ▶ ▶ ▶ ▶ ▶ ▶ ▶ ▶ Als u de collectoren VTK 570/2 monteert, dan draait u de beladingsplaten 90° opdat de beladingsplaten elkaar niet overlappen. Neem het eerste reeds in de montagehoek bevestigde frame in de hand. Positioneer de voorste framevoet boven de hamerkopschroef (1). Zorg er bij het positioneren van de framevoet voor dat de verdraaibeveiliging (2) grijpt.
5 Montage en installatie plat dak ▶ Zorg bij het opstellen op dakdichtings▶ ▶ vlakken voor voldoende bescherming van de dakhuid. Plaats over een grote oppervlakte antislipbeschermmatten onder het opstellingssysteem. Als het dak met grind bedekt is, verwijder dan het grind op de plaatsen waarop u de gewichten wilt opstellen en gebruik antislipbeschermmatten ter bescherming van de dakhuid. Frames op gewichten vastschroeven ▶ ▶ ▶ Neem het eerste reeds in de montagehoek bevestigde frame in de hand.
Montage en installatie plat dak 5 Montagerails opschuiven 11. Zorg ervoor dat de railverbinders (1) in de boringen van de montagerails vastklikken. 1 Aanwijzing De railverbinders zijn na de montage niet meer toegankelijk. 2 Montagerails onderaan bevestigen 3 2. Schuif de beide montagerails bovenaan en onderaan op de houders, zoals op de afbeelding weergegeven. 3.
5 Montage en installatie plat dak Collector bovenaan bevestigen 2 Bijkomende collector monteren 1 14. Schuif de linkerkant van de bovenste montagerail (1) afsluitend tegen de collector. 15. Zorg ervoor dat de montagerail (1) de bovenste rand van de collector omsluit. 16. Schroef de houder links bovenaan (2) vast. – Werkmateriaal: Inbussleutel 5 mm 17. Zorg ervoor dat de montagerail bij het vastdraaien van de schroef niet wegglijdt. 20. Plaats de volgende collector op ca.
Montage en installatie plat dak 5 ▶ Houd bij het vastschroeven van de klem- ▶ Houd bij het vastschroeven van de klem- ringverbinding met een tweede sleutel tegen. 23. Schroef de beide wartelmoeren aan de dubbele nippel vast. Montage van de collector afsluiten 24. Schuif de tweede bovenste montagerail afsluitend tegen de collector. 25. Schroef de tweede bovenste montagerail aan de betreffende houder met de montagerail van de eerste collector vast. – Werkmateriaal: Inbussleutel 5 mm 26.
5 Montage en installatie plat dak 5.3 Montage afsluiten en controleren 5.3.1 Montage controleren Controleer aan de hand van de volgende checklist of alle stappen zijn uitgevoerd.
Inspectie en onderhoud 6 5.3.2 Verpakking afvoeren ▶ Voer de onderhoudswerkzaamheden aan de collectoren conform het onderhoudsschema uit. De transportverpakkingen bestaan voor het grootste deel uit recyclebaar materiaal. ▶ ▶ Neem de geldende voorschriften in acht. Voer de transportverpakkingen op reglementaire wijze af. 6 6.1 6.
7 Verhelpen van storingen 6.5 Collectoren en aansluitingen op schade, verontreinigingen en ondichtheden controleren 6.7 ▶ 1. Controleer of alle schroefverbindingen stevig vastzitten. Als schroefverbindingen los zijn: ▶ Draai de schroefverbindingen vast. Controleer de collectoren op beschadigingen. Als de collectoren beschadigd zijn: ▶ Vervang de collectoren. 2. Controleer de collectoren op verontreinigingen. Als de collectoren vervuild zijn: ▶ Reinig de collectoren. (→ Pagina 48) 3.
Verhelpen van storingen 7 7.2 Reparaties uitvoeren 7.2.4 Defecte buisisolaties vervangen 7.2.1 Ondichte collectoren vervangen 1. Gevaar! Gevaar voor verbranding! De collectoren worden bij bestraling door de zon binnenin zeer heet, tot 300 °C. ▶ Vermijd het werken in felle zon. ▶ Dek de collectoren af voordat u met het werk begint. ▶ Werk bij voorkeur in de ochtenduren. ▶ Draag geschikte veiligheidshandschoenen. 1. Stel het zonnesysteem tijdelijk buiten bedrijf (→ Pagina 50). 2.
8 Buitenbedrijfstelling ▶ ▶ Neem de geldende voorschriften in acht. Voer defecte Vaillant buizen op reglementaire wijze af. 8 Buitenbedrijfstelling 8.1 Tijdelijke buitenbedrijfstelling Opgelet! Beschadiging van de collectoren! Collectoren, die niet in gebruik zijn, kunnen door langdurig hoge temperaturen tijdens stilstand versneld verouderen. ▶ Stel het zonnesysteem alleen buiten ▶ ▶ ▶ bedrijf als u een erkende installateur bent. Stel de collectoren hooguit vier weken buiten bedrijf.
Klantenservice 9 4. Verwijder de afdichtstoppen. 5. Leeg de collector volledig via beide aansluitingen in een bus. 6. Plaats de afdichtstoppen terug. 7. Verpak de collectoren voldoende. 8. Voer de collectoren en de collectorvloeistof af. 8.2.2 Recycling en afvoer Uw Vaillant-collector bestaat voor het grootste deel uit recyclebaar materiaal. ▶ Neem de geldende voorschriften in acht. Collectoren afvoeren Uw Vaillant-collector en alle accessoires horen niet thuis in het huishoudelijke afval.
10 Technische gegevens 10 Technische gegevens 10.1 Tabel technische gegevens Eenheid VTK 570/2 VTK 1140/2 Aantal buizen − 6 12 η0 (apertuur), DIN4757-4 resp. EN12975 % 64,2 c1 met wind, m.b.t. apertuur W/(m²k) 0,885 c2 met wind, m.b.t. apertuur W/(m²k²) 0,001 K θ,trans (50°), m.b.t. apertuur − 1 K θ,long (50°), m.b.t.
Technische gegevens 10 10.
10 Technische gegevens 1652 111 1392 10.
Technische gegevens 10 Rendement van de VTK 570/2 en van de VTK1140/2 bij een instraling EG 800 W/m2 η 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% ΔT 0 η 5 10 15 20 25 30 35 40 45 ΔΤ Rendement [%] 50 55 60 65 70 75 80 ΤCollector − ΤOmgevingslucht [K] Drukverlies Δp [mbar] 160 140 120 VTK 570/2 VTK 1140/2 100 90 60 40 20 0 0 Q 50 100 150 200 250 Massastroom [l/h] 0020077988_03 auroTHERM exclusiv Montagehandleiding 300 Δp 350 400 450 Q [l/h] 500 Drukverlies [mbar] 55
Trefwoordenlijst Trefwoordenlijst A Aansluitingen afdichten .................................................................................. 49 controleren..............................................................................48 Afsluitende werkzaamheden Montage............................................................................. 25, 46 Afstanden in acht nemen ................................................................... 10, 28 Afvoer Collectoren ......................................
0020077988_03 N.V. Vaillant S.A. Golden Hopestraat 15 B-1620 Drogenbos Tel. +32 2 334 93 00 Fax +32 2 334 93 19 Kundendienst +32 2 334 93 52 Service après-vente +32 2 334 93 52 Klantendienst +32 2 334 93 52 info@vaillant.be www.vaillant.be Vaillant BV Postbus 23250 1100 DT Amsterdam Telefoon +31 20 565 92 00 Telefax +31 20 696 93 66 Serviceteam +31 20 565 94 40 info@vaillant.nl www.vaillant.